De EdTech Readiness Index (ETRI) is door de Wereldbank samengesteld om wereldwijd beleid en praktijk op het gebied van onderwijs en technologie te ondersteunen en te monitoren. De bijdrage Empowering educators and learners: Insights and strategies from the EdTech Readiness Index licht dit raamwerk toe en biedt zicht op de eerste resultaten van de toepassing ervan.
ETRI rust op zes centrale pijlers – schoolmanagement, docenten, studenten, apparaten, connectiviteit en digitale bronnen . Deze pijlers vormen volgens de samenstellers de basis gelegd voor een solide beleid op het gebied van leertechnologie en implementatie.
De Wereldbank wil hiermee stimuleren dat je vergelijkende analyses tussen landen kunt maken. De Wereldbank wil hiermee waardevolle informatie verzamelen, op basis waarvan acties ondernomen kunnen worden. Je kunt hiermee ook acties stimuleren en het niveau van bereidheid van een land om leertechnologie te gebruiken, in kaart te brengen.
In 2022 werd de ETRI voor het eerst in vijf landen toegepast: de Dominicaanse Republiek, Nepal, Vietnam (Ho Chi Minh-stad), Sierra Leone en Niger. De belangrijkste bevindingen uit de analyse zijn:
- Coherentie: Een duidelijk doel en een doelgerichte benadering van digitaal leren door middel van landelijk ICT en onderwijs-beleid kunnen bijdragen aan het overbruggen van de digitale kloof en alle lerenden ten goede komen.
- Budget: Het bepalen van prioriteiten, identificeren van kosten en monitoren van de impact van de bronnen op leerresultaten is essentieel voor een succesvolle planning en implementatie van leertechnologie.
- Connectie: Een plan op het gebied van connectiviteit, rekening houdend met scholen in zowel stedelijke als landelijke gebieden, kan digitaal leren effectiever maken.
- Bekwaamheden: Het leveren van apparaten voor management, onderwijs en leren kan worden verbeterd door een systematisch plan dat gericht is op het vergroten van bekwaamheden van betrokkenen.
- Cureren: Kwaliteitsstandaarden en toegang tot hoogwaardige digitale onderwijsbronnen en leerplatforms zijn cruciaal voor succesvolle implementatie.
Volgens deze internationale dataverzameling is het succesvol implementeren van leertechnologie afhankelijk van het nauwkeurig stellen van prioriteiten, de uitvoering ervan en voortdurende voortgangsbewaking. Docenten hebben begeleiding op locatie nodig voor het doeltreffend integreren van leertechnologie binnen hun onderwijs. Verbeterde gegevensverzameling is dan noodzakelijk om het ‘wanneer’, ‘hoe’ en ‘waarom’ van het gebruik van leertechnologie te doorgronden. Er is volgens de Wereldbank een aanzienlijke ruimte voor de inbreng van vernieuwende technologieën in het onderwijs, terwijl het garanderen van inclusiviteit en toegankelijkheid in het digitale onderwijs een belangrijke uitdaging blijft.
Connectiviteit is onontbeerlijk voor onderwijs met leertechnologie, maar blijkt voor veel scholen in de participerende landen nog steeds een struikelblok. De onderwijssector kan volgens de auteurs echter strategisch kiezen en investeren in platformen en inhoud die offline toepasbaar zijn, voor situaties waar connectiviteit een probleem vormt.
De auteurs van Empowering educators and learners: Insights and strategies from the EdTech Readiness Index stellen dat overheden zich in de toekomst moeten inzetten voor kwaliteitscontrole, met inbegrip van minimumstandaarden voor het beoordelen van ‘digitaal leren’. Deze overheden moeten volgens de auteurs echter ook verder kijken dan de technologie zelf en ‘achterhaalde onderwijsmodellen’ achter zich laten, en zich meer richten op gepersonaliseerd leren. Zij merken terecht op dat het aanbieden van een technologische infrastructuur alleen onvoldoende is, maar dat het ook belangrijk is om te investeren in de mensen die gebruik moeten maken van de leertechnologie, door middel van professionalisering, ondersteuning en beloningen.
Mijn opmerkingen
- De pijlers komen terug in diverse publicaties over de invoering van leertechnologie. Ik denk bijvoorbeeld aan de Vier-in-balans-monitor’ van Kennisnet. ‘Curriculum’ -de inbedding van leertechnologie ten behoeve van doceren en leren- had wat mij betreft een aparte pijler mogen zijn. Connectiviteit en apparaten hadden onder de noemer ‘infrastructuur en systemen’ geschaard kunnen worden, al snap ik het onderscheid vanuit het perspectief van ontwikkelingslanden.
- Het monitoren van de effecten van leertechnologie op leerresultaten is complex. Het is lastig om ‘leertechnologie’ als beïnvloedende factor te isoleren.
- De verschillen binnen een land zijn in veel gevallen waarschijnlijk vaak groter dan de verschillen tussen landen. Deze benadering biedt geen zicht op verschillen binnen een land, al zou je het raamwerk ook kunnen gebruiken voor een vergelijking binnen een land, tussen vergelijkbare instellingen.
- Het is weinig zinvol om rijke landen met arme landen te vergelijken. Dat is vragen naar de bekende weg. De tool is wel zinvol om vergelijkbare landen met elkaar te vergelijken.
- Het is opvallend dat de auteurs de focus leggen op gepersonaliseerd leren met behulp van leertechnologie, terwijl daar bij de belangrijkste bevindingen niet over wordt gesproken.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie