Dag twee van de SURF Onderwijsdagen werd gestart met de presentatie van aanvoerders de versnellingszones (thema’s) van het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT. Daarna ging hoogleraar en ondernemer Deborah Nas in op technologietrends die het onderwijs volgens haar gaan transformeren.
Het Versnellingsplan (voorheen Versnellingsagenda) moet zorgen voor een betere aanpak van de invoering van ICT in het hoger onderwijs, onder meer door meer samenwerking. Hierbij is sprake van 3 gedeelde ambities:
- Aansluiting op de arbeidsmarkt verbeteren
- Flexibilisering van het onderwijs
- Slimmer en beter leren met technologie
OCW stelt hiervoor 15 miljoen euro beschikbaar (verdeeld over vier jaar). Studenten moeten uiteindelijk ervaren dat zij kwalitatief hoogwaardig en innovatief onderwijs krijgen.
Daarna mocht Deborah Nas het publiek toespreken. Zij gaf aan dat disruptieve technologieën polariseren. Mensen houden ervan, of zien er juist helemaal niets in. Zelf kijkt zij als professional en moeder ook ambivalent tegen disruptieve technologieën aan.
Dit is echter van alle tijden. Boeken zouden tot een informatieoverload leiden en kranten zouden een sociaal isolement bevorderen. Zelfs het onderwijs zou een overbelasting impliceren voor ons brein, zo werd ooit gedacht. En nu zijn we bang dat Google ons dom maakt.
Nas besprak de oorzaken hiervan:
- Angst is namelijk een krachtiger emotie dan vreugde. Dat is de reden waarom we huiverig staan ten opzichte van nieuwe technologie.
- We beoordelen nieuwe technologie vanuit een bestaand referentiekader.
- Alles wat is uitgevonden na je 35ste wordt als tegennatuurlijk beoordeeld. Wat is uitgevonden tussen je 15 en 35ste is nieuw en spannend. Ouderen hebben daarom meer bezwaren tegen games als Mindcraft, dan tegen Lego.
Als boeken uitgevonden waren na videogames, dan zouden boeken als onvoldoende uitdagend beschouwd worden.
Je moet dingen dus op de juiste manier re-framen. Dat doen we bijvoorbeeld door dingen te vergelijken met iets van vroeger. Bijvoorbeeld de paardeloze koets. Daarom heeft Tesla hun eerste auto laten lijken op een traditionele auto, met een gril.
Als iets zo nieuw is dat we het niet begrijpen, dan onderschatten we het.
Nas besprak vervolgens vier technologietrends in het onderwijs:
- Digitalisering in het algemeen. Tools gaan het werk van de docent vergemakkelijken. Bijvoorbeeld het nakijken van scripties en het checken op plagiaat. Of interacties online faciliteren waardoor het leren versneld wordt.
- Platforms brengen vraag en aanbod bij elkaar (Nepris om experts te matchen met docenten; voor gastdocentschappen). Of platforms om bijles te kopen (Nimbles of het Chinese VIPKid met 825 miljoen investeringsbudget). Denk ook aan platform als Quizlet waar je lessen kunt kopen. Ook als lerende (adaptieve programma’s). Topper is een ander voorbeeld, waar lerenden ook ‘challenges’ aan kunnen gaan.
- Artificiële intelligentie. Met diverse toepassingen zoals Grammerly. Of de virtual assistants. Die ontwikkeling voltrekt zich exponentieel.
- 3D/Augmented Reality/Virtual reality. Dit wordt vooral binnen medisch onderwijs al veel toegepast. Waarbij je lagen van representaties (bijvoorbeeld van een lichaam) af kunt pellen.
Deze ontwikkelingen doen ook een beroep op nieuwe kennis en vaardigheden van studenten. Bijvoorbeeld in de maakindustrie. Studenten leren nog traditioneel project management, in plaats van design thinking of ‘lean’ projecten uitvoeren. Studenten gaan werken in digitale fabrieken waar digitaal geprint wordt.
Deborah Nas pleitte ervoor dat we docenten en studenten meer leren leren, omdat we steeds meer moeten bij blijven.
Uit de zaal kwam ook de opmerking dat technologieën ook kunnen teleurstellen. Zie de machtspositie van grote bedrijven. Volgens Nas is het inderdaad belangrijk dat nieuw machtsevenwicht ontstaat, waarbij nieuwe regels wellicht nodig zijn.
Nas adviseerde ook om technologieën goed te ‘framen’ vanuit begrip waarom docenten dingen afkeuren. Dat vergroot de adoptie.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie