Michael Feldstein geeft Glen Moriarty, CEO van NIXTY, de gelegenheid aandacht te schenken aan de mogelijkheden en belemmeringen van web 2.0 voor elektronische leeromgevingen (ELO) en leermanagementsystemen. Volgens Moriarty maken ELO’s nog steeds onvoldoende gebruik van de sterke kanten van web 2.0. In deze bijdrage gaat hij in op drie ‘krachten’ van web 2.0, die toegevoegde waarde kunnen hebben voor ELO’s, met het oog op het faciliteren van open education.
Hij pleit er op de eerste plaats voor dat ELO’s OpenSocial-compliant zijn, zodat applicaties binnen verschillende ELO’s kunnen worden geïntegreerd. Moriarty wil vooral applicaties gebruiken die appelleren aan de intrinsieke motivatie van lerenden. Hij denkt daarbij aan educatieve games, die competitie tussen bevorderen. Veel lerenden worden geprikkeld door competitie (al ken ik mensen die principieel tegen competitie in relatie tot leren zijn). Ik krijg de indruk dat Moriarty daarbij uitgaat van contentloze games: je moet dus verschillende ‘leerinhouden’ binnen de game kunnen onderbrengen. Ik ben benieuwd of dat mogelijk is.
Op de tweede plaats pleit Moriarty voor het gebruik van Open ID. Open ID stelt gebruikers in staat met één digitale identiteit in te loggen bij en gebruik te maken van verschillende web 2.0-toepassingen.
What does this have to do with online learning? It signals a trend and shift away from the institution and towards the individual learner.
Open ID in relatie tot ELO’s impliceert bijvoorbeeld dat jij als individu een account hebt bij een ELO, en niet via je school, instelling of bedrijf. En dat account is dus ook niet gebonden aan het behalen van een diploma. Jij als lerende kunt bepalen hoe lang je toegang wilt houden tot een ELO. Open ID regelt dat, en niet de Active Directory van een organisatie (zoals nu vaak het geval is). Uiteraard zal dit gevolgen hebben voor het business model van de ELO. En dat is niet van vandaag op morgen geregeld.
De derde ‘kracht’ van web 2.0 is Open Educational Resources (OER) oftewel OpenCourseWare. Moriarty pleit er voor om OER in combinatie met ‘sociaal leren’ te gebruiken. Dus niet om als individu OER zelfstandig te consumeren.
Using SCORM, sequenced learning/lessons, wikis, blogs, discussion posts, and groups, around this material will help free it and make it more accessible to others.
Moriarty verbindt wat mij betreft op een goede manier drie belangrijke web 2.0-krachten aan de ontwikkeling van ELO’s. Heel vaak gaat het bij de relatie tussen ELO’s en web 2.0 om het integreren van functionaliteiten zoals blogs of wiki’s. Moriarty heeft een andere invalshoek gekozen. En niet de meest gemakkelijke. Dat is te prijzen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie