Of je nu kritiek hebt op de term, of niet. Je kunt niet ontkennen dat er veel belangstelling voor microlearning. Ellen Burns-Johnson gebruikt de metafoor van eten om drie ontwerpprincipes van microlearning toe te lichten. Ik vat ze samen, en geef commentaar.
Bij microlearning bestuderen lerenden leereenheden van beperkte omvang, veelal op het moment -of beter: vlak voor- dat ze het geleerde moeten toepassen. Vaak wordt hierbij mobiele technologie gebruikt, en zijn de activiteiten gericht op performance support.
Volgens Ellen Burns-Johnson zijn drie ontwerpprincipes belangrijk bij microlearning.
1. Definieer duidelijke prestatiedoelen
Het maakt volgens Burns-Johnson niet uit hoe kort of toegankelijk microlearning is, het gaat er om dat lerenden het leren als betekenisvol ervaren. Zij moeten er van overtuigd zijn dat zij beter worden op een terrein dat belangrijk voor hen is. Pas het ontwerp van microlearning daarom aan de behoeften van lerenden aan. Zij wijst daarbij ook op complexiteit van veel banen. Lerenden moeten veel kunnen, en moeten in staat zijn bekwaamheden onder verschillende omstandigheden toe te passen:
Microlearning can help introduce new skills incrementally, reinforce these skills over time, and give learners the opportunity to practice the same skills under different circumstances.
2. Afronding resulteert niet noodzakelijk in bekwaamheid
Microlearning leidt er niet automatisch toe dat lerenden beter worden in hun werk. Dat geldt m.i. voor leren en ontwikkelen in het algemeen. Dat komt volgens de auteur ook omdat je meestal in een team werkt, en er bij het in de praktijk brengen van het geleerde meer komt kijken dan ‘weten hoe’. In de praktijk blijkt pas of je het geleerde ook daadwerkelijk kunt toepassen. Als je een vergelijking maakt met de piramide van Miller dan is microlearning vooral gericht op ‘weten hoe’, en op z’n best op ‘laten zien’ (in een gesimuleerde omgeving). Burns-Johnson geeft hier een voorbeeld van uit de eigen praktijk (van een animatie waarin lerenden veiligheidaspecten op een werkplek moeten analyseren). Je zou in feite in staat moeten zijn te oefenen.
Idealiter ben je volgens haar in staat om microlearning te koppelen aan ‘performance metrics’ zodat je kunt evalueren of het geleerde effectief is. Veel organisaties beschikken daar echter niet over. Op termijn zal patroonerkenning en analyses van big data hierbij een belangrijke rol spelen. Je analyseert dan de leeractiviteiten van de best functionerende medewerkers. Hier heb je wel véél data voor nodig. Zie bijvoorbeeld mijn blogpost over de volgende generatie ECO Learningsystems.
3. Wees flexibel
Microlearning kan diverse vormen hebben. Volgens de auteur zou microlearning zich idealiter moeten richten op één onderwerp of scenario, korter duren dan tien minuten en op meerdere platforms en apparaten gebruikt kunnen worden. Je kunt echter redenen hebben om hier van af te wijken, stelt zij.
Do what’s best for your learners. Maybe that means investing in an entire engagement platform, but it could also take the form of a handful of elearning mini-modules, a series of short videos, or a custom learning app.
Echter, als microlearning veel uitgebreider wordt dan is het onderscheid met gewone ‘e-learning’ weer diffuus. Daar komt uiteraard bij dat je ook voor andere vormen kunt kiezen bij performance support dan microlearning.
Burns-Johnson stelt ook dat microlearning populair is omdat lerenden snel afgeleid zijn, en niet bereid zijn om grote hoeveelheden leerstof te behappen. Microlearning zou daarom vooral ook gericht moeten zijn op de motivatie.
Volgens mij willen lerenden echter snel toepasbare leereenheden bestuderen, en willen zij in staat zijn leren, werken en privé beter te combineren. Veel volwassenen hebben weinig gelegenheid om tijdens het werk ‘formeel’ te leren. Het is ook in het belang van arbeidsorganisaties dat werknemers zo min mogelijk tijd kwijt zijn aan leren, en dat leren vooral direct toepasbaar is.
Microlearning draagt dan ook bij uitstek bij aan kwalificering, en zou wat mij betreft aanvullend moeten zijn op opleidingen die de basis vormen van integrale beroepsvorming.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie