Vandaag werd de oprichting van de Open Universiteit gevierd, de Dies Natalis. Het thema was het gebruik van sociale media in het onderwijs. ‘Wat is wijs gebruik?’, zo vroeg spreker en collega Peter Sloep zich af.
Volgens hem kun je daarbij uitgaan van de technologie, technology push. Dan kunnen er didactische drama’s ontstaan. De andere benadering, technology pull, kan evenwel tot geminste kansen leiden. Omdat je onvoldoende gebruik maakt van de mogelijkheden van ICT. Wat moet je dan kiezen?
Peter Sloep gaf daarbij drie voorbeelden.
Het eerste voorbeeld is reflectieblogs. Collega studenten kunnen dan reageren op leerervaringen die jij hebt opgedaan. Dat zou tot verdieping moeten leiden. Daar heeft Sloep onderzoek naar gedaan. Hij constateerde dat studenten veel interacteerden, maar na aarzelingen werkte dat goed. Docenten en studenten waren tevreden.
Voorbeeld twee betreft peer support via wiki’s bij afstandsonderwijs. Omdat docenten niet altijd aanwezig zijn, kunnen studenten via een wiki aan elkaar vragen stellen. Mensen zouden aan elkaar gekoppeld worden, op basis van interesses. De kwaliteit van antwoorden bleek vaak goed te zijn.
Deze innovaties kenmerken zich door een redelijk goed gedefinieerd onderwijskundig probleem, het nut van de innovatie was aantoonbaar en het gebruik van ICT extrapoleert (je hoeft het onderwijs niet op z’n kop te zetten, risicoloos).
Een derde voorbeeld is Biebkracht, waar mensen kunnen samen komen en met elkaar kunnen interacteren. Biebkracht is bedoeld om bibliotheken te helpen een omslag te maken naar de rol van informatiemakelaar. Ook dit initiatief lijkt veel belovend. Wel speelt hier een dilemma tussen top-down en bottom-up.
Dit voorbeeld verschilt van de eerste twee. In dit voorbeeld gaat het om een ander type ‘leerprobleem’. Ook is het meer een vorm van push dan pull. Bovendien weten de initiatiefnemers niet zeker of de oplossing past bij het probleem van de bibliotheken, en mede daardoor erg risicovol.
Risicovol ook in de zin van innovatie. Dit voorbeeld richt zich op een ontwrichtende, disruptieve, innovatie. In zo’n omgeving komt namelijk zeer veel informatie voor, van veel gebruikers. Er wordt daarom gekeken of recommender systemen (denk aan Amazon) hierbij een rol kunnen spelen. Maar hoe weet je dat een aanbeveling ‘waardevol’ is? Daarvoor zijn profielen van belang, die ook dynamische gegevens bevatten (online learner identity).
Probleem: deze informatie is niet het eigendom van de gebruiker, maar wordt achter de schutting van Google, Facebook etc gehouden. Bovendien is dynamische informatie gefragmenteerd, waardoor deze informatie in een bepaalde context verkeerd geïnterpreteerd kan worden.
Kwalitatief goed werkende recommendersystemen zijn volgens Sloep dan ook van groot belang van voor online leren.
Sloep sloot af met de opmerking dat juist de OU niet zou moeten schuwen om een belangrijke rol te spelen op het gebied van dergelijke disruptieve innovaties.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie