Digitale technologie en het mogelijke onderwijs van de toekomst (een ‘niet-dom’ optimisme)

Digital technology and the futures of education – towards ‘non-stupid’ optimism is een -naar eigen zeggen- constructief-kritisch paper van Keri Facer en Neil Selwyn, in opdracht van de UNESCO. De auteurs constateren op basis van een terugblik op veertig jaar gebruik van leertechnologie dat ‘ed tech’ de hooggespannen verwachtingen niet heeft waargemaakt. Toch zien deze auteurs ook potentie in leertechnologie, als we vier uitdagingen weten aan te pakken.

De auteurs kijken vanuit een historisch perspectief naar de toepassing van digitale technologieën in het onderwijs (‘leertechnologie’, ‘educatieve technologie’ of ‘edtech’), ter ondersteuning van doceren, leren en en het werk van docenten. Zij blikken terug op de belangrijkste trends, thema’s en geleerde lessen met betrekking tot het gebruik van leertechnologie vanaf het begin van de jaren tachtig tot nu. Vervolgens kijken zij naar wat kan worden geleerd van de ongelijke effecten en uitkomsten van het gebruik van leertechnologie tijdens het ‘onderwijs op afstand tijdens de Coronacrisis.

Facer en Selwyn beschrijven een aantal terugkerende thema’s van de afgelopen 40 jaar, waaruit blijkt dat ‘ed tech’ faalt als het gaat om beloften zoals het verbeteren van leren, het aanpakken van ongelijkheid en het verminderen van de werkdruk van docenten, alsmede het benadrukken van de onbedoelde bredere gevolgen die met de invoering van leertechnologie naar voren komen.

Zij concluderen:

  1. Digitale technologieën op zichzelf transformeren het onderwijs niet.
  2. Digitale technologieën verbeteren het leren van zichzelf niet.
  3. Digitale technologieën helpen ongelijkheden niet oplossen.
  4. Digitale technologieën verlichten het werk van docenten niet. Er moet vaak eerst geïnvesteerd worden.
  5. Er zijn onbedoelde gevolgen van het gebruik van digitale technologie in het onderwijs die onmogelijk te voorspellen zijn en die veel verder reiken dan ‘leren’ (dank aan het bevorderen van ongelijkheid).
  6. Eventuele “effecten” zijn contextspecifiek en hangen samen met socio-technische factoren. Er bestaat niet zo iets als ‘one-size-fits-all’.

In summary, what the last 40 years has taught us is that hoping that technology alone will address education’s fundamental challenges is as unrealistic as it is inefficient.

Desalniettemin blijft er volgens Facer en Selwyn een hardnekkige en charismatische aantrekkingskracht uitgaan van de invoering van leertechnologie in het onderwijs. ‘We’ blijven geloven dat reeds lang bestaande problemen kunnen worden opgelost met leertechnologie. Daardoor blijven ‘we’ dromen van een hyperefficiënte technologische toekomst, en pakken we sociale en materiële belemmeringen voor gelijke kansen op onderwijs- en sociaal gebied niet echt fundamenteel aan.

Toch zien ook deze auteurs de potentie in de ondersteuning die nieuwe technologie kan bieden bij het oplossen van deze knelpunten. Zij stellen dat inzicht in het potentieel van nieuwe technologieën, zoals AI, vereist dat we ons denken en onze experimenten richten op de vier uitdagingen:

  1. Het gebruik van leertechnologie voor het erkennen en aanpakken van kwesties van gelijkheid, diversiteit en het overwinnen van achterstand, alsmede het potentieel van deze instrumenten om zelf dergelijke achterstand te produceren en te reproduceren.
  2. Het ondersteunen de ontwikkeling van leertechnologieën die zich richten op de rol van collectiviteit, gemeenschap en saamhorigheid als een wezenlijk kenmerk van onderwijs en als een kernonderdeel van het doel van het onderwijs.
  3. Het centraal stellen van de eindgebruikers van leertechnologieën, niet als geïsoleerde eenzame lerende, maar als professionele docenten en lerenden die deze middelen gebruiken als aanvulling van manieren van leren, en niet als vervanging.
  4. Precies beoordelen wanneer en waar leertechnologie -rekening houdend met de materiële kosten en CO2-uitstoot- essentieel zijn voor onderwijs (en waar niet). Daarbij zou je moeten zorgen voor een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Ik neem aan dat bij punt 4 over de werkdruk een ‘niet’ mist, klopt dat?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *