In gesprekken over digitalisering stellen gesprekspartners nog steeds vaak dat technologie maar een middel is. Ze willen hiermee benadrukken dat het gebruik van digitale technologie geen doel op zich is, maar doelen moet dienen. Voor mij is digitale technologie echter altijd meer geweest dan een middel. In het tijdperk van ‘assistive computing’ raak ik daar steeds meer van overtuigd.
Ik heb jarenlang betoogd dat digitale technologie een ‘enabler’, een facilitator en een katalysator is:
- ‘Enabler’: je gebruikt digitale technologie om processen of activiteiten uit te voeren, die je zonder technologie niet kon doen. Dankzij technologie kun je bijvoorbeeld een cursus verzorgen waar duizenden deelnemers in participeren. Er is sprake van echte innovatie. Het product, proces, organisatiemethode of de organisatie is nieuw of significant verbeterd. Er is ook sprake van een significante impact.
- Facilitator: je gebruikt digitale technologie om bestaande processen of activiteiten uit te voeren. Het bestaande proces wordt dan hooguit versterkt, maar niet vernieuwd of significant verbeterd. Een voorbeeld is het vervangen van een lezing door een aantal kennisclips die lerenden in eigen tijd en tempo kunnen bestuderen.
- Katalysator: je gebruikt digitale technologie om bestaande processen of activiteiten sneller en efficiënter uit te voeren. Dankzij een leermanagementsysteem kun je de workflow rond opdrachten maken en feedback geven bijvoorbeeld veel sneller en efficiënter laten verlopen.
Nieuwe technologische ontwikkelingen, zoals de opkomst van generatieve AI en computers die verder in kracht toenemen, leiden er echter toe dat digitale technologie ook meer is dan een ‘enabler’, een facilitator en een katalysator.
Volgens Amy Webb betreden we namelijk het tijdperk van ‘assistive computing’. Het tijdperk van ‘assistive computing’ markeert een belangrijke verschuiving in de manier waarop mensen met technologie omgaan. Mede dankzij AI evolueert technologie van hulpmiddel naar een digitale collega of assistent die jou ondersteunt bij uiteenlopende taken en activiteiten. Alomtegenwoordige technologie is daarbij in staat om menselijke vaardigheden aan te vullen en te verbeteren. De technologie kan zelfstandig problemen en leren van feedback van gebruikers.
Webb geeft als voorbeeld een AI-toepassing die helpt bij het bestrijden van kanker op een manier die mensen alleen niet voor elkaar zouden krijgen. ChatGPT kan bijvoorbeeld in korte tijd de kern formuleren van een artikel, waardoor een professional veel sneller kan analyseren of de bijdrage relevant is. Dat betekent overigens ook dat werknemers moeten leren hoe zij slim kunnen samenwerken met deze technologieën. ‘Digitale technologie als collega’ doet een groot beroep op vakkennis -je moet in staat zijn om het werk van bijvoorbeeld ChatGPT inhoudelijk te controleren, bijvoorbeeld op ‘bias’- en op nieuwe vormen van digitale geletterdheid (hoe formuleer je bijvoorbeeld een goede opdracht aan een chatbot?).
In het tijdperk van ‘assistive computing’ doe je technologie daarmee echt te kort als je het bestempelt als ‘middel’.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie