Enkele opmerkingen bij de keynote van Dirk Van Damme tijdens de EPIC

Van 30 mei tot en met 1 juni 2022 vond in Rotterdam de Educational Pioneers and Innovators Conference (EPIC) plaats. Eén van de keynotesprekers was Dirk Van Damme. In zijn inleiding wees hij op de verwevenheid van digitalisering met andere belangrijke ontwikkelingen. Ik wil een aantal opmerkingen plaatsen bij zijn betoog.

CD Rom revolutionIk hoorde pas laat van het bestaan van deze conferentie. Het lukte me daarom niet om er fysiek bij te zijn. Ik was met name geïnteresseerd in de bijdrage van Dirk Van Damme. Hij is onderwijswetenschapper, voormalig hoofd van het van de OECD. Op dit moment is hij

Gelukkig had ScienceGuide al snel een artikel over deze keynote gepubliceerd. Verleden week heb ik zijn keynote op YouTube bekeken (vraag me niet waarom deze op ‘verborgen’ staat).

Een aantal zaken valt me op in zijn betoog:

  • Van Damme stelt terecht dat digitalisering intensief verbonden is met andere ontwikkelingen. Digitalisering in het onderwijs zal pas echt doorbreken als andere ontwikkelingen serieus worden genomen. Eén van die ontwikkelingen is de noodzaak om meer aandacht aan belangrijke vaardigheden te besteden binnen curricula. Een andere ontwikkeling is een leven lang ontwikkelen. Technologie alleen heeft inderdaad tot nu toe nog nooit geleid tot grote veranderingen op het gebied van leren, opleiden en onderwijs. Van heel wat technologische ontwikkelingen is voorspeld dat zij “will revolutionize education” (de CD Rom, internet op zich, iPads, MOOCs, AI, enzovoorts). Zonder veranderingen op andere terreinen, zal digitalisering binnen het primaire proces inderdaad niet echt doorbreken.
  • Het is natuurlijk de vraag wat je verstaat onder ‘doorbreken’ en onder ‘onderwijs’. Ondersteunende onderwijsprocessen (zoals inschrijven) zijn m.i. wel op grote schaal gedigitaliseerd. Daarnaast heeft digitalisering wel bijgedragen aan bepaalde verbeteringen, zoals de mogelijkheid om leermateriaal en leeractiviteiten gestructureerd via een LMS toegankelijk te maken. Van grootschalige innovaties, zoals het bereiken van nieuwe doelgroepen, is nog niet echt sprake.
  • Van Damme heeft de laatste tien jaar als scope van zijn betoog genomen. Hij stelt dat in die tijd vooral ging om technologie en niet om didactiek. Ik ben dat niet helemaal met hem eens. Robert-Jan Simons werd volgens mij in 2003 hoogleraar op het gebied van didactiek in een digitale context. Er zijn voor 2010 meerdere publicaties over ‘digitale didactiek’ verschenen. De invloed hiervan op het onderwijs had groter moeten zijn. Bovendien impliceerde de opkomst van de zogenaamde ‘xMOOCs’ rond 2012 didactische gezien een stap terug. Er was m.i. in elk geval al eerder dan in 2017 aandacht voor didactiek (en ook voor digitale vaardigheden).
  • Van Damme bekritiseert de massive open online courses. Hij gaat daarbij wat mij betreft wat kort door de bocht. Op de eerste plaats heeft hij alleen oog voor de MOOCs die gericht waren op het verstrekken van informatie. De eerste MOOC -van George Siemens en Stephen Downes- kende een heel ander didactisch concept. Bovendien zijn MOOCs in de loop der jaren didactisch gezien ook geëvalueerd (in de video erkent hij dat aan het eind ook). Op de tweede plaats vergelijkt hij MOOCs met reguliere hoger onderwijs-cursussen en wijst hij op de vele uitvallers. Volgens mij wordt al een tijd erkent dat je MOOCs niet zo maar kunt vergelijken met regulier aanbod. De beweegredenen van inschrijvers verschillen. Niet iedereen neemt deel met de bedoeling de online cursus ook formeel af te ronden.
  • Dirk Van Damme benadrukt terecht het belang van bepaalde vaardigheden, waar binnen het onderwijs onvoldoende aandacht voor is (zoals kritische denkvaardigheden). Kennis moet tot vaardigheden leiden. Het gaat vooral om niet-routinematige vaardigheden.
  • Van Damme legt een sterke nadruk op het belang van een leven lang ontwikkelen. Instellingen voor hoger onderwijs zouden actiever moeten zijn op dit terrein. Ik deel die mening. Dat vraagt m.i. ook om een ander type aanbod. Je kunt niet zo maar je bestaande cursussen online aanbieden in de hoop dat je hiermee meer volwassenen bereikt. Bij de inhoud zul je meer moeten aansluiten op de (werk)ervaringen en werksituatie van lerenden. De inhoud moet zeer toepasbaar zijn en duidelijk afgebakend (geen theorie als doel op zich). Ook afgebakend in tijd (bijvoorbeeld een programma van zes weken met een belasting van 3-4 uur per week). Er zijn al instellingen hiermee actief (ik denk aan Your Academy van de Open Universiteit). De inspanningen vallen echter in het niet bij het reguliere onderwijs.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *