Disruptief of nuttig: wat is voldoende?

Volgens Martin Weller wordt de term ‘disruption‘ zo vaak verkeerd gebruikt, dat dit begrip praktisch betekenisloos is geworden. Mensen gebruiken deze term omdat deze revolutionair en sexy klinkt. Gewoon bruikbaar of nuttig is schijnbaar niet meer goed genoeg. Weller heeft een punt, maar vergeet hierbij een belangrijke vraag te stellen.

De aanleiding voor Weller’s kritische betoog is een artikel in de Educause Review waarin wordt betreurd dat open educational resources het hoger onderwijs in tien jaar tijd niet sterk hebben beïnvloed. Weller vraagt zich af of dat noodzakelijk is.

Any educational technology advance in the past 15 years will have been claimed to be disruptive by someone: elearning, learning objects, VLEs, OERs, games, MOOCs. The thing is all of these are very useful for particular problems. But if they ain’t disruptive they’re no good.

So this is my motto from now on: don’t be disruptive, be useful.

Ik wil hier een paar opmerkingen bij plaatsen:

  • Binnen het onderwijs en in de advieswereld worden begrippen inderdaad vaker verkeerd gebruikt of geïnterpreteerd. Dat leidt helaas tot een hoop ruis. Dat geldt vermoedelijk inderdaad ook voor ‘disruption‘.
  • Veranderingen hoeven inderdaad niet altijd ontwrichtend te zijn, om nuttig te zijn. Aan de andere kant maken ontwrichtende innovaties producten en diensten wel betaalbaarder en toegankelijker. Daardoor kun je ook nieuwe doelgroepen bereiken en nieuwe markten aanboren. In onderstaande video maakt Clayton Christensen dat nog eens duidelijk.
  • Kan het onderwijs volstaan met incrementele veranderingen en verbeteringen? Of is een radicale en ontwrichtende vernieuwing noodzakelijk? Ik heb daar eerder over geschreven (Tevreden met substitutie?, Bij daadwerkelijke vernieuwingen staat technologie voorop). Weller stelt deze vraag helaas niet. Je zult echter eerst moeten vaststellen wat de belangrijkste issues van het onderwijs zijn. En om wat voor aanpak vragen die issues?

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Een reactie

  1. Wat ik begrijp van het interview gaat het inderdaad om het aanboren van nieuwe markten, vinden van producten die de huidige klanten niet zouden kopen maar die een totaal nieuwe klantenkring mogelijk zou maken.
    Maar moeten we in het basisonderwijs niet steeds dezelfde klanten (kindjes) bedienen? Hebben we in het middelbaar onderwijs de keuze om de tieners te laten voor wat het is, en nieuwe klanten te gaan zoeken?
    Volgens mij is er in die zin in het onderwijsveld geen plaats voor “disruptive innovation” zoals de bedenker van de theorie het m.i. bedoelt.

    Zoeken naar nuttige, bruikbare zaken lijkt me heel verstandig.
    🙂

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *