De afgelopen dagen heb ik weer veel indrukken opgedaan tijdens de Online Educa Berlijn. Van alle sessies die ik heb bijgewoond, heb ik verslag gedaan. Deze blogpost bevat een meer beschouwende terugblik op dit congres met verwijzingen naar de individuele bijdragen.
Mijn samenvattende conclusie is dat deze 22ste editie absoluut de moeite waard was, enkele individuele bijdragen uitgezonderd. Zoals verwacht heb ik geen nieuwe ontwikkelingen gezien, maar wel waardevolle ervaringen gehoord (ook buiten de formele sessies om). Ik ben weer blij dat ik geweest ben.
Je realiseert je weer dat nieuwe technologische ontwikkelingen om een lange adoptie-tijd vragen. Het duurt ook vaak een hele tijd voordat ontwikkelingen daadwerkelijk toepasbaar zijn. Dat geldt voor onderwijsinstellingen en voor leren binnen arbeidsorganisaties. Bovendien kom je overal vergelijkbare barrières voor de implementatie tegen, die te maken hebben met de clusters van factoren die ik in mijn implementatiemodel onderscheid.
Desalniettemin is volgens mij een langzame verschuiving naar andere manieren van leren zichtbaar waarbij de lerende een meer actieve rol krijgt en het werk van docenten en L&D-functionarissen aan verandering onderhevig is. Het is en blijft in elk geval een boeiend vakgebied.
- De sfeer was goed, de diversiteit is zeer plezierig. Op donderdagavond ben ik traditiegetrouw met een groep van 12 mensen gaan eten. Eén van de deelnemers -voor het eerst bij de Online Educa- noemde deze conferentie zelfs ‘gezellig’. De wifi was weer voor verbetering vatbaar en de ruimtes waren veel te warm. Sommige dingen veranderen nooit. Wel valt op dat de organisatie veel moeite doet om interactie te bevorderen en afwisselende formats te gebruiken.
- ‘Owning learning’ was één van de centrale thema’s van deze Online Educa Berlijn. Wie is eigenaar van het leren? Het politiek correcte antwoord is: ‘de lerende’. Roger Schank maakte al snel duidelijk dat dit ‘wishful thinking’ is. En door de toepassing van kunstmatige intelligentie is het maar de vraag of lerenden ooit echt in alle vrijheid kunnen kiezen. Diana Laurillard illustreerde ook dat er veel ‘drivers’ en belanghebbenden zijn die van invloed zijn op ‘eigenaarschap’. Alec Couros en Mark Surman wezen op het ‘web literacy’ als voorwaarde om eigenaar te kunnen zijn.
Ik denk eerlijk gezegd ook dat het inderdaad te simplistisch is om te veronderstellen dat lerenden alleen eigenaar kunnen zijn van hun eigen leren. Daarvoor is de wijze waarop bepaald en beïnvloed wordt wat en hoe geleerd wordt, te ingewikkeld. Wel zou de invloed van lerenden op hun leren een stuk groter moeten zijn dan nu vaak het geval is. - Het is zo langzamerhand een traditie geworden dat het onderwijs er tijdens de Online Educa Berlijn van langs krijgt. Roger Schank spande dit jaar de kroon, en ik heb begrepen dat Jef Staes zich ook niet onbetuigd liet op dit gebied. Ik heb aan mensen uit het onderwijs gevraagd wat zij hiermee kunnen. ‘Zet aan tot denken’, ‘prikkelt, ‘ik houd er wel van om uitgedaagd te worden’. Dat zijn reacties. Maar er zijn ook mensen die vinden dat deze onderwijscritici geen goed beeld hebben van het onderwijs. Ik merk ook weinig effect van deze kritiek in de praktijk. Nota bene: we moeten ons er ook wel bewust zijn dat veel van die kritiek uit libertaire hoek komt. Zij leggen erg veel nadruk op eigen verantwoordelijkheid, en hebben weinig oog voor maatschappelijke achterstelling. Aan de andere kant: de toegankelijkheid kan beter (de ongelijkheid binnen ons onderwijs neemt toe), de manieren van toetsen en beoordelen zouden anders moeten, talenten zouden beter benut moeten worden, er zou meer rekening gehouden moeten worden met de grote diversiteit aan behoeften en achtergronden, de effectiviteit kan beter, en ook de aantrekkelijkheid. Het engagement van lerenden zou echt verbeterd moeten worden. Eén van de door mij bezochte sessies ging daar over. Uit mijn verslag kun je diverse tips halen. ‘Agency’ neemt hierbij een centrale positie in: stel lerenden in staat om onafhankelijk te opereren en zelf keuzes te maken. Tijdens de openingssessie van dag twee werd ook benadrukt dat blended learning, open en connected learning kunnen leiden tot meer effectief en aantrekkelijk onderwijs. Hier werd ook door Diana Laurillard aangegeven wat dit betekent voor het werk van een docent. En dat is best wel wat. Zie foto.
- Kunstmatige intelligentie was waarschijnlijk de belangrijkste trends van dit jaar. Verschillende sessies gingen er over, tijdens de opening was hier veel aandacht voor en tijdens het debat werden de degens gekruist over de vraag of docenten vervangen moeten worden door kunstmatige intelligentie. Ontwikkelingen op dit terrein gaan snel, maar concrete toepassingen binnen onderwijs en opleiden zijn nog schaars. Neem de ontwikkeling van chatbots. Wat ik wel een mooi argument vind, is dat expert-software dankzij chatbots toegankelijk wordt voor niet-experts. Tegelijkertijd kunnen chatbots moeilijk om gaan met de manier waarop mensen vragen stellen. Opvallend was ook dat veel aandacht was voor de beperkingen van kunstmatige intelligentie. Lees wat Tricia Wang er over zei tijdens de opening, of bekijk de argumenten tijdens het debat.
- Nog steeds is vaak sprake van ‘jumping to solutions’ als het gaat over de inzet van leertechnologie. Ik heb hier, tijdens gesprekken, voorbeelden van gehoord. Leidinggevenden binnen bedrijven die vragen om een serious game, zonder na te denken of dit middel wel antwoord geeft op de vraagstukken waar zij mee geconfronteerd worden. Ik heb mede daarom een checklist ontwikkeld die moet helpen kritisch na te denken over leertechnologieën. Jane Bozarth ging eveneens op dit onderwerp in. Zij concludeerde dat je je drie dingen moet afvragen bij nieuwe technologie: Wat wil je doen?, welke tools hebben de meeste betekenis? en waar gaat het bij de tool echt om? Kijk voorbij het ‘normale’ gebruik (niet hoe gebruikers technologieën inzetten, maar wat er daadwerkelijk ook mee kan).
- Jo Cook van Training Journal vertelde onder meer over hun ervaringen om lerenden meer te ‘engagen’ bij hun blad. Interactieve webinars spelen daarbij een belangrijke rol. Jo deelde succesfactoren en leerpunten. Doe er je voordeel mee.
- Ik heb twee keer ongeveer een uur over de beurs gelopen. Dat is eigenlijk te weinig. In die tijd heb ik namelijk maar een paar initiatieven echt goed kunnen bekijken. Zoals het Duits-Egyptisch bedrijf Shift Business dat onder meer een schil bovenop bestaande leermanagement systemen heeft ontwikkeld, waardoor de gebruikersvriendelijkheid van deze e-learning oplossingen wordt verbeterd en de functionaliteit wordt versterkt. Ook hebben zij een ‘blended’ leermanagement systeem ontwikkeld waarmee zij ook face-to-face leeractiviteiten kunnen volgen. Verder viel op dat Desire2Learn en Instructure met Canvas dit jaar veel prominenter dan ooit op de beurs aanwezig waren. Desire2Learn claimt zich van andere digitale leeromgevingen te onderscheiden met learning analytics-mogelijkheden. GoodHabitz was er volgens mij voor het eerst. Zij proberen nu ook de Duitse markt te bestormen met hun online trainingen. In het persbericht vergelijken ze zich helaas met Netflix en Spotify.
- In vergelijking met verleden jaar heb ik overigens niet echt andere type aanbieders op de beurs gezien. Simulaties, online content(ontwikkeling), digitaal toetsen, algemene services op het gebied van ICT en leren, administratieve systemen, plagiaatcontrole, mobiele toepassingen die studenten snel toegang moeten tot voor hen relevante informatie, en veel (live) video. Ik had verwacht meer toepassingen van ‘mixed reality’ te zien. Die verwachting is niet echt uitgekomen. Ik heb verder ook geen learning analytics toepassingen gezien. Ook best wel opvallend.
- De relatief meest innovatieve toepassingen kom je tegen op de beurs, en niet tijdens sessies. Wellicht is dit ook goed zo. Eerst ervaring opdoen, daarna ervaringen delen.
- De opening van de Online Educa was sterk vanwege prima sprekers met een duidelijke mening die elkaar niet spaarden. Het Online Educa Debat kende ook prima debaters met een eigen stijl, en inhoud. Dat moet je zien, daar kun je niet over lezen. Dit debat was dit jaar weer een hoogtepunt, al leidde de extreem geformuleerde stelling tot een erg duidelijke uitspraak.
- Op gebied van Leren en Ontwikkelen (dus binnen arbeidsorganisaties) was de shift naar andere vormen van leren weer zichtbaar. De ene noemt het concept 70:20:10, de andere 3E (experience, exposure, education). Ik geef zelf de voorkeur aan WICER. De taal die je gebruikt binnen je organisaties is in elk geval sterk van invloed op de acceptatie van deze benadering, zo bleek. ‘Fright and Excite’-sessies -laat het zien- zijn belangrijk om bijvoorbeeld leidinggevenden te overtuigen van de meerwaarde van deze andere vormen van leren. Want deze steun is noodzakelijk voor acceptatie. Praat daarom met leidinggevenden over de zorgen die zij hebben, en de wijze waarop (andere manieren van) leren daar een bijdrage aan kunnen leveren. Betrek ook marketeers bij je campagne om deze benadering van leren meer geaccepteerd te krijgen.
- Eén van de trends op HR-gebied is ‘microlearning’. Werknemers leren dan afgebakende eenheden, op een adaptieve manier waarbij multimedia en multiple choice-vragen een belangrijke rol spelen. Aanbieder KnowledgeFox stelt in een persbericht dat zij leren speels eenvoudig maken, in homeopathische doses. Just-in-time met maximale effecten. Een ongelukkige vergelijking, als je het mij vraagt. De effectiviteit van homeopathie is immers op z’n minst twijfelachtig. Behalve wellicht met uitzondering van het Placebo-effect.
Bekijk ook mijn foto’s van dit bezoek.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Dank om je inzichten te delen, Wilfred.