Martin Weller geeft een opvallende typering van de elektronische leeromgeving (ELO). Hij beschouwt een ELO als een eerste stap in een langdurig proces waarbij ICT binnen het onderwijs wordt ingebed. Dat betekent volgens hem dat deze instrumenten per definitie niet al te ver mogen afstaan van de bestaande onderwijspraktijk.
Het gevaar is volgens Weller echter dat ELO's geen eerste stap zijn, maar tegelijkertijd de eindbestemming van de ontwikkeling van ICT in het onderwijs. Weller stelt ook:
The journey needn’t necessarily be onto another technology, it can be making better use of the existing one. But realizing that your practice with these technologies is always evolving is the key I suspect, and that completing the training course is not the end point.
Weller's bijdrage sluit nauw aan bij mijn pleidooi dat je bij de invoering van technologie in het onderwijs nauw moet aansluiten bij de 'zone van naaste ontwikkeling' van docenten en organisaties (zowel wat betreft didactiek en ICT). Tegelijkertijd ben ik wel van mening dat we voor ander onderwijs, andere technologieën nodig hebben.
Dat kunnen ELO's zijn. Want ELO's veranderen ook, al verloopt dit proces -net als bij onderwijsinnovatie- langszaam zoals onlangs bleek. Hopelijk kunnen we over een aantal jaren zeggen:
It's an ELO, Jim. But not as we know it.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie