Marie Sontag presenteert in A Learning Theory for 21st-Century Students de zogenaamde SCCS-theorie, die elementen van bestaande leertheorieën verbindt met eigenschappen van nieuwe technologieën (met name gaming). SCCS staat dan voor social-connectedness and cognitive-connectedness schemata.
Sontag heeft de SCCS-theorie ook vertaald in een didactisch ontwerp, en dit ontwerp in de praktijk toegepast. Haar theorie is een mengelmoes van behavioristische principes, uitgangspunten van een cognitivistische leertheorie (zoals het 4C/ID model van Jeroen van Merriënboer cs) en kenmerken van onder meer de social learning theory (Vygotsky, Wenger).
Van groot belang hierbij is het vermogen van studenten om met behulp van technologie verbindingen aan te gaan met anderen, en hun behoefte om deze verbindingen aan te gaan. Dit komt tot uiting in
“link, lurk, and lunge”: Students link up with others who have the knowledge they need; they lurk, watching others who know how do to what they want to do; and they lunge, jumping in to try new things often without seeking guidance beforehand
Sontag heeft het didactisch ontwerp toegepast binnen een casus en, met naar eigen zeggen, succes. Zonder enige vorm van bescheidenheid stelt zij:
Bovendien trekt Sontag wel een erg grote broek aan als zij spreekt over een nieuwe leertheorie.
Ik moet ook zeggen dat ik het didactisch ontwerp, op basis van deze 'theorie', knap ingewikkeld vind. Opvallend vind ik het ontbreken van verwijzingen naar het connectivisme van George Siemens. Wat mij verder wel in positieve zin is bijgebleven, is dat Sontag veel aandacht besteedt aan het doelbewust inzetten van technologieën.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie