De vraag of er een verdienmodel voor MOOCs is, is wat mij betreft nog steeds niet beantwoord. Wegen de kosten op tegen de baten? Tot dusver zijn de opbrengsten van massive open online courses veelal indirect en boterzacht. Is dat erg?
Ed Finkel van University Business besteedt expliciet aandacht aan de vraag wat de investeringen in MOOCs onderwijsinstellingen opleveren. Hij probeert die vraag aan de hand van een aantal cases te beantwoorden:
- De Syracuse University heeft 28.500 dollar besteed aan de ontwikkeling van een MOOC. Daarbij gaat het om praktisch uitsluitend loonkosten. Het tekstboek en de videovoorzieningen waren al beschikbaar. Verder heeft men gebruik gemaakt van freeware (Coursesites van BlackBoard). Deelnemers die de MOOC hebben afgerond, konden met korting (en vrijstelling) deelnemen aan een programma. Als de negen personen, die dat hebben gedaan, dat programma met succes afronden dan levert dat de instelling 120.000 dollar op. Uiteraard moet de instelling daar ook wat voor doen. Daarnaast heeft deze universiteit met deze MOOC veel nieuwe, potentiële, studenten bereikt.
- Een business school van de Temple University hoopt ook nieuwe studenten aan te trekken dankzij een MOOC. De betreffende docent doet deze MOOC 'erbij' zodat de personeelskosten op '0' worden beraamd. Men heeft wel beperkt moeten investeren in aanvullende materialen. Een grotere naamsbekendheid rekent men ook mee bij de 'return on investment'.
- Het Cuyahoga Community College heeft 50.000 dollar ontvangen van de Gates Foundation voor de ontwikkeling van een MOOC. Verder hoopt men dat de MOOC potentiële studenten beter inzicht geeft in de studie, zodat studenten uiteindelijk minder snel uitvallen. Dat bespaart de samenleving veel kosten, stelt men.
- De Wesleyan University heeft 5000 dollar per MOOC besteed. Dat is een laag bedrag. Men heeft verder weinig zicht op de kosten en baten. Maar men stelt wel dat men nu in totaal 427.000 deelnemers heeft bereikt. Dat zou met gewone marketingactiviteiten nooit zijn gelukt.
De opbrengsten zijn vooral indirect van aard, en nauwelijks uit te drukken in tastbare resultaten. Ik heb ook sterk de indruk dat deze instellingen lang niet alle kosten mee tellen (met name personeelskosten). Verder kun je geen MOOCs duurzaam aanbieden op basis van subsidies of sponsoring. Uit deze cases blijkt dat de waarde vooral te maken heeft met naamsbekendheid en het bereiken van potentiële lerenden, die men eerst niet bereikte. Dat is mooi, maar het is de vraag wat de conversie zal zijn (uiteindelijke inschrijvingen).
Is dat erg? Niet als je MOOCs aanbiedt uit maatschappelijke verantwoordelijkheid, als middel om de kwaliteit van je onderwijs te verbeteren, als experimenteerplatform voor onderwijsinnovaties, puur vanwege naamsbekendheid of profilering (zonder verdere verwachtingen) of als vorm van disseminatie. Maar dan kunnen we maar beter niet meer spreken over business of verdienmodellen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie