Hua Zheng beschrijft hoe de combinatie van korte video’s en activerende werkvormen kunnen leiden tot rijke, boeiende leerervaringen waardoor lerenden goede leerresultaten behalen.
Zheng start met een casus en behandelt daarna:
- Wat een ‘microlecture’ is?
- Hoe je activerende werkvormen kunt combineren met microlectures.
- Hoe je microlectures kunt ontwikkelen.
In een microlecture legt een docent via video in maximaal tien minuten een enkel concept of vaardigheid toe. Kortere video’s houden lerenden beter betrokken dan langdurende video’s, stelt Zheng. De docent is bij deze video’s in beeld waardoor een gevoel van verbondenheid wordt bevorderd. Dat kan uitval helpen voorkomen. Daarnaast ervaren lerenden dankzij deze aanwezigheid minder cognitieve belasting.
Microlectures bevatten ook activerende werkvormen. Lerenden worden geconfronteerd met misconcepties en zij worden aangemoedigd nieuwe informatie te verbinden met bestaande kennis. De docent start ook met een duidelijk overzicht van het onderwerp, de leeruitkomsten, de instructiematerialen en de leeractiviteiten (dat is een voorbeeld van een ‘advance organizer’).
Bij de activerende werkvormen behandelt Zheng:
- Bouw binnen de video korte pauzemomenten in en laat lerenden leertaken uitvoeren (zoals een visueel diagram bestuderen). Je kunt lerenden vragen de video stop te zetten of zelf een timer gebruiken. Video’s met pauzes blijken leerzamer te zijn dan video’s zonder pauzes.
- Bouw interactieve quizzen in op specifieke momenten. Afhankelijk van de gebruikte technologie kunnen lerenden ook feedback krijgen op de antwoorden en vragen opnieuw maken.
- Gebruik taken die vereisen dat lerenden antwoorden opschrijven, bijvoorbeeld op een discussieforum. Eventueel kun je, dankzij een LTI-integratie, lerenden ook samen aan een document laten werken waarin zij moeten reflecteren op de leerstof of de leerstof moeten uitleggen.
- Geef lerenden de tijd om aantekeningen te makend bijvoorbeeld in de vorm van een mindmap of in de vorm van een samenvatting volgens de Cornellmethode.
Bij het ontwikkelen van microlectures onderscheidt de auteur de volgende stappen:
- Ontwikkelen van de presentatie, waarbij je woorden en beelden slim combineert. De eerste twee slides gebruik je om onderwerp en leeruitkomsten toe te lichten.
- Opnemen van de presentatie aan de hand van een script. Het maakt niet uit als je struikelt over woorden, maar je moet niet breed uitweiden.
- Verstrekken van de video. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld in het kader van de flipped classroom. Zorg er via een heldere titel, een omschrijving en trefwoorden ervoor dat lerenden de video snel kunnen vinden.
- Ondertitel de video zodat de video toegankelijk is voor alle lerenden. Dat kan automatisch, al is automatisch vertalen niet zonder fouten. Een uitgeschreven transcript werkt beter. Je kunt deze transcripties vaak ook uploaden naar een videoplatform.
Hua Zheng onderbouwt de bijdrage met diverse onderzoeksartikelen. Bij elke uitspraak verwijst zij naar een dergelijke bron.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Korte video’s zijn inderdaad dankbaar om inhoud helder te maken, vooral als lesopener dan. Zelf in beeld komen in de video heeft dan weer weinig voordelen. Een voice-over bij de beelden is voldoende.
De flipped classroom is een geflipt idee dat alleen kan werken bij (zeer) hoog gemotiveerde lesgroepen.
Kortere video’s kun je inzetten in micro-lessen in combinatie met directe instructie (met feedback), maar niet met activerende werkvormen. Dan wordt het chaos.