Om AI goed te kunnen inzetten, hebben docenten en lerenden verschillende vaardigheden nodig. Deze vaardigheden worden door Angela Gunder cs beschreven in acht dimensies van AI-geletterdheid, gebaseerd op het werk van Doug Belshaw over digitale geletterdheid.
De eerste dimensie is culturele AI-geletterdheid. Dit gaat over het begrijpen hoe AI wordt gebruikt in verschillende onderwijssituaties. Het herkennen van sociaal-culturele normen en praktijken die de contexten vormgeven, is van belang. Denk aan het schrijven van goede opdrachten voor AI (prompt engineering) en het voeren van gesprekken met AI-systemen om teksten, afbeeldingen en video’s te maken.
De tweede dimensie, cognitieve AI-geletterdheid, richt zich op het ontwikkelen van kennis en begrip bij het werken met AI. Net als bij het leren van een sport wordt vaardigheid volgens de samenstellers opgebouwd door te oefenen met verschillende AI-tools. Hierbij is het belangrijk om te weten wat AI goed kan en wat beter door mensen gedaan kan worden. Het gaat erom dat intellectuele vermogens worden uitgebreid door met AI te werken.
Bij constructieve AI-geletterdheid, de derde dimensie, ligt de nadruk op het maken van nieuwe content met AI. Dit vraagt om kennis van bronvermelding en ethische overwegingen bij het hergebruiken van bestaand materiaal. De vierde dimensie, communicatieve AI-geletterdheid, gaat over het effectief overbrengen van ideeën via AI. De gebruiker moet de sociaal-culturele praktijken en nuances die AI interpreteert en beïnvloedt, herkennen. Hierbij spelen toon, stijl en doelgroep een belangrijke rol.
Zelfverzekerde AI-geletterdheid vormt de vijfde dimensie. Daarbij gaat het om het begrijpen en benutten van unieke kenmerken en mogelijkheden van AI-toepassingen. Het gaat erom dat gebruikers durven te experimenteren en fouten zien als kansen om van te leren. Deze houding bevordert zelfstandig leren en probleemoplossend denken.
De zesde dimensie is creatieve AI-geletterdheid: ideeënvorming en generatieve acties met AI, waarbij de nadruk ligt op hoe AI waarde kan toevoegen en nieuwe mogelijkheden kan introduceren binnen specifieke contexten. Deze dimensie laat zien dat creativiteit met AI geen aangeboren talent is, maar een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Door nieuwe ideeën te bedenken en uit te proberen, ontstaan er vernieuwende oplossingen.
Kritische AI-geletterdheid, de zevende dimensie, wordt steeds belangrijker nu AI zich nog ontwikkelt. Lerenden zijn dan in staat de machtsdynamiek en ethische overwegingen te onderzoeken die inherent zijn aan AI-praktijken. Zij denken na over de bredere maatschappelijke gevolgen van AI-gestuurde beslissingen en acties. Het gaat om het herkennen van vooroordelen in AI-systemen en het controleren van de betrouwbaarheid van AI-gegenereerde inhoud. Ook privacy en veiligheid spelen hier een rol.
De achtste en laatste dimensie is maatschappelijke AI-geletterdheid. Daarbij gebruik je bekwaamheden op gebied van AI om een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving, om de gemeenschap te versterken, betrokkenheid te creëren en maatschappelijke vooruitgang te boeken. Voorbeelden zijn het maken van lesmateriaal dat aansluit bij verschillende culturele achtergronden en het zorgen dat iedereen toegang heeft tot AI-tools.
Deze acht dimensies zijn geen strikte scheiding tussen wel of niet AI-geletterd zijn. Volgens de samenstellers bieden deze dimensies docenten een praktische manier om over AI in het onderwijs te praten en ermee te werken. Door AI-geletterdheid als een ontwikkelproces te zien, kunnen scholen en docenten gerichter werken aan het verbeteren van deze vaardigheden.
Mijn opmerkingen
Deze dimensies vormen een nuttig raamwerk om in kaart te brengen over welke bekwaamheden we moeten beschikken om AI doordacht te kunnen gebruiken. De dimensies illustreren ook dat je vaardig kunt zijn in het creëren van nieuwe content, maar dat je tegelijkertijd minder bekwaam kunt zijn op het gebied van kritische AI-geletterdheid.
Ik vraag me wel al een tijd af of het gerechtvaardigd is om te spreken van AI-geletterdheid of dat het bekwaam en doordacht gebruiken van AI niet een onderdeel is van digitale geletterdheid. Gunder en haar collega’s gebruiken immers ook Belshaw dimensies van digitale geletterdheid.
Tegelijkertijd zie je ook dat je bij AI moet kunnen samenwerken met systemen die zelf leren en beslissingen nemen. Dit vergt specifieke vaardigheden zoals het schrijven van goede prompts en het beoordelen van AI-gegenereerde content. Het beoordelen van AI-gegenereerde content is ook lastiger dan het beoordelen van reguliere online content. Ook leidt de samenwerking van mens en AI-toepassingen tot andere vormen van creativiteit. Daarnaast spelen er nieuwe ethische vragen rond vooroordelen en eigendom.
AI is geen ‘gewoon’ aspect van digitalisering. De impact van AI gaat veel verder dan de gevolgen van, bijvoorbeeld, virtual reality of blockchain technologie. De opkomst van AI is eerder te vergelijken met de opkomst van internet zo’n dertig jaar geleden. Dit rechtvaardigt een apart raamwerk voor AI-geletterdheid.
Mijn bronnen over (generatieve) artificiële intelligentie
Deze pagina bevat al mijn bijdragen over (generatieve) artificiële intelligentie, zoals ChatGPT.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Dank, Wilfred, mooie inzichten. AI biedt taal- en cultuurdocenten kansen om literaire analyse en interculturele communicatie te verrijken, zoals het verkennen van culturele contexten via AI-analyse van historische thema’s in vertalingen of het simuleren van dialogen om morele dilemma’s in literatuur te onderzoeken. Als taal- en cultuurdocent heb ik hier didactiek literatuur bovenbouw Vwo op ontwikkeld gericht op het herziene curriculum MVT.