Ervaren we meer verbondenheid binnen virtual reality omgevingen?

Eén van de klachten van werken en leren vanuit thuis is dat we minder het gevoel hebben verbonden te zijn met anderen. Synchroon online communiceren via applicaties als MS Teams of Zoom kan dit gebrek aan ‘social presence’ maar ten dele goedmaken. Kan virtual reality een rol spelen bij het bevorderen van ‘social presence’?

Meer dan tien jaar geleden was er veel aandacht voor de omgeving Second Life. Verschillende bedrijven en onderwijsinstellingen bouwden er een eigen eiland waar je als avatar een bezoek aan kon brengen. Daar konden vervolgens allerlei activiteiten plaatsvinden. Onderwijsinstellingen gingen er bijvoorbeeld hoorcollege verzorgen. Om allerlei redenen kon Second Life niet aan de hooggespannen verwachtingen voldoen. De applicatie bestaat nog steeds, maar wordt volgens mij eigenlijk niet meer voor leren, opleiden en onderwijs gebruikt.

Verleden week maakte ik kennis met de VR-omgeving van Mozilla waarin je schijnbaar relatief eenvoudig eigen virtuele werelden kunt creëren. Afgelopen maandag maakte ik kennis met virtuele campussen die de TU Delft en de Erasmus Universiteit in Minecraft hebben gemaakt, en waarmee men hoopt studenten en medewerkers een ‘campusgevoel’ te bieden. Vandaag stuit ik op de bijdrage VR Meetings Are Weird, but They Beat Our Current Reality.

Lauren Goode schrijft daarin over de virtual reality toepassingen Arthur en Spatial.  Deze toepassingen zijn bedoeld voor online overleg en samenwerken. In deze omgeving ben je ook een ‘avatar’ waarmee je je kunt voortbewegen door een online omgeving. ‘Arthur’ gebruik je met behulp van een headset en een controller (zoals de Oculus Quest 2), Spatial kun je ook met een laptop of desktop PC gebruiken (cross-platform). De ontwikkelaars van ‘Arthur’ zijn dit ook aan het testen.

De headset en controller bevorderen het ‘immersieve karakter’: je wordt de omgeving ingezogen, je hebt een groter gevoel van ‘aanwezig te zijn’. De computer is meer laagdrempelig (geen apart apparaat nodig). Verder kun je makkelijker het geluid uitzetten en heb je meer interactiemogelijkheden (zoals online notities maken).

Zoals gezegd presenteer je jezelf als avatar in deze omgevingen. Ze ziet geen lichaamstaal en ook geen gezichtsuitdrukkingen. Dit laatste zou nog weleens kunnen veranderen waardoor je avatars kunt voorzien van gezichtsuitdrukkingen. Ik sluit ook niet uit dat je avatars op een gegeven moment via de webcam kunt voorzien van jouw gezicht. Maar op dit moment kun je elkaar dus minder goed zijn dan bijvoorbeeld bij sessies in BlueJeans (mits de groep niet te groot is).

Toch lijken deze omgevingen deelnemers meer een gevoel van aanwezigheid te geven dan applicaties als BlackBoard Collaborate of Adobe Connect dat momenteel doen. Je kunt anderen letterlijk opzoeken (zonder risico op besmetting) en elkaar ook spontaan ontmoeten. Lauren Goode schrijft bijvoorbeeld dat zij zich er zeer bewust van was dat anderen konden horen wat zij zei. Zij had het gevoel niet zo maar weg te kunnen gaan, omdat dit onbeleefd over zou kunnen komen. Zij woonde een presentatie bij in ‘Arthur’, met een virtuele borrel na afloop:

It was surreal, but it beat our current reality.

Ik vind dit een boeiende ontwikkeling, al vraag ik me ook af of deze grotere ‘realiteitszin’ niet verdwijnt als het nieuwe ervan af is (het befaamde ‘novelty effect‘).  De kans op succes wordt m.i. vergroot door het gebruikersgemak en de laagdrempeligheid in gebruik. En wat dat betreft valt er nog het nodige te verbeteren:

  • Lauren Goode schrijft bijvoorbeeld dat zij echt even de tijd en instructie nodig had om vertrouwd te raken met de omgeving ‘Arthur’.
  • Een campus in Minecraft zal vooral worden bezocht door Minecraft-gebruikers. Je wilt immers liefst geen aparte software downloaden en installeren. Dat was één van de tekortkomingen van Second Life. Je wilt liefst alleen je browser gebruiken.Voor ‘Arthur’ moet je uiteraard ook nog een aparte app installeren.
  • Headsets zullen betaalbaar moeten zijn en interactie meer natuurlijk faciliteren. Anders kiezen gebruikers waarschijnlijk eerder voor minder ‘beleving’ en gebruiken zij liever een computer. Spatial wordt sinds kort overigens meer gebruikt met een headset dan via een computer. Volgens Goode komt dat omdat je al voor een paar honderd dollar een goede headset kunt kopen. Covid-19 schijnt er overigens toe hebben bijgedragen dat minder VR-headsets worden verkocht (andere prioriteiten).

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *