Discussie over Pearson’s bijdrage aan effectief onderwijs

Michael Feldstein heeft een zeer uitvoerige bijdrage geschreven over de koers van Pearson op het gebied van effectief onderwijs. Feldstein meent dat het niet eenvoudig zal zijn voor Pearson om deze koers tot een succes te maken. Ik vind zelfs dat Feldstein één belangrijk kritiekpunt vergeet.

Efficacy
Wat is werkzaam?
Foto: Divine Harvester

Pearson is al jaren lang één van de belangrijkste educatieve uitgevers ter wereld. De laatste jaren zijn zij ook actief op het gebied van online content, op het gebied van elektronische leeromgevingen en recent op het gebied van learning analytics.

Pearson heeft onlangs een initiatief gelanceerd waarmee zij een bijdrage willen leveren aan verbetering van het onderwijs. Zij investeren onder meer in onderzoek naar leeractiviteiten die werkzaam zijn. Die dus leiden tot beter onderwijs.

Centraal hierbij staat het begrip ‘efficacy’. Pearson typeert dit begrip als volgt:

We borrowed the term ‘efficacy’ from healthcare. Just as a pharmacist would talk about relieving a tickly cough rather than listing the ingredients of the syrup, we want to be able to state the outcome we help to produce rather than describe the input we provide. Efficacy might be complex enough in healthcare; in education it is frequently many more times so. The process of learning is a social, dynamic, and interactive one. Context — culture, community, language — is central to the learning outcome. We may never be able to ‘prescribe’ an educational process to deliver a desired learning outcome with the same precision as a doctor or pharmacist. Yet all of us involved in education must take a lesson from that most famous phrase in school reports: we must do better.

Feldstein kan zich voorstellen dat gebruikers zich afvragen of Pearson zich tot dusverre niet heeft bekommerd om de effectiviteit van hun leermiddelen. Ook plaatst hij dit initiatief in de context van -wat je zou kunnen omschrijven als- de overlevingsstrategie van een educatieve uitgever (diversificatie van diensten, digitalisering, aantrekkelijkere producten, adaptieve technologie en analytics).

Michael Feldstein verwacht en beargumenteert dat het transformatieproces van Pearson erg complex zal verlopen, ondanks de forse investeringen die Pearson op dit moment pleegt. Hij geeft onder meer aan dat het bedrijf het vertrouwen nodig heeft van de academische gemeenschap om deze rol op het gebied van ‘werkzaam’ onderwijs te vervullen. Het neigt immers naar de slager die zijn eigen vlees keurt. Bovendien, stelt Feldstein, is onderwijsonderzoek een relatief nieuw en vooral gefragmenteerd fenomeen.

Ik houd aan de ene kant wel van een bedrijf dat een duidelijke en ambitieuze missie heeft op het gebied van onderwijsverbetering. Ik geloof ook dat commerciële bedrijven maatschappelijk verantwoord willen ondernemen. Een bijdrage leveren aan beter onderwijs hoort daar m.i. ook bij. Aan de andere kant moeten we ons vooral realiseren dat Pearson aandeelhouders tevreden wil stellen door winst te maken.

Verder heb ik me tijdens edities van de Online Educa Berlijn regelmatig achter de oren gekrabt bij bijdragen van Pearson. Zij zijn in presentaties bijvoorbeeld erg stellig over wat werkt in het onderwijs, terwijl de werkelijkheid veel genuanceerder is. Bovendien is -zoals Pearson ook zelf lijkt te erkennen- onderwijsonderzoek eigenlijk niet te vergelijken met de evidence-based traditie van medisch onderzoek. Onderwijs vindt immers niet in een laboratorium plaats.

Daar komt bij dat Pearson zich ontpopt als een ware ‘databaron‘. Dankzij het hosten van leerplatforms beschikt Pearson over data van miljoenen gebruikers die zij vervolgens analyseren en toepassen. Het is voor mij echter geen uitgemaakte zaak dat Pearson eigenaar is van deze data. Bovendien maak ik me zorgen over de interpretatie van deze data door Pearson als ik kijk naar de stelligheid waarmee zij spreken over effectief onderwijs.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

5 reacties

  1. Als docent Engels werk ik met Engelse lesmethoden. Heerlijk, die learning analytics; ik kan in 1 oogopslag zien waar mijn studenten moeite mee hebben, wie er eerder/later kan examineren, hoeveel tijd zij aan oefeningen besteden en hoeveel pogingen zij nodig hebben. Scheelt heel veel nakijktijd en ik kan veel gerichter lesgeven. EN doeltaal=voertaal. Zeer tevreden dus.

  2. Pearson gebruikt niet alleen data. Ze geven ook opdracht aan researchers om onderzoek uit te voeren. Zo hebben ze mij bijvoorbeeld aangenomen om een litaratuuronderzoek uit te voeren in de pedagogy in MOOCs (Massive Open Online Courses). Ze pikken hun ideeen over wat effektief onderwijs is dus niet zo maar uit de lucht!

  3. Dat mag ik hopen. De wijze waarop ik Jeff Borden echter hoor praten over effectief onderwijs en eigenaarschap over data stemt mij echter niet gerust. Daar moet de onderwijsgemeenschap erg kritisch over zijn.

  4. Self-efficacy is wel een mooie term, ontleend aan de “social learning” theorie van Alfred Bandura: mensen die geloven dat ze iets kunnen (bijvoorbeeld iets kunnen leren), kunnen het meestal ook sneller en beter leren. Oftewel zelfvertrouwen en het stellen van doelen. Wat wil je eigenlijk leren? I.p.v. je moet dit leren..

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *