Digitalisering, flexibilisering en geleerde lessen van de Coronacrisis

Vandaag heb ik bij CINOP in het kader van hun Flexlab een online sessie verzorgd over de rol van digitalisering bij flexibilisering, en de effecten van de Covid-19 op het gebruik van leertechnologie voor leren, opleiden en onderwijs.

In het FlexLab werken professionals uit het (voornamelijk middelbaar) beroepsonderwijs samen werken aan succesfactoren van flexibel onderwijs.

Ik ben tijdens deze sessie eerst ingegaan op de potentie van digitalisering voor flexibilisering. Ik heb daarbij verwezen naar het whitepaper van SURF over ‘onderwijs op maat’ (pdf).

Daarin worden vijf typen van flexibilisering onderscheiden, die mogelijk gemaakt kunnen worden dankzij het gebruik van leertechnologie:

  1. Inhoudelijke keuzevrijheid. Denk aan de ontwikkeling van microcredentials.
  2. Flexibilisering op basis van de achtergrond van lerenden. Bijvoorbeeld op basis van voorkennis. Learning analytics kan worden gebruikt om op basis van kenmerken van lerenden voorspellingen te doen over het risico van uitval om daar deze lerenden vervolgens extra te begeleiden. Dit roept e.e.a. ten aanzien van privacy.
  3. Leren in eigen tempo, tijd en plaats. Ik heb daarbij gewezen op het risico van uitval van een hoge mate van flexibilisering als lerenden slecht in staat zijn hun eigen leren te reguleren.
  4. Leren op eigen niveau. Hierbij zal AI een steeds grotere rol spelen binnen adaptief leermateriaal. Je hebt dan overigens wel veel data nodig. De vraag is of dit toepasbaar is voor alle vakken en vakgebieden.

SURF onderscheidt ook nog ‘onderwijs op maat’ op basis van de manier waarop lerenden willen leren. Dit riekt mij echter te veel naar leerstijlen.

Ik heb de deelnemers ook gevraagd: voor welke vormen van flexibilisering passen jullie leertechnologie toe?

Tot maart 2020 zag je dat leertechnologie in toenemende mate werd toepast voor leren, opleiden en onderwijs. Deze toename was geleidelijk van aard. En toen kwam Covid-19. Onderwijsinstellingen gingen in korte tijd en hoog tempo aan de slag met e-learning.

Wat zijn geleerde lessen?

  • We moeten ons nog steeds zorgen maken over de beschikbaarheid van goede faciliteiten om thuis online te leren (o.a. apparaten en kwalitatief goede internetverbindingen).
  • Er was noodgedwongen vaak sprake van emergency remote teaching. Het gebruik van leertechnologie is didactisch gezien dikwijls voor verbetering vatbaar.
  • Het bevorderen van sociale verbondenheid en het aangaan van relaties verloopt online moeizaam.
  • Er was sprake van een sterke toename van synchroon online leren. Synchroon online leren is echter minder flexibel dan asynchroon online leren.
  • We realiseren ons dat we anders moeten roosteren. Er moet meer lucht in het programma komen. Creëer meer ruimte om te bewegen. Sessies kunnen beter korter. Het roosteren kan beter.
  • Je loopt het risico om een overdaad aan applicaties te gebruiken. Dat kan ook belastend werken omdat lerenden en docenten deze applicaties moeten leren gebruiken.
  • Naarmate online leren meer intensief wordt toegepast, moeten lerenden in staat zijn hun eigen leren meer en beter te reguleren. Veel lerenden hebben daar moeite mee.
  • Op een gegeven moment zijn we simultaan onderwijs gaan toepassen. Deze manier van onderwijs kent echter de nodige ‘uitdagingen’ op het gebied van organisatie, didactiek en betrokkenheid.

Ik heb de deelnemers via Mentimeter gevraagd of zij deze geleerde lessen herkennen.

Daarna zijn we stil blijven staan bij vijf belangrijke didactische principes waar je rekening mee moet houden als je leertechnologie inzet (er zijn er meer):

  1. Laat leerstof actief verwerken. Je onthoudt leerstof beter als je deze actief verwerkt, in plaats van passief consumeert.
  2. Activeer voorkennis. Mensen leren effectief als zij nieuwe kennis kunnen verbinden met datgene wat zij al weten. Die kennis moet je wel eerst ophalen uit het lange termijn geheugen.
  3. Betrek lerenden bij het oplossen van realistische taken of problemen. Volgens David Merrill zouden realistische vraagstukken uit de (beroeps)praktijk het startpunt moeten zijn voor leren. Deze vraagstukken geven betekenis aan het leren. Je zou de taak moeten laten zien aan lerenden. Ook zou je moeten beginnen met eenvoudige problemen. Als je eenvoudige problemen kunt oplossen, dan kun je vervolgens werken aan meer complexe vraagstukken.
  4. Gebruik tests als leeractiviteiten. Laat leerlingen meerdere keren oefenen. Daardoor leren zij beter.
  5. Gebruik feedback. Feedback is belangrijk voor leren. E-learning content bevat lang niet altijd goede feedback.

Vervolgens heb ik de deelnemers in break-out rooms één online werkvorm laten ontwikkelen op basis van één van deze didactische principes. Ik heb daarbij aangegeven over welke functionaliteiten/leertechnologieën zij beschikken. Ik heb ook een uitgewerkt voorbeeld gegeven.

Na de plenaire presentatie heb ik zelf nog heel kort enkele voorbeelden van online werkvormen gegeven.

Vervolgens ben ik nog stil blijven staan bij het belang van online socialisatie. Naarmate we meer online leren zullen we ook meer moeten investeren in online socialisatie. Ga tijdens sessies bijvoorbeeld niet meteen op de zakelijke tour. Geef ook ruimte voor informele gesprekken. Ik heb de deelnemers gevraagd hoe binnen hun instellingen socialisatie en verbondenheid online vorm krijgen. Vervolgens heb ik daarover ook tips gegeven.

Hieronder vind je mijn slides:

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *