Hoe kun je het concept van de flipped classroom concreet handen en voeten geven? Jackie Gerstein heeft hiervoor een model ontwikkeld, dat is gebaseerd op een oude vertrouwde didactische aanpak.
In de bijdrage Flipped Classroom: The Full Picture for Higher Education gaat Jackie Gerstein in op de achtergronden van dit concept, issues bij de implementatie en op een implementatiemodel, dat m.i. voor het hele onderwijs relevant is (niet alleen voor het hoger onderwijs, zoals de titel suggereert).
Gerstein illustreert dat technologische ontwikkelingen (zoals online video) en inzichten rond onderwijs en leren ten grondslag liggen aan dit concept. Veel van wat in inleidingen wordt verteld, wordt bijvoorbeeld snel vergeten. Na de met argumenten zeer uitvoerig geïllustreerde inleiding schetst Jackie Gerstein twee knelpunten bij de implementatie van dit concept:
- Het is niet per definitie een nieuw onderwijsparadigma. Dikwijls is sprake van een nieuwe verpakking van een traditionele didactiek.
- Docenten moeten opnieuw leren hoe zij de face-to-face bijeenkomsten moeten vormgeven.
Het derde en meest interessante deel van deze uitvoerige blogpost gaat over het experimentiële flipped classroom model. Gerstein bespreekt eerst de uitgangspunten van dit model. Lerenden moeten zich bijvoorbeeld persoonlijk verbonden voelen met het onderwerp. Ook moeten inleidingen (in welke vorm dan ook) het leren faciliteren, maar niet sturen. Lerenden zouden vraagstukken ook eerst zelf moeten onderzoeken, voordat zij uitleg bestuderen.
Mede op basis van Kolb’s leercyclus (ervaringen opdoen, reflecteren, conceptualiseren, actief experimenteren) en het 4MAT-model (aannames, vragen naar betekenis, concepten en bekwaamheden: als, wat, waarom en hoe) presenteert Gerstein haar model voor de flipped classroom:
- Ervaringen opdoen via authentieke experimenten of simulaties, die door een docent gefaciliteerd en gegenereerd worden. Het verkennen van een probleem of vraagstuk valt hier ook onder. Bijvoorbeeld via Google Earth. Volgens mij moet je als docent persoonlijke betrokkenheid vaak stimuleren (lerenden hebben dat niet altijd vanzelf). Volgens mij wordt deze stap bij de flipped classroom niet altijd gezet, maar wordt (te?) snel overgestapt naar de volgende fase.
- Vervolgens verkennen de lerenden via video’s, artikelen, podcasts en andere bronnen wat experts over het vraagstuk te zeggen hebben. De docent stelt bronnen ter beschikking. Lerenden vragen hierbij, bijvoorbeeld via chat, ook naar elkaars mening.
- Daarna reflecteren lerenden op datgene wat zij tot dusver hebben gevonden. Gerstein schrijft:
Learners develop skills for reflective practice through discussing, reviewing, analyzing, evaluating, and synthesizing key learning through their experiential activities and exploration of expert commentaries.
In deze fase ondersteunt de docent de lerenden bij het reflecteren. Hij biedt bijvoorbeeld een structuur aan. In deze fase kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van weblogs. Toetsen kunnen worden gebruikt om te kijken in hoeverre de lerenden begrip over het vraagstuk hebben ontwikkeld.
- Tenslotte passen de lerenden het geleerde toe, laten zij zien wat zij geleerd hebben. Bijvoorbeeld door demonstraties en presentaties te geven. Lerenden creëren individueel.
Jackie Gerstein maakt gebruik van een eenvoudig en bekend didactisch concept. Daarbij maakt zij niet altijd even consequent gebruik van de modellen die zij aanhaalt (zoals het 4MAT-model). Haar model is wat mij betreft ook generiek voor technology enhanced learning toepasbaar. In alle fases kun je technologie inzetten om leren te faciliteren en versterken. Op deze manier kun je ook andere didactische modellen toepassen op de flipped classroom.
Behalve dat Gerstein de flipped classroom ‘handen en voeten’ geeft, is dat wat mij betreft ook de grootste waarde van deze blogpost.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie