Hoogleraar Daniel Muijs schreef onlangs dat Rosenshine’s principes van instructie erg belangrijk zijn, maar niet het ‘volledige verhaal’ zijn als het gaat om effectieve instructie. Zijn bijdrage prikkelde mij om opnieuw na te denken over het befaamde “media debat”.
Daniel Muijs betoogt dat Barak Rosenshine’s principes van instructie momenteel terecht veel belangstelling krijgen. De publicatie ‘Wijze Lessen’, waar Muijs co-auteur van is, refereert bijvoorbeeld aan deze principes.
De onderzoeken waarop deze principes zijn gebaseerd, zijn al lange tijd geleden uitgevoerd. Toch houden deze principes volgens Muijs nog steeds stand, en zijn ze ook breed toepasbaar. Dat komt ook omdat deze principes aansluiten op meer recente inzichten uit de cognitieve psychologie waarin onder meer de rol van de leerkracht en het belang van expliciete instructie worden benadrukt.
Muijs waarschuwt er echter voor om deze principes als een soort afvinklijst te gebruiken. Daarvoor zijn doceren en leren te complexe fenomenen. Hij wijst daarbij naar de invloed van de school, het curriculum en op de rol van metacognitie.
Ik deel deze mening. Ik verwijs graag naar ‘evidence-informed’ pedagogisch-didactische principes, waar Rosenshine’s principes onderdeel van zijn, maar bijvoorbeeld ook David Merrill’s ‘first principles‘.
Interessant is ook dat hij schrijft:
We also need to make sure that we look closely at developments such as blended and online learning. These are probably not as transformational as the more heated enthusiasts sometimes propose (…). Yet there are still aspects of blended learning that could improve educational outcomes, and are therefore worth exploring further, such as the opportunities afforded to pupils to revisit content asynchronously at their own speed.
Clark vs Kozma
Deze opvatting is vooral interessant als je terug kijkt naar één van de belangrijke debatten binnen de onderwijswetenschappen, het zogenaamde “media debat” dat begin jaren negentig is gestart door Richard Clark en Robert Kozma.
Clark stelde dat media middelen voor instructie zijn, en geen invloed hebben op leerprestaties. Je kunt met verschillende media dezelfde leerdoelen bereiken. Het zijn andere variabelen, zoals de didactiek die je hanteert, die maken dat er effectief wordt geleerd. Met ICT kun je vooral efficiencyvoordelen behalen.
Kozma stelde echter dat media wel degelijk van invloed zijn op leren. Media hebben bepaalde kenmerken die hen meer en minder geschikt maken voor het voltooien van bepaalde leertaken (bijvoorbeeld verwerkingscapaciteiten).
Daniel Muijs suggereert dat je dankzij online en blended learning ook leeractiviteiten kunt toepassen die zonder technologie lastiger zijn uit te voeren (het plaats- en tijdonafhankelijk en in eigen tempo opnieuw bestuderen van leerstof). Daarmee heeft leertechnologie dus wel degelijk invloed op leerprestaties.
Ik kijk zelf voornamelijk naar hoe je ‘evidence-informed’ pedagogisch-didactische principes kunt faciliteren met behulp van leertechnologie. Hoe kun je deze principes toepassen binnen online en blended learning? Deze benadering past meer bij Clark’s standpunt.
Ik vind echter ook dat we moeten onderzoeken hoe je dankzij leertechnologie leeractiviteiten kunt toepassen die zonder leertechnologie (praktisch) niet kunnen worden uitgevoerd. Een goed voorbeeld vind ik virtual reality. Dankzij VR kun je beroepstaken oefenen binnen gevaarlijk situaties. Denk daarbij aan het bevrijden van gewonden tijdens een brand.
Daarnaast hebben we tijdens de Coronacrisis geleerd dat media als Zoom of MS Teams kunnen leiden tot ‘videoconferencing-vermoeidheid’. Dit fenomeen heeft maar deels te maken met de duur en met het type activiteiten dat je uitvoert. Je bent je namelijk de hele tijd bewust van jezelf omdat je het gevoel hebt de hele tijd in een spiegel te kijken (‘mirror anxiety‘). Ook staren deelnemers elkaar noodgedwongen de hele tijd van een korte afstand aan (‘hyper gaze‘). Deze -en andere- factoren worden door het medium veroorzaakt, leiden tot vermoeidheid en beïnvloeden leerprestaties mogelijk negatief. En daarmee heeft Robert Kozma een punt.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie