Een alternatief voor de flipped classroom?

Het concept van de flipped classroom bestaat ongeveer tien jaar. Wat mij betreft is dit één van de elf modellen voor blended learning. Niet iedereen is hier enthousiast over. Er worden alternatieven ontwikkeld, waarbij video overigens ook een belangrijke rol kan spelen.

reflectievloggen

Binnen de flipped classroom werd er oorspronkelijk vanuit gegaan dat instructies het beste in eigen tijd konden worden bestudeerd (met name via video), terwijl klassikale bijeenkomsten ingevuld zouden moeten worden met discussie en verwerkingsactiviteiten. Volgens Berlin Fang is dit concept echter een lauw alternatief voor face-to-face leren. Het heeft niet echt geleid tot heel ander onderwijs.

Fang presenteert een alternatief model waarbij klassikale instructies worden versterkt met leertechnologie en activerende leeractiviteiten. Zogenaamde actieve leeractiviteiten leiden volgens Fang overigens vaak tot chaos. Ook wordt feedback aan lerenden volgens Berlin Fang op innovatieve manieren geïndividualiseerd.

Fang meent eveneens dat het concept van de flipped classroom voorbij gaat aan de intrinsieke motivatie van docenten, die gebaseerd is op hun expertise als docent (instructies geven). Het is volgens hem bovendien vaak onmogelijk om lerenden tijdens een bijeenkomst individuele aandacht en onmiddellijke feedback te geven:

what starts as active learning may dissolve into organized chaos, especially when group work is involved and students begin working together before they have gained a basic understanding of the material — thus becoming the blind leading the blind.

Hoe ziet Fang’s alternatief er dan uit? De auteur baseert zich daarbij op de beste colleges die binnen zijn universiteit worden verzorgd:

  • De inhoud sluit aan bij aanwezige voorkennis.
  • Nieuwe inhouden worden gepresenteerd.
  • Vragen worden gesteld, antwoorden gegeven.
  • Verbale en fysieke aanwijzingen worden gegeven.
  • Er is sprake van humor.
  • Het college bevat componenten van actief leren, zoals het gebruik van Padlet om feedback van lerenden te krijgen, het gebruik van student response systemen of Google Docs.

Verder pleit Fang voor het gebruik van video om individueel of groepsgewijs feedback te geven op uitwerkingen van opdrachten van lerenden (in plaats van geschreven tekst). Hij meent zelfs dat docenten hierbij beter in staat zijn persoonlijke feedback te geven. Het gaat dan om eenvoudig gemaakte video’s (bijvoorbeeld screencasts) waar wel enige zorg aan is besteed (lerenden haken anders af). De auteur meent dat onderzoek laat zien dat video feedback effectief is en populair onder lerenden. Feedback via video spaart docenten ook tijd, mits je in staat bent tools zoals Screencast-o-matic of Showme te gebruiken. Digitale leeromgevingen bevatten ook steeds vaker de mogelijkheid om via beeld en geluid feedback te geven. Je kunt dan ook dingen laten zien.

Deze video’s hoeven niet perfect te zijn. Er mag best eens een kind door het beeld lopen, meent Fang. Het geven van feedback via video (‘veedback’) is informeel en authentiek. Docenten kunnen zich daarbij op de inhoud richten, en hoeven zich niet als een filmster te gedragen:

And, when they return to the classroom, allow them to be the sage on stage — just the way they, and students, like it.

Berlin Fang’s model is wat mij betreft een voorbeeld van het klassikaal ondersteund model van blended learning. Dit is het model dat het minste afwijkt van het ‘traditionele onderwijs’ en allesbehalve ‘disruptief is’ (wat ook niet hoeft).

Dit model kan leiden tot een kwaliteitsimpuls, maar niet tot meer flexibel onderwijs (bijvoorbeeld ten behoeve van het aantrekken van nieuwe doelgroepen die werken, leren en privé proberen te combineren).

Ik heb door Fang’s woordkeuze de indruk dat hij vooral probeert aan te sluiten bij opvattingen van docenten die hun onderwijs niet echt willen innoveren. Berlin Fang is wat mij betreft te negatief over het concept van de flipped classroom en kwalitatief goede instructievideo’s. Al vraag ik me soms ook af of de kosten van fraaie video’s opwegen tegen de baten. Deze video’s worden ook vaak via additionele (project) gelden gefinancierd.

Ik deel wel zijn opvatting over het gebruik van ‘veedback’. Podcasts kunnen hier ook voor worden gebruikt. Als je als docent niets hoeft te demonstreren, dan is dat een prima alternatief. We moeten ons daarbij wel realiseren dat het maken individuele ‘veedback’ ook best veel tijd kost.

Voorbeeld van ‘veedback’.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *