Er zijn volwaardige alternatieven voor organisaties om online te communiceren met hun doelgroep

Organisaties zoals Bits of Freedom en Waag Future Lab roepen de Nederlandse overheid op om te vertrekken van de sociale media van Big Tech. Op LinkedIn pleit Marco Derksen voor een genuanceerde aanpak. Onder meer omdat er geen volwaardige alternatieven zouden zijn. Dat is wat mij betreft echter maar de vraag.

Overheid verlaat FacebookDe initiatiefnemers van de oproep noemen platforms als Facebook en X “een gevaar voor onze democratische rechtsstaat en vrijheid“. De achterliggende technologiebedrijven hebben volgens Bits of Freedom cs geen oog voor de gebruiker, maar vooral voor winstmaximalisatie. Hun beleid leidt tot verschraling van het publieke debat, polarisatie en het verspreiden van haat en desinformatie.

Marco erkent deze bezwaren, maar bepleit een gefaseerde transitie. Hij schrijft onder meer:

De overheid heeft een essentiële rol in het informeren van burgers. Het abrupt verlaten van platforms met miljoenen gebruikers kan juist schadelijk zijn voor de communicatie, zeker zolang er geen volwaardige alternatieven beschikbaar zijn.

Ik wil hier een paar opmerkingen bij plaatsen:

  • Er wordt al meerdere jaren bepleit voor meer druk op big tech-bedrijven die publieke waarden niet naleven. Logisch dat maatschappelijke organisaties de druk richting overheden opvoeren.
  • Uiteraard weten organisaties als Waag Future Lab dat “onmiddellijk” voor een overheidsinstelling betekent “tussen 6 en 18 maanden”, en dat op z’n minst een taskforce zich hierover moet gaan buigen.
  • Voor overheidsinstellingen zijn er alternatieven (individuele burgers, organisaties en bedrijven zijn een ander verhaal).

Laat ik wat alternatieven de revue passeren:

  • Berichten publiceren met RSS-functionaliteit. Om burgers te informeren, kun je prima online berichten publiceren. Die berichten kunnen bijvoorbeeld ook video’s of podcasts bevatten. Dat gebeurt al vele jaren. Burgers kunnen -veelal zonder licentiekosten- gebruik maken RSS-feedreaders zoals Innoreader. Zij kunnen zich abonneren op RSS-feeds van bijvoorbeeld Rijksoverheid.nl. Dit is misschien even wat werk, maar absoluut geen ‘raketwetenschap’. Het voordeel is dat niet een ontransparant algoritme bepaalt wat de burger krijgt te zien. De burger bepaalt wanneer hij/zij/hen wil kijken of er nieuws is, en welke berichten relevant zijn. De berichten verschijnen in chronologische volgorde en kunnen makkelijk worden gearchiveerd of gedeeld met anderen. Volgens Cory Doctorow is het gebruik van RSS één van de weinige acties die jij als individu kunt ondernemen tegen de macht van de grote technologie-platforms.
  • Uiteraard kun je je ook abonneren op emailservices. Je krijgt berichten dan ‘gepusht’. Ik vind het ‘pull-karakter’ van RSS juist erg prettig. Het publiceren van dergelijke berichten kost wel wat meer tijd dan het publiceren van berichten op social media. Dat moet onze overheid er maar voor over hebben. Daarnaast zouden ze het gebruik van RSS actief moeten bevorderen. Meer weten over RSS?
  • Burgers kunnen ook reageren op deze berichten. Je ziet de reacties dan in de context van het oorspronkelijke bericht staan. Overheidsinstellingen kunnen daar weer op reageren. Wellicht leidt dit tot minder spontane reacties, maar wel meer doordachte reacties (en minder gescheld). Bovendien kunnen overheidsinstellingen reacties zelf modereren (hetgeen wat anders is dan censuur toepassen). Bij een overheid die kritische reacties niet publiceert, zal de wal het schip keren.
  • Toepassingen zoals Mastodon. Dit is een sociaal medium met een zogenaamd federatief ontwerp. Je kunt een account nemen bij een van de vele servers, en toch elkaar volgen. Vergelijk het met mobiele telefonie. We gebruiken een andere provider, maar kunnen elkaar toch telefonisch bereiken (als we over elkaars nummer beschikken). Mastodon is ook in handen van een community, en niet eigendom van ‘big tech’-bedrijf of van een mallote miljardair. Er wordt geen gebruik gemaakt van ondoorzichtige algoritmes die bepalen wat jij te zien krijgt, of van advertenties. Er zijn al diverse organisaties die gebruik maken van Mastodon.
  • Signal in plaats van WhatsApp. Functioneel zijn deze applicaties vergelijkbaar. Signal kent alleen veel minder gebruikers. Door als overheidsinstelling echter overstapt naar Signal, dan stimuleer je het gebruik van deze applicatie ook en reduceer je de afhankelijkheid. Dit medium gaat dan meer ‘leven’ .

Zoals je ziet, noem ik BlueSky niet. Dat komt door de opzet het risico heeft het nieuwe Twitter te worden. Ik twijfel over BlueSky. Verder ben ik voorstander van het ontwikkelen van alternatieve sociale platforms, die wel zonder problemen voldoen aan de AVG, die haat en desinformatie niet tolereren en die geen verslavende eigenschappen hebben. De ontwikkeling hiervan moet m.i. ook bevorderd worden. Wellicht is dit een idee: Free Our Feeds wants to build a social media ecosystem ‘resistant to billionaire influence’

Tot slot: waarom is dit voor individuen en organisaties en bedrijven een ander verhaal?

  1. Het is ingewikkeld voor een individu om een heel netwerk te overtuigen om naar een alternatief over te stappen. Bovendien is het opzetten van een soort weblog voor veel individuen een hoge drempel.
  2. Anders dan overheden, hebben organisaties en bedrijven te maken met een ander speelveld. Als school A Instagram verlaat, en school B niet, dan wordt de instroom van school A bijvoorbeeld wellicht kleiner. Het zou wel een optie zijn als organisaties als de VO-Raad of MBO Raad zouden besluiten over te stappen naar alternatieven. Het afscheid nemen van Facebook, Instagram en TikTok kan uiteraard wel deel uit maken van lessen digitale geletterdheid 😉

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *