De kans is aanwezig dat aanbieders van massive open online courses in de toekomst overstappen naar goedkope online cursussen. Sowieso is het goedkoop aanbieden van online cursussen een ontwikkeling om in de gaten te houden.
Vanochtend las ik een artikel waarin hoogleraar John Mitchell de verwachting uitspreekt dat MOOC-aanbieders in de toekomst een gering bedrag zullen gaan vragen voor online cursussen die gebruikt kunnen worden voor professionalisering van medewerkers. Daarbij gaat het dan om cursussen die op grote schaal zullen worden gebruikt. Cursusaanbieders kunnen de ontwikkeling en uitvoering dan financieren uit deze inkomsten.
Mitchell is niet zo maar een hoogleraar. Hij is nauw betrokken bij het MOOC-programma van de Stanford University: mondiaal één van de voorlopers op het gebied van MOOCs.
Hij benadrukt dat universiteiten ook andere doelen met MOOCs hebben, zoals het zichtbaar maken van expertise die op basis van onderzoek is ontwikkeld.
Mitchell verwacht dat MOOCs die gericht zijn op het dissemineren van onderzoek en andere expertise gefinancierd blijven uit fondsen en onderzoeksgelden. Daarnaast zullen cursussen worden aangeboden die specifieker gebruikt zullen worden voor professionalisering van medewerkers. Deze cursussen zijn dan niet meer gratis, maar wel veel goedkoper dan het reguliere universitaire aanbod. Het cursusgeld zou dan tevens de vrijblijvendheid van MOOCs kunnen beperken en de ‘uitval’ reduceren.
In feite doelt professor Mitchell op het iTunes-model: je houdt het bedrag per liedje (lees: cursus) laag, en hebt dan een grote groep klanten (lees: betalende deelnemers) nodig om uit de kosten te komen. Mitchell spreekt dan ook terecht van “high volume” cursussen. Als de ontwikkel- en uitvoeringskosten voor een cursus bijvoorbeeld € 40.000 bedragen, en het bedrag per cursus € 25, dan heb je 1600 betalende deelnemers nodig.
Ik verwacht dat de belangstelling voor deze goedkope grootschalige cursussen veel geringer zal zijn dan voor de gratis MOOCs. Dit model zal slechts voor een beperkt aantal universitaire cursussen toepasbaar zijn, vermoed ik. Ik vraag me bijvoorbeeld af of dit model ook voor Nederlandstalige cursussen hoger onderwijs toepasbaar zal zijn.
Op andere terreinen, dan het hoger onderwijs, zie je deze ontwikkeling ook terug. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de HEMA Academie of aan het aanbod van het bedrijf GoodHabitz. Deze laatste organisatie hanteert overigens het Spotify-model, in plaats van het iTunes-model. Bij GoodHabitz betaal je een vast bedrag per maand waarna je toegang hebt tot een scala aan algemene e-learning cursussen (bijvoorbeeld op het gebied van persoonlijke effectiviteit, office of communicatie). Je moet afnemers dan wel een breed, frequent veranderend, palet aan cursussen aanbieden. Ik vraag me af of het hoger onderwijs daar geschikt voor is.
Ik deel John Mitchells’ verwachting dat MOOCs niet zullen verdwijnen, maar dat MOOCs wel selectiever zullen worden aangeboden. Daarnaast zullen we online cursussen kennen, die sterk variëren in prijs. De variëteit van het aanbod wordt daarmee groter.
Maar laten we ook afspreken geen aparte afkorting te gebruiken voor goedkope, grootschalige online cursussen. Het zijn in elk geval geen MOOCs.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
GGOS(siemijne), geen nieuwe afko voor dit type cursussen 😉
Ik zou geholpen zijn met een simpel tabelletje waarin de verschillen en overeenkomsten komen te staan tussen MOOC’s en (goedkope) online cursussen…
Maar wel mooi om te pinnen als begrip:
COOC’s
Staat voor Cheap Open Online Courses!
Je mag hem gaan gebruiken:-)
Willem, wellicht dat een blogpost van mij het door jou gevraagde overzicht geeft: http://robertschuwer.nl/blog/?p=721