Wat zijn -terugblikkend op het ePortfolio Congres- volgens mij de belangrijkste trends op het gebied van het elektronisch portfolio?
Personalistisch leren
Sprekers uit verschillende landen benadrukten het belang van meer "studentgecentreerd" leren. De lerende moet veel centraler komen te staan bij de vormgeving van leerarrangementen. Er wordt zelfs gesproken over "personalized learning" (wat niet hetzelfde is als individueel, eenzaam, leren). Lerenden leren op heel verschillende manieren, zowel binnen als buiten de opleiding. Maatwerk is nodig.
De lerende moet ook zogenaamde 21 century skills ontwikkelen om zich in tijden van globalisering staande te kunnen houden. Het gaat bijvoorbeeld om kritisch denken, creativiteit en intellectuele nieuwsgierigheid, en zaken in een groter verband kunnen zien.
Het elektronisch portfolio is een instrument dat kan worden ingezet om persoonlijke leertrajecten -"lifelong and lifewide"- mee vorm te geven. Het elektronisch portfolio geeft jouw "learning journey" weer. Veel organisaties zetten het portfolio nadrukkelijk ook in voor samenwerkend leren. Jij kunt anderen uitnodigen om daarover met jou gedachten te wisselen. Tevens wordt zichtbaar gemaakt in hoeverre jij beschikt over noodzakelijke geachte bekwaamheden.
Interoperability en portability
Er wordt veel aandacht besteed aan de mogelijkheid om data uit portfolio’s platformonafhankelijk te houden. Je zou dus je gegevens uit het ene portfoliosysteem moeten kunnen halen, om het in een ander portfoliosysteem te kunnen stoppen. Dat is ook belangrijk om je portfolio een leven lang mee te kunnen nemen (en te gebruiken).
Persoonlijk vind ik dit een belangrijk aandachtspunt voor de Universiteit Utrecht. Tot dusver hebben we daar onvoldoende oog voor, terwijl dit wel belangrijk is als het portfolio een belangrijk instrument wordt binnen het human resource beleid van arbeidsorganisaties.
Nog een lange weg te gaan
Tijdens zo’n congres kom je natuurlijk voor enthousiaste -zelfs "gelovige"- mensen tegen. Toch staat het onderwijs en de HR-wereld volgens mij nog maar aan het begin van een lange weg. Het vreemde is dat rondom een bepaald instrument er een apart international congres wordt georganiseerd, terwijl het gaat om een onderwijstransformatie:
- gepersonaliseerd leren, zonder dat sprake is van individueel leren;
- een leerproces waarbij instructie, constructie en evaluatie zoveel mogelijk zijn geïntegreerd;
- rekening houdend met individuele behoeften èn eisen die een organisatie en de professie stelt;
- een leven lang, je hele leven alomvattend, steeds aan verandering onderhevig.
Het elektronisch portfolio kan hier een belangrijke rol in vervullen, maar doet dat nog niet in volle breedte. Docenten hebben nog vaak weerstand tegen meer student-gecentreerd onderwijs. Onderwijsorganisaties ervaren nog problemen met bijvoorbeeld het beoordelen van reflecties en zij ervaren spanningen tussen het beoordelen en begeleiden. Van een volwaardige plek in het curriculum is vaak nog geen sprake.
Volgens mij zou je overigens een begin kunnen maken met deze verbreding door niet alleen de enthousiaste adviseurs, ontwikkelaars, managers en gebruikers naar een dergelijk congres te sturen, maar ook de wat argwanende docenten.
Invoeringsstrategieën
Top down en bottom up. Beide benaderingen van het invoeren van het elektronisch portfolio ben ik tegen gekomen. Marcel Kemper van Hogeschool InHolland vetelde bijvoorbeeld van hun top down, modelmatige, implementatiestrategie. Na de fusie, met als resultaat InHolland, werd een einde gemaakt aan de duizend bloeiende bloemen-aanpak. Er zou één digitale campus moeten komen. Op centraal niveau is toen gekeken naar de waardeketen van de organisatie, naar het onderwijs als bedrijfsproces. Er is een organisatiestrategie geformuleerd en een onderwijsconcept beschreven. Vervolgens zijn alle processen binnen de organisatie geanalyseerd en gekeken welke applicaties de organisatie nodig heeft om deze processen te ondersteunen. De keuze voor het elektronisch portfolio was dus de uitkomst van de analyse van het bedrijfsproces.
Vervolgens is gedefinieerd welke functies men nodig heeft in zo’n portfolio (denk aan een functie waarmee informatie opgeslagen kan worden). Op basis van het zo ontstane functioneel ontwerp is een elektronisch portfolio ontwikkeld (als onderdeel van de portal die met behulp van Microsoft Sharepoint is vormgegeven). Ten behoeve van de implementatie is een omvangrijke projectorganisatie ontwikkeld. Daarbij is fors geïnvesteerd in training van alle docenten. Inmiddels heeft 35% van de 16 schools van InHolland het elektronisch portfolio breed ingevoerd.
Tijdens het ePortfolio congres ben ik ook een andere meer ontwikkelgerichte benadering tegen gekomen. De universiteit van Wolverhampton was bijvoorbeeld prominent aanwezig met enkele vreselijk enthousiaste sprekers. Zij bieden een -zelf ontwikkeld- elektronisch portfolio als faciliteit aan (niet als verplichting). Een belangrijk principe is dat het portfolio nauw moet aansluiten bij de werk/ en leerprocessen van de organisatie. Ze hanteren daarbij ook als uitgangspunt dat het maken van een portfolio ook leuk moet zijn. Daarom hebben zijn een mooi vormgegeven -Flash technologie- portfolio gemaakt. Studenten beschrijven hun ontwikkeling in het portfolio (in de vorm van een essay, een "learning journey", onder meer met behulp van meaforen). Andere studenten en de tutor reageren op bijdragen (vaak erg uitgebreid). Daarnaast gebruiken stafleden deze applicatie ook voor hun eigen professionele ontwikkeling. Resultaat- en ontwikkelingsgesprekken worden aan de hand van informatie uit het portfolio gevoerd. Ook nu geldt weer dat dit niet verplicht is. Ongeveer 25% van de docenten doet nu (na ongeveer een jaar) enthousiast mee. Een ander kwart ziet het helemaal niet zitten. Overigens gebruikt de leidinggevende ook een elektronisch portfolio voor haar eigen professionele ontwikkeling.
Overheidsbemoeienis
Ik vond het opvallend dat de Engelse overheid een actieve rol speelt op het gebied van het elektronisch portfolio. Het maakt deel uit van de nationale "e-strategy", in het bijzonder van de beleidsprioriteit "a collaborative approach to personalised learning activities". Het elektronisch portfolio wordt gezien als een instrument om een persoonlijke online leerruimte mee vorm te geven. De Engelse overheid kijkt eerst naar wat de e-learning markt, de onderwijssectoren en onderwijsinstituten op dit terrein doen, en vervolgens naar wat de overheid dan nog moet doen om het gebruik van het elektronisch portfolio te bevorderen. Hun rol is een faciliterende, gericht op het weghalen van belemmeringen. De Engelse overheid wil bijvoorbeeld bevorderen dat portfolio’s "accessible, usable, portable and secure" zijn, aldus dr. Anne Wright van het department for education and skills.
Dominant in hoger onderwijs
De meeste voorbeelden waren afkomstig uit het hoger onderwijs, met name uit de lerarenopleiding en uit het medische onderwijs. Maar het portfolio wordt ook gebruikt in andere onderwijssectoren. Ik heb grosso modo geen wezenlijke verschillen kunnen ontdekken in de manier waarop het portfolio binnen de verschillende sectoren wordt toegepast (repository met producten en bewijsmateriaal van het eigen kunnen, instrument om de ontwikkeling zichtbaar te maken, middel om op je eigen ontwikkeling te reflecteren). Binnen het post-initiële opleiden is het portfolio ook in opkomst (performance management). Binnen organisaties, maar ook binnen beroepsgroepen. Zo heeft de Engelse overheid een portal laten maken voor Professional and Career Development" van docenten. In Engeland gebruiken ze een standaard lijst met bekwaamheden waaraan een docent moet voldoen. Docenten kunnen analyseren in hoeverre dat ze aan deze standaard voldoen, en hoe ze aan deze bekwaamheden kunnen werken. Zij kunnen hun ontwikkeling bijhouden en er op reflecteren. Het is niet mogelijk om zelf leerdoelen te formuleren of om anderen uit te nodigen om feedback te geven op jouw "portfolio".
Eerdere bijdragen:
- ePortfolio congres: leermomenten
- Saved by the bell?
- Reflecties stimuleren
- Helen Barrett en 21 century skills
- Voordelen ePortfolio revolutie
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie