Een Learning Experience Platform is eigenlijk een overkoepelend portaal (en daar is niets mis mee)

‘Learning Experience Platforms’ zijn een betrekkelijk nieuw fenomeen op het gebied van leertechnologie. De toepassing lijkt toegevoegde waarde te hebben al is het twijfelachtig of de ’hype’ die ermee gepaard gaat, terecht is. De vlag lijkt ook de lading niet te dekken.

Amerikaanse auteurs die schrijven over technology enhanced learning hebben vaak de neiging zichzelf te overschreeuwen. Ze kondigen revoluties aan en paradigma shifts op het gebied van leren, opleiden en onderwijs als gevolg van technologische ontwikkelingen. Of ze kondigen juist aan dat dominante leertechnologieën overbodig of zelfs ten dode opgeschreven zijn.

Clark Quinn heeft gelukkig een nuchtere bespiegeling geschreven over het fenomeen Learning Experience Platform (LXP). Er wordt de laatste tijd veel geschreven over het LXP (de term is volgens mij van Josh Bersin). Tijdens de OEB ben ik geen voorbeelden en toepassingen tegen gekomen, ook al heb ik er naar gezocht.

Clark Quinn signaleert een behoefte aan een portaal dat werknemers in staat stelt op een efficiënte manier performance support en bronnen te vinden. Organisaties hebben vaak meerdere portalen. Deze zijn echter niet vanuit het perspectief van de gebruiker ontwikkeld. Werknemers willen relevante bronnen op een goed gestructureerde manier zien, willen de mogelijkheid hebben om deze bronnen op verschillende manieren te organiseren en te doorzoeken. Ze hebben eigenlijk een schil nodig over bestaande portalen en systemen heen.

Werknemers zouden daarbij ook de mogelijkheid moeten hebben zelf gecureerde en gecreëerde bronnen hieraan toe te voegen en met anderen te delen (in diverse formats).
De bronnen moeten betrekking hebben op leren, en op ‘performance support’.
Learning Experience Platforms vervullen deze rol in essentie. Zij versterken op die manier bestaande leermanagement systemen.

Echter, het fenomeen wordt -zoals we wel vaak gezien hebben op het gebied van leertechnologie- ontzettend gehypt. Verschillende LMS-leveranciers noemen hun product volgens Quinn nu ook LXP. Ook schermen ontwikkelaars met de term ‘social platform’. Clark Quinn pleit er evenwel voor dat de ‘schoenmakers’ van een LXP bij hun leest blijven. Verder stelt hij dat deze portalen zich niet bezig houden met leren, maar met het effectief en efficiënt ontsluiten van diverse bronnen (ook zelf gecureerde en gecreëerde bronnen). Bovendien is helemaal geen sprake van het opdoen van ‘experiences’.

Quinn gelooft heel sterk in ‘ecosystemen’ die bestaan uit een geïntegreerd geheel aan mogelijkheden. Een portal is daar een noodzakelijk onderdeel van. Een LXP heeft toegevoegde waarde ten opzichte van bestaande portalen, vindt hij. Maar:

So I laud their existence, but I question their branding.

Clark Quinn adviseert om je te focussen op het onderliggend concept. Verwarring lijdt tot fouten. Verwar een LXP daarom niet met ‘leren’ en ‘ervaringen’. Het gaat in feite om een geavanceerd portaal.

Ik ben het grotendeels met Clark Quinn eens, al slaat de term ‘experience’ volgens mij op de gebruikservaring van het systeem, en niet op het opdoen van leerervaringen. De term is echter ongelukkig. Ik word net als Clark Quinn ook moe van de overspannen verwachtingen die de ‘edtech’-sector zelf wekt.

Op korte termijn levert dit wellicht meer investeerders en klanten op. Op langere termijn bouw je er echter geen langdurige relaties met gebruikers mee op.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Een reactie

  1. De claim van de LXP’s is dat je ook niet digitale leerervaringen zoals die presentatie die je verzorgt (en wordt beoordeeld), werkplekleren, bekijken van een video op Youtube of Netflix in het LXP kunt borgen. Ik ben het wel met je eens dat de LXP’s zich nog niet echt als zodanig profileren. Opvallend dat ze niet bij de OEB waren vertegenwoordigd, de belofte is toch al enkele jaren oud.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *