Binnen het domein van de onderwijskunde worden vaak stevige discussies gevoerd over de effectiviteit van didactische aanpakken. Eén van die discussie betreft de veronderstelde ‘superioriteit’ van directe instructie ten opzichte van ‘inquiry-based learning‘. Het recente review artikel Let’s talk evidence – The case for combining inquiry-based and direct instruction concludeert onder meer dat elke benadering eigen specifieke voordelen en nadelen heeft en dat de effectiviteit van elke benadering afhangt van beïnvloedende factoren.
Aanleiding voor deze publicatie is een artikel van Zhang, Kirschner, Cobern en Sweller uit 2022 waarin directe instructie over het algemeen als superieur aan onderzoekend leren wordt getypeerd. Beleidsmakers zouden dit feit volgens Zhang cs negeren. De auteurs van ‘Let’s talk evidence’ reageren op deze bewering en de vooronderstellingen waarop ze is gebaseerd. Zij concluderen onder meer dat een meer volledige en correcte interpretatie van de literatuur aantoont dat onderzoekend leren betere resultaten oplevert voor het verwerven van conceptuele kennis dan directe instructie.
De effectiviteit van elke aanpak hangt af van beïnvloedende factoren zoals het leerdoel, het betreffende domein, de voorkennis van lerenden en andere kenmerken van lerenden. Bovendien zou onderzoekend leren volgens deze auteurs het meest effectief zijn als het wordt aangevuld met begeleiding die kan worden gepersonaliseerd op basis van deze beïnvloedende factoren. Die begeleiding kan ook directe instructie impliceren. Een combinatie van onderzoek en directe instructie is volgens de onderzoekers vaak de beste aanpak om het leren van lerenden te ondersteunen.
In deze review studie hebben de auteurs gekeken naar een indrukwekkend aantal publicaties waarin geschreven wordt over de effectiviteit van op onderzoek gebaseerd onderwijs in vergelijking met directe instructie.
De auteurs stellen dat onderzoek overwegend de effectiviteit van directe instructie ondersteunt. Veel studies tonen echter de voordelen van op onderzoek gebaseerd onderwijs aan. Meta-analyses laten zien dat begeleide onderzoeksaanpakken effectiever zijn dan directe instructie. Onderzoek onderstreept dus nadrukkelijk het belang van begeleiding bij op onderzoek gebaseerd onderwijs; puur ontdekkend leren zonder begeleiding is minder effectief. De auteurs stellen verder dat correlationele studies, die bijvoorbeeld gebruik maken van PISA-gegevens, wijzen op een complexe relatie tussen de frequentie van onderzoeksaanpakken en leerprestaties, waarbij een gemengde aanpak het beste lijkt te werken. Programmagebaseerde studies tonen geen duidelijke superioriteit van directe instructie aan.
De auteurs wijzen verder op een discrepantie in de literatuur: terwijl beleidsdocumenten vaak pleiten voor op onderzoek gebaseerd onderwijs, ondersteunen gecontroleerde studies overwegend de effectiviteit van directe instructie. Echter, deze studies negeren vaak het bewijs van de voordelen van op onderzoek gebaseerd onderwijs. Meta-analyses en systematische reviews, die een breder scala aan studies omvatten, tonen aan dat op onderzoek gebaseerde benaderingen, vooral wanneer ondersteund door begeleiding, effectiever kunnen zijn dan directe instructie.
In hun analyse van gecontroleerde studies, benadrukken de auteurs dat meer dan de helft van de studies met een hoger niveau van onderzoek een significante positieve impact aantoonden in vergelijking met benaderingen met lagere niveaus van onderzoek. Daaruit blijkt dus ook dat begeleiding, zoals directe instructie, de effectiviteit van op onderzoek gebaseerd leren kan verbeteren.
De correlatieve studies, voornamelijk gebaseerd op PISA-gegevens, geven een genuanceerder beeld. Hoewel er aanvankelijk een negatieve relatie leek te zijn tussen de frequentie van op onderzoek gebaseerde activiteiten en leerprestaties, laten gedetailleerdere analyses zien dat deze relatie curvilineair is, waarbij een gemengde aanpak van directe instructie en onderzoek alweer de beste resultaten oplevert.
Programmagebaseerde studies hebben soms methodologische beperkingen hebben, zoals het ontbreken van een controle groep of het niet specifiek definiëren van de gebruikte onderwijsmethoden. Deze studies stellen dat op onderzoek gebaseerde methoden even effectief kunnen zijn als directe instructie.
Zoals gezegd zijn bij de effectiviteit van de twee benaderingen diverse factoren van invloed.
Overall concluderen de auteurs dat een flexibele aanpak, die zowel directe instructie als op onderzoek gebaseerde methoden combineert, het meest effectief lijkt te zijn in het onderwijs. Ze benadrukken dus dat zuiver ontdekkend leren zonder begeleiding minder effectief is en dat begeleiding, waaronder directe instructie, een cruciale rol speelt in het faciliteren van effectief op onderzoek gebaseerd leren.
Ik vind dit een waardevolle bijdrage, die een genuanceerd beeld schetst. Kijk dus vooral naar wat wanneer, en onder welke omstandigheden, het beste werkt. Een stammenstrijd leidt wellicht tot aandacht, maar is niet echt vruchtbaar. We moeten verder ook stoppen om een karikatuur te maken van verschillende didactische aanpakken. Zowel van directe instructie als van begeleid onderzoekend leren.
Ton de Jong, Ard W. Lazonder, Clark A. Chinn, Frank Fischer, Janice Gobert, Cindy E. Hmelo-Silver, Ken R. Koedinger, Joseph S. Krajcik, Eleni A. Kyza, Marcia C. Linn, Margus Pedaste, Katharina Scheiter, Zacharias C. Zacharia, Let’s talk evidence – The case for combining inquiry-based and direct instruction, Educational Research Review, Volume 39, 2023, 100536,
https://doi.org/10.1016/j.edurev.2023.100536
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Je conclusies deel ik ten volle. Het is wel jammer dat allerlei overheidsinstanties en ministers meelopen in de hype van directe instructie. Zowel in Australië, Engeland, Nederland en Vlaanderen is deze tendens opvallend en dweept men met deze ideologie om de dalende scores op PISA te verhogen. De overheid en de onderzoekscentra die werken voor deze overheid maken op deze wijze de weg vrij voor een staatsdidactiek waarbij de leraren geen autonome professionals zijn die erkend en gewaardeerd worden om hun expertise maar gedegradeerd worden tot volgelingen van de overheid. zie ook mijn berichten bijv. https://www.interactum.be/waarom-staat-kennis-centraal-bij-leren/