Dit bericht is oorspronkelijk gepost op de weblog van Dé Onderwijsdagen 2011. . Gelieve ook daar te reageren.
Bas Haring, volksfilosoof, mocht de eerste dag van Dé Onderwijsdagen met een humorvolle keynote afsluiten. Hij beloofde al ballonnetjes loslatend te reflecteren op onderwijs en ICT.
Zijn keynote bestond vooral uit anekdotes. Leuk om bij te wonen, lastig om via een blog te verslaan….
In 1999 wilde Haring bijvoorbeeld zijn onderwijs op de kop te zetten door met webcams studenten thuis te bekijken tijdens het leren. Was geen succes. Hij merkt ook dat studenten informatie kunnen vinden, die hij normaliter via colleges deelt.
Hij heeft drie reflecties op onderwijs en ICT.
- Een positieve reflectie. Via losse fragmenten op internet kun je wel degelijk leren. Normaliter moet je door hele boeken heen worstelen tot je tot de essentie van het boek komt. Fragmentarisch, grillig, leren heeft de toekomst en zal gefaciliteerd worden door ICT. Fragmenten worden samengesteld tot treintjes van informatie die wij met taal delen. Wij hoeven geen structuur aan brengen in de informatie. ICT zal die structuur aan gaan brengen in de brokjes informatie. Je hoeft bijvoorbeeld documenten op je computer te ordenen. Dat doet de computer voor je, mits je geen Windows computer gebruikt. Aldus Haring.
- Een negatief-kritische reflectie. Delen van informatie is feitelijk spieken. Bijzondere ideeëngeneratie, de rijkheid aan ideeën, zal daardoor verminderen. In de natuur verdwijnen specifieke soorten bijvoorbeeld doordat afgezonderde eilanden verdwijnen en er meer contact is tussen afzonderlijke gebieden. Bijzondere ideeën ontstaan volgens Haring juist vaak in eenzaamheid.
- Een hoopvolle reflectie. Jonge mensen kunnen binnen het onderwijs steeds beter onderzoek uitvoeren, dankzij ICT. Als voorbeeld noemt hij het profielwerkstuk. Experimenten op middelbare scholen zijn vaak moeilijk te organiseren. Computers zijn volledig beheersbare omgevingen, waarin prima kunt experimenteren. Bijvoorbeeld door te programmeren. Die programma’s zijn dan van jou. Helaas worden computers vaak zo niet gezien. Van programmeren kun je echter veel leren. Bijvoorbeeld in combinatie met 3D printers. Je kunt dankzij internet ook over veel data beschikken die je binnen het onderwijs voor onderzoeksdoeleinden gebruiken. Bijvoorbeeld: foto’s van kinderen en de kerstman zoeken om te analyseren of kinderen wel van de kerstman houden.
Haring eindigde met een column, die hij ooit heeft geschreven. De boodschap van die column: moet je eens kijken wat je uit mensen kunt halen met behulp van onderwijs.
Met name met het tweede punt ben ik het volstrekt niet eens. Creatieve ideeën ontstaan wat mij betreft door informatie dankzij ICT met elkaar te verbinden.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Bij het heikele tweede punt.
– Dat bijzondere ideeën juist vaak in eenzaamheid ontstaan, heb ik al meermaals gelezen of gehoord. In de meeste gevallen ging het dan over het feit dat ‘samenwerken in groep’ creativiteit of geniale ideeën zou remmen of gewoon belemmeren.
– Dat de bijzondere ideeën zouden verminderen door het delen van kennis en ‘vondsten’, vind ik een boude bewering. Het woord ‘spieken’ is me in deze context opgevallen. Onlangs volgde ik de discussie over het feit of Beyoncé in een clip Anne Theresa De Keersmaeker nu had geplagieerd of niet. Oneindig veel ‘artefacten’, noem het ‘originele vondsten’, zijn dankzij ICT toegankelijk en ‘verwerkbaar’, en zo kunnen evengoed geniale ideeën het licht zien. Net zoals Bas Haring over ‘spieken’ spreekt, wordt in deze context maar al te dikwijls ‘plagiëren’ gebruikt. Onterecht.
Ik deel je mening, Wilfred, dat door de haast onbeperkte verbindingsmogelijkheden van informatie, creativiteit dankzij ICT kan ontvonken.
Ten slotte. Je haalt Harings verwijzing naar het verdwijnen van specifieke soorten in de natuur aan. Ik dacht dat hij die evolutie net niet als iets negatiefs interpreteerde. Of heb ik het mis?
@janien: dank voor je toevoegingen. Mooie vergelijking met de muziek. Haring beschouwde het verdwijnen van soorten in de natuur wel als iets spijtigs. Zo kwam het tenminste op mij over.