Didactische principes van micro learning

Ik moet eerlijk bekennen dat ik me ook wel eens heb afgevraagd of we behoefte hebben aan de aparte term ‘micro learning’, één van de huidige trends op het gebied van technology enhanced learning. Christian Glahn laat echter zien dat micro learning meer is dan het bestuderen van kleine hoeveelheden leerstof.

Feedback
Foto: Mohamed1982eg, Pixabay

Glahn verzet zich tegen criticasters van micro learning. Volgens hem ligt bij micro learning de focus niet zo zeer op “learning resources and chunking them into digestible sizes” (waarbij met name gekeken wordt naar video die ‘just-in-time’ bestudeerd kunnen worden). Uit Glahn’s bijdrage zijn de volgende kenmerken af te leiden:

a) Leeractiviteiten worden over een langere periode verspreid (spacing). Dit gebeurt ook vanuit het oogpunt van motivatie. Werknemers hebben geen tijd om veel tijd te besteden aan leren. Als je leeractiviteiten in kortere tijd kunt uitvoeren, ben je sneller geneigd er aan deel te nemen. Micro learning is bedoeld om efficiënt te leren en medewerkers in staat te stellen sneller te starten met nieuwe en meer complexe leeractiviteiten.

b) Het gaat bij micro learning om het verbeteren van de performance. Veel beroepen vragen ook om bewijs dat je wat hebt geleerd. In de praktijk worden hiervoor vaan multiple choice-toetsen gebruikt. Dit is overigens geen sterke manier van het beoordelen van performance (deze vragen richten zich op het niveau van kennen en weten hoe kennis moet worden toegepast). Het zijn echter betere manieren van beoordelen dan zelfrapportages, meent Glahn.

c) Er is sprake van zelfgereguleerd leren waarbij de lerende zelf veel grip heeft op het leerproces. Leeractiviteiten bestaan dan uit taken en prikkels om in actie te komen, acties, feedback en reflectie. Zogenaamde feedback loops spelen hierbij een belangrijke rol. Performance en feedback zijn dan nauw aan elkaar gekoppeld.

d) Leeractiviteiten staan (relatief) los van elkaar. Dat betekent dat lerenden het leren kunnen onderbreken nadat zij een activiteit hebben afgerond. Je hoeft ook geen leeractiviteiten te herhalen, om de draad weer op te pakken.

e) Leeractiviteiten duren heel kort, vaak minder dan een minuut. Op de werkplek is het erg belangrijk dat lerenden een leeractiviteit snel kunnen starten en afronden. Dat verlaagt de drempel om te gaan leren. Dat betekent ook dat je aparte systemen hiervoor nodig hebt, omdat het bij klassieke leermanagement systemen een tijd duurt voordat je bij de betreffende leeractiviteit bent aangeland.

f) Spacing is eerder een neveneffect dan een centraal concept. Desalniettemin is het ook belangrijk om met name meer ingewikkelde vragen vaker te herhalen.

If pushed, learners are more likely to engage in a few micro activities because they know that they are not stuck in a lengthy process and feel in control of the time they dedicate to learning.

g) Mobiele technologie kan micro learning bevorderen. Micro learning en mobile learning zijn echter verschillende concepten. De motiverende aspecten van micro learning zijn belangrijker dan het mobiele karakter.

Volgens Glahn kan micro learning effectief zijn voor werkplek leren en binnen het hoger onderwijs. De paragraaf ‘Does Micro Learning work?’ lijkt echter vooral gebaseerd te zijn op zelfrapportages waarvan Christian Glahn zelf al heeft aangegeven dat deze niet heel betrouwbaar zijn.

Glahn illustreert dat micro learning meer is dan het bestuderen van kleine hoeveelheden content. De feedback loops vormen een essentieel element. Ook gaat het vooral om het verbeteren van performance. Een zwak punt daarbij is m.i. hoe je performanceverbetering meet. Verder valt op dart Glahn de nadruk legt op motivatie, ook al zegt motivatie niets over effectief leren.

Het zal ook duidelijk zijn dat micro learning één van de vormen van leren is, die relevant is voor arbeidsorganisaties.

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *