E-learning als utility (#in #eadl11)

Erich Schikuta van de Universiteit van Wenen is tijdens het EADL-congres ingegaan op virtuele organisaties voor e-learning. Hij is ingegaan op ICT van de toekomst, en op het concept van virtuele organisaties.

E-learning zou een utility moeten zijn, net als elektriciteit of water. Het maakt niet uit met welk apparaat je werkt, je kunt er tegen betaling gebruik van maken. Dat impliceert cloud computing en ubiquitous computing. Het concept is feitelijk al een jaar of 50 oud, maar nu hebben we de technologische faciliteiten om dit mogelijk te maken.

Virtuele organisaties hebben een gemeenschappelijk doel, zijn niet fysiek van aard, en hebben een tijdelijk of permanent karakter. Zij delen bronnen, bekwaamheden en kerncompetenties om beter in te spelen op business opportunities. Zij worden ondersteund door computernetwerken. Schikuta noemt Facebook en Twitter een voorbeeld van een virtuele organisatie (wat ik niet met hem eens ben).
Virtuele organisaties worden dan gevormd door tal van gebruikers die hun bronnen bundelen (kennis, bandbreedte en opslagruimte). iPhones maken dan bijvoorbeeld van elkaars bandbreedte gebruik. Je betaalt dan naar gebruik, en je ontvangt geld naarmate mensen van jouw bronnen gebruik maken. Volgens Schikuta is dit de technologie van de toekomst.

Als basis voor een referentie archtectuur presenteerde deze spreker de service- oriented architecture en XaaS (Everything as a Service). Hierbij is beveiliging niet zo zeer het issue, maar vertrouwen. Hoe garandeer je bijvoorbeeld dat jouw foto's op Flickr over dertig jaar nog bestaan? Er is nog geen vertrouwen in de 'cloud'. Service level agreements moeten dit ondervangen (onlangs las ik een artikel waarin cloud computing vergeleken werd met geld op de bank plaatsen).

Schikuta ging vervolgens in op infrastructure as a service, platform as a service en software as a service (waarmee hij volgens mij te technisch werd voor de doelgroep van dit congres).

Daarmee kwam de spreker bij de referentie architectuur voor virtuele organisaties. Op het gebied van e-learning bestaat deze nog niet. Daar is de onderzoeksgroep van Erich Schikuta wel mee bezig. Hij maakte hierbij een onderscheidt tussen eisen op het gebied van e-learning, computing requirements, business requirements en software requirements. Dit hebben zij uitgewerktbin VELOCI. (virtuele organisatie voor e-learning op het gebied van computer intelligentie). Webservices staan daarbij centraal.

Zijdelings vertelde hij dat Fronter binnen de universiteit van Wenen ter discussie staat, en Moodle door diverse docenten wordt gebruikt.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *