Volgens Guy Wallace kun je e-learning voor veel categorieën kennis en vaardigheden toepassen. Maar niet voor alle categorieën.
Wallace licht dit toe in de blogpost L&D: The Affordances & Limitations of Elearning. Hij licht de termen ‘affordances’ en ‘e-learning’ overigens niet toe. Laat ik dit wel doen.
De term ‘affordances’ is lastig te vertalen. Een vaker gebruikte definitie (van Haskin) is: de kwaliteiten of eigenschappen van een object die het mogelijke gebruik ervan bepalen of duidelijk maken hoe het kan of moet worden gebruikt. In relatie tot e-learning vat ik dit samen als (waargenomen) didactische eigenschappen.
Als het gaat om e-learning, hanteer ik de volgende onderverdeling van Clive Shepherd (2013):
- Zelfstudie lessen (die meestal worden geassocieerd met e-learning; er zijn mensen die spreken over “de e-learning(s)” als zij het over zelfstudie lessen hebben).
- Virtual classrooms.
- Simulaties en virtuele werelden (waartoe ook serious games en VR behoren).
- Online bronnen raadplegen (bijvoorbeeld via zoekmachines).
- Online samenwerken (in communities of netwerken).
Guy Wallace onderscheidt zeventien categorieën kennis en vaardigheden (van beleid/procedures/richtlijnen van een organisatie tot functioneel specifieke kennis en vaardigheden. Samenvattend gaat het om:
- Het ontwikkelen van bewustwording.
- Het ontwikkelen van kennis.
- Het ontwikkelen van computervaardigheden.
- Het ontwikkelen van vaardigheden op het gebied van besluitvorming.
- Het ontwikkelen van manuele vaardigheden.
- Het ontwikkelen van (inter)persoonlijke vaardigheden.
Bij leren maakt Wallace dan een onderscheid tussen informatie verwerken, demonstreren en oefeningen om toe te passen.
Wallace concludeert dat informatie verwerken en demonstreren voor al deze categorieën via e-learning kunnen. Verder kun je volgens hem e-learning ook vaak voor het oefenen van toepassingen inzetten, behalve als het gaat om manuele vaardigheden en (inter)persoonlijke vaardigheden.
Daar komt bij dat je ook nog andere afwegingen maakt bij de keuze om wel of geen e-learning in te zetten (zoals kosten).
Mijn opmerkingen:
- Ik mis attitudeontwikkeling, al vermoed ik dat dit bij Wallace onder (inter)persoonlijke vaardigheden valt.
- Ik zou de herziene taxonomie van Bloom hebben gebruikt, in plaats van de indeling informatie verwerken, demonstreren en oefeningen om toe te passen.
- Je moet bij de keuze voor e-learning inderdaad meer afwegingen maken. Zijn je docenten/trainers er klaar voor? Hoe staat het met de technische faciliteiten? Wat is de attitude van lerenden ten opzichte van e-learning? Enzovoorts.
- Wallace onderschat volgens mij de mogelijkheden om (inter)persoonlijke vaardigheden dankzij e-learning te oefenen. Een voorbeeld is het live online mee kunnen kijken bij een oefening en daar feedback op geven. Of het oefenen van presentatievaardigheden in een VR-omgeving. Nieuwe technologische ontwikkelingen bevorderen nieuwe didactische toepassingen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie