Vandaag heb ik tijdens Next Higher Education een sessie verzorgd over het beoordelen van leertechnologie vanuit een pedagogisch-didactische invalshoek. Volgens mij is het belangrijk om vooral niet te vergeten dat je een onderwijsachtergrond hebt, bij het maken van afwegingen bij de inzet van ICT.
De congresorganisatie had overigens de titel van de sessie verzonnen š
De volgende vragen staan m.i. hierbij onder meer centraal:
Draagt deze leertechnologie bij tot:
– Substitutie (moet je het dan wel inzetten?)
– Verbetering
– Vernieuwing
– Transformatie
Draagt deze leertechnologie bij tot:
– Meer flexibel leren
– Het vergroten van de leeromgeving
– Het verbeteren van zicht op de voortgang van het leren
– Het efficiĆ«nter organiseren van het leren
– Het realiseren van een krachtige leeromgeving ten behoeve van aantrekkelijk en effectief leren
Voor welke leeractiviteiten kan deze leertechnologie worden ingezet? Zij er ook nadelen vanuit het oogpunt van didactiek?
Voor welk authentiek probleem is deze leertechnologie een oplossing? Wat voegt deze leertechnologie toe?
Hoe gebruikersvriendelijk is de technologie voor lerenden? Is deze āonweerstaanbaar boeiendā?
Hoe gebruikersvriendelijk is de technologie voor docenten? Is deze technologie uitdagend, maar gemakkelijk voor docenten en lerenden te gebruiken?
In welke mate is sprake van stabiele en betrouwbare leertechnologie?
Wat zijn de kosten?
Hoe staat het met privacy en veiligheid?
Overall oordeel (aanrader)?
Nota bene: tijdens de sessie kreeg ik de vraag wat de naam is van de tool waarmee Agora de projectvoortgang van leerlingen bewaakt. Dat is Target Process.
Hieronder vind je mijn slides:
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie