Discussies kunnen zinvolle leeractiviteiten zijn. Ze kunnen bijdragen tot meer begrip over een onderwerp. Tijdens bijeenkomsten zijn er echter altijd lerenden die het -om wat voor reden dan ook- lastig vinden om in discussies te participeren. Bovendien heb je tijdens face-to-face discussies vaak te maken met personen die het gesprek domineren. Hoe kan leertechnologie hierbij helpen?
Eric Sheninger was zo’n leerling die terughoudend was in het participeren in discussies (inmiddels is hij directeur van een school). In The Pedagogy of Digital Discussion blikt hij terug op zijn ervaringen als leerling. Sheninger meent dat hij meer betrokken zou zijn geweest bij het onderwijs als men destijds de beschikking had gehad over interactieve tools zoals Mentimeter, GoSoapBox, Tozzi en Padlet (peersoonlijk ben ik ook gecharmeerd van Tricider).
Eric Sheninger gebruikt deze tools zelf tijdens face-to-face workshops om conversaties te stimuleren en te versterken. In zijn bijdrage presenteert hij richtlijnen voor ‘Class Discussion’:
- Ten behoeve van de leergemeenschap: luister (naar meningen van anderen), vat samen (in eigen woorden), bouw (voort op de opvatting van de vorige spreker), beoordeel (om aandacht op het belang van een andere mening te richten).
- Ten behoeve van kennisontwikkeling: verifieer (voorkennis toetsen), verklaar (beargumenteer je reactie), ondersteun (geef voorbeelden), verbind (met andere opvattingen).
- Ten behoeve van ‘rigorous thinking’: verdedig (argumenteer ten opzichte van een andere mening), daag uit (vraag om bewijs en onderbouwingen), combineer (diverse bronnen), voorspel (trek conclusies en formuleer resultaten).
Volgens Sheninger hebben digitale discussies een aantal voordelen/kenmerken:
- Je kunt ‘creativiteit’ in antwoorden gebruiken (door bijvoorbeeld video en afbeeldingen toe te voegen).
- Je hebt gelegenheid voor open reflecties.
- Je biedt lerenden de mogelijkheid om te antwoorden en vragen te stellen.
- Je bent meer in staat in te spelen op behoeften van verlegen en introverte lerenden.
- Je kunt conversaties over de schooldag heen tillen.
- Je kunt anderen buiten de school erbij betrekken.
- Je kunt aan ouders en andere belanghebbenden presenteren wat geleerd is.
- Je ontwikkelt een cultuur op basis van vertrouwen en verantwoordelijkheid.
Het voorlaatste kenmerk kan volgens mij overigens op gespannen voet staan met het laatste kenmerk. Ik zou conversaties niet snel aan ouders presenteren.
Eric Sheninger richt zich op het gebruik van digitale tools tijdens bijeenkomsten. Je bent echter niet altijd in staat om elkaar face-to-face te ontmoeten en momenten te plannen om met elkaar van gedachten te wisselen. Dan zijn asynchrone online discussies (dus tijd- en plaatsonafhankelijk) een goede mogelijkheid. Asynchrone online discussies hebben overigens ook didactische voordelen als je wel fysiek bij elkaar kunt komen.
Jeroen Bottema heeft een tijd geleden een uitstekende blogpost geschreven over de opvattingen van hoogleraar Diana Laurillard over online discussiëren. Zij stelt dat asynchroon online discussiëren kan helpen grip te krijgen op het eigen denken en kan leiden tot een dieper begrip en gedeelde consensus. Asynchroon discussiëren leidt dan tot meer ruimte voor reflectie, in vergelijking tot synchroon discussiëren.
Er is echter wel wat voor nodig om online discussiëren tot een succes te maken. Zo moeten diverse activiteiten worden uitgevoerd (zoals beargumenteren of reflecteren op eigen perspectief, in relatie tot de perspectieven van anderen). Ook kan een te grote groep weliswaar leiden tot veel reacties, maar niet tot daadwerkelijke diepgang.
Peer discussie vraagt bovendien om “instructie, betrokkenheid en nabespreking van en met de docent, anders sturen studenten elkaar het bos in” (aldus Jeroen). Structureer en ondersteun de discussie. Vraag lerenden het karakter van hun bijdrage te typeren als de technologie dat niet faciliteert (zoals vraag, commentaar, kritiek of probleemidentificatie). Geef feedback op proces en inhoud. Communiceer over verwachtingen en maak gebruik van protocollen voor online discussies.
Overigens kunnen lerenden ook modereren. Peer moderation is volgens onderzoek schijnbaar effectiever dan teacher moderation.
In De complexiteit van online asynchrone discussie (5) gaat Jeroen Bottema vervolgens onder meer in op een “Framework for learning through online discussion“. Dit kader beschrijft fases in een asynchrone online discussie:
- Covert individual thinking: de student neemt kennis van bijdragen van andere groepsleden door bijdragen te lezen en verbindingen te maken met eigen opvattingen.
- Overt collective informed thinking: de student wordt bevestigd in het eigen denken, wordt aan het twijfelen gebracht en past het eigen denken wellicht aan.
- Articulation: het eigen denken wordt zichtbaar gemaakt via een bijdrage aan de discussie.
- Shared understanding overt collective thinking: de lerende verwijst in de bijdrage naar het denken van anderen in de groep en verbindt het eigen denken daarmee.
- Overt individual thinking: de lerende maakt alleen het eigen denken zichtbaar en legt geen relatie met het denken van anderen.
Digitaal discussiëren kan een goede leeractiviteit zijn, maar vraagt meer van lerenden en moderatoren dan je op het eerste oog zou verwachten. Dat blijkt wel uit deze bijdragen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie