De Online Educa Berlijn begon traditioneel te laat. Na het uitgebreide welkomstwoord van de dagvoorzitter mocht Neelie Kroes de eerste inhoudelijke bijdrage leveren. Zij is verantwoordelijk voor de digitale agenda van de Europese Commissie. Zij illustreerde dat delen de beste voorwaarde voor competitie is geworden. Dat is een volstrekt nieuwe mindset, aldus Kroes.
Kroes illustreerde de snelle economische en technologische ontwikkelingen van de laatste dertig jaar. Zij gaf een paar voorbeelden van de potentie van ICT voor het onderwijs. Opvallend was dat de voorbeelden Zuid-Korea en Naïrobi betroffen. Waarom is het onderwijs in Europa nog zo weinig veranderd, ondanks de digitale revolutie, zo vroeg Kroes zich af. Zonder risico nemen bereik je niet dat elke Europeaan in 2013 ‘digitaal’ is, stelde zij. Als we de potentie van technologie voor meer flexibel leren niet benutten, missen we kansen. Neelie Kroes pleitte voor drie acties.
1) We moeten digitale geletterdheid hard aanpakken. Ook door de ICT-sector aantrekkelijker te maken voor vrouwen.
2) We moeten alle mogelijkheden voor fondsen en ondersteuning gebruiken.
3) Alle belanghebbenden moeten betrokken worden bij de ontwikkeling en implementatie van ICT. Beslissers moeten overtuigd worden dat ICT een investering is, en geen kostenpost. Docenten en lerenden moeten invloed krijgen op de ontwikkeling van educatieve technologie.
Tenslotte pleitte de Europees Commissaris voor een versnelling van innovatie.
Peter Nowak is technologiejournalist (http://www.wordsbynowak.com). Hij kijkt vooral naar de invloed van ICT op het gedrag van mensen en op de samenleving. Hij ging in op de invloed van fast food op technologische ontwikkelingen, en sloeg vervolgens een brug naar leren.
Voedseltechnologie is een van de belangrijkste economische ontwikkelingen. Voedseltechnologie heeft bijvoorbeeld in Mexico geleid tot bestrijdings van voedseltekorten (resistent maken van graan). De economische groei van India is gestart met de introductie van de zogenaamde groene revolutie. Volgens Nowak neemt globale armoede ook af. Ondervoeding neemt bijvoorbeeld af, ondanks de economische crisis.
Hoe staat het dan met het onderwijs, vroeg Nowak zich af. Deelname aan het onderwijs neemt nog steeds toe, terwijl we globaal gezien een tekort van 8 miljoen docenten hebben. Dat vraagt om andere systemen en attitudes. Veel mensen hebben nog steeds het beeld dat leren in een klas plaats moet vinden. Hij pleitte voor ‘entrepreneurial learning’, waarbij kinderen ook van en aan elkaar leren. Als voorbeeld gaf hij het ‘hole in the wall’- project van Sugata Mitra. Deze manier van zelfgeorganiseerd leren moeten kinderen nog leren.
Leren is volgens Nowak een instinctief proces. Technologie maakt entrepreneurial leren mogelijk. Entrepreneurialism (ondernemerschap, creativiteit) zou dan een belangrijk element van curricula moeten zijn.
Zonder Google en Wikipedia zijn wij stom. Dat was de stelling van de tweede spreker, journalist John Bohannon. Wij gebruiken Google als transactive geheugen om niet alle zaken meer te hoeven onthouden. Als je antwoorden op triviale vragen wilt weten, gebruik je vaak Google of Wikipedia. Bohannon illustreerde deze stelling met een aantal experimenten. Daaruit bleek o.a. dat studenten beter onthouden waar zij antwoorden op vragen kunnen vinden, dan dat deze studenten de antwoorden zelf onthouden.
Bohannon liet ook zien hoe Google en Wikipedia kunnen worden gebruikt voor onderzoeken die eerder niet plaats konden vinden. Wikipedia bevat veel meer informatie over personen dan andere publicaties tot dusver bevatten. Wikipedia is echter ook selectief in het opnemen van feiten. Wees daarom terughoudend met het citeren van Wikipedia. Google heeft ook 15% van alle boeken ter wereld via het n-gram initiatief ontsloten. Deze databank wordt nu ook voor onderzoek gebruikt. Ook liet hij zien hoe gemakkelijk je detailinformatie over personen via Google kunt vinden, waarbij bronnen vaak ontbreken. Een riskante ontwikkeling, vindt Bohannon. Informatie via Wikipedia en Google is allesbehalve neutraal en objectief.
Bohannon bracht zijn kritische bijdrage op een humoristische manier. Hij maakte duidelijk dat we ons niet te afhankelijk mogen maken van Google en Wikipedia.
Jeff Borden van Pearson mocht de plenaire sessie afsluiten. Hij benadrukte het belang van leeromgevingen (uiteraard, vanuit zijn positie). Daarbinnen zou sprake moeten zijn van tell, show, do, review en ask (met aandacht voor meer vertrouwen krijgen en meer kennis ontwikkelen). Binnen veel elektronische leeromgevingen is echter vaak alleen sprake van tell, show en ask (en dan vooral vragen naar kennis). Hij benadrukte ook in een razend tempo het belang van het gebruik van data, bijvoorbeeld voor het voorspellen van uitval (om daar vervolgens actie op te ondernemen) of voor het analyseren van sociale interacties. Wij beschikken namelijk over veel data uit systemen die lerenden gebruiken, en over geavanceerde analysemogelijkheden. Borden sprak over datamining binnen het onderwijs, maar doelde natuurlijk op learning analytics.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie