Derde bloemlezing MOOC-artikelen

De opkomst van Massive Open Online Courses is op dit moment ongetwijfeld de belangrijkste ontwikkeling op het gebied van ICT in het hoger onderwijs. De applicatie Pocket (waarin ik nog te lezen blogposts bewaar) puilt uit met tal van bijdragen over MOOC’s. Tijd voor een derde bloemlezing.

  • Scott Cronenweth stelt (net als ik doe) dat je niet eenzijdig moet kijken naar ‘completion rates‘ van MOOC’s, maar dat je oog moet hebben voor de motivatie om aan MOOC’s deel te nemen. Cronenweth onderscheidt drie redenen waarom je aan een cursus deel neemt:
    • Perceptie van huidig of toekomstig economisch of persoonlijk voordeel.
    • Afstemming met waarden en ethiek, de behoefte om anderen te helpen.
    • Op zoek naar prikkels (uitdaging of plezier).

    Hij schrijft:

    Enrolling in a MOOC costs nothing and failing a MOOC costs nothing. But MOOCs also don’t entail credits – perhaps a big reason why many students wouldn’t be willing to pay even a token amount for them.

    Hoe meer studenten investeren in een MOOC, des de groter de kans dat zij deze afmaken, concludeert hij.
    Opvallend: de bijdrage Measuring the Motivation of MOOC-Takers is (4 februari 201) niet meer online te vinden.

  • Andrew Ng van Coursera beschrijft in Learning From MOOCs dat de ontwikkeling van MOOC’s eigenlijk nog één groot leerproces is. Docenten kunnen volgens hem veel leren van het verzorgen van MOOC’s. De dynamiek van het massale karakter dwingt hen na te denken over leerinhouden en didactiek. Om docenten op dit terrein kennis te laten uitwisselen, heeft men de cursus ‘Teaching a MOOC‘ gelanceerd.

    Throughout the entire MOOC creation process, educators must constantly be student-focused, figuring out what is the most useful content for their students to experience next. With no admissions office, online students are vastly more diverse than the students in a typical college classroom. They vary in educational background, learning ability, and culture. Students are also at different points in their life, and range from teenagers to working professionals to retirees, and may have different learning goals. Educators have to make classes accessible without underestimating student ability, aldus Ng.

    Ng stelt ook dat de cursussen deel uit maken van een breder ecosysteem, waarvan ook sociale netwerken deel uit maken (waar ook wordt gecommuniceerd over de cursus). Hij meent ook dat docenten dankzij MOOC’s vaker van en aan elkaar leren.

  • Hoogleraar Scott E. Page gebruikt MOOC’s om kennis over zijn onderzoek met belangstellenden te delen. Via een MOOC kan hij betrekkelijk eenvoudig een grote groep geïnteresseerden bereiken. Page meent verder dat bedrijven als Coursera en Udacity gaan verdienen aan MOOC’s, maar individuele universiteiten niet. Hoe meer universiteiten MOOC’s aanbieden, des te lager zal het aantal deelnemers zijn. Page geeft ook inzicht in de kosten van een MOOC (300-400 uur werk per MOOC), en in het belang van modules van beperkte omvang die ook los te volgen zijn. Page krijgt nu ook veel meer mails met vragen van belangstellenden.
  • Phil Hill onderscheidt een aantal “education delivery” modellen, en heeft de xMOOC’s en cMOOC’s daar ook in ondergebracht. Hij schrijft dat het MOOC2Degree-concept probeert om belangstellenden, die MOOC’s volgen, tegen lage kosten van een certificaat te voorzien. Daardoor kunnen MOOC’s ook tot een diploma leiden. Verschillende universiteiten participeren in dit initiatief.

    In that program 10 partner institutions offer open online courses for credit, although they don’t consider the courses technically to be MOOCs. One significant difference is that 2U targets elite universities for specific domains, whereas Academic Partnerships has a broader focus, primarily targeting public colleges and universities, regardless of status.

    Dit zou, denkt Hill, wel eens tot een nieuwe generatie MOOC’s kunnen leiden. Hij stelt daarbij ook dat bestaande elektronische leeromgevingen vaak niet in staat zijn snel op te schalen. Verder besteedt hij aandacht aan cursusontwerp en didactisch ontwerp.

  • The MOOC Model: Challenging Traditional Education is een algemeen inleidend artikel over
    • MOOC’s die via accreditatie-instituten leiden tot een diploma,
    • de relatie tussen kwaliteit van de MOOC en geloofwaardigheid van de organisatie (veel lerenden zijn nog niet in staat om zelfgeorganiseerd te leren, dankzij de analyse van veel data kun je leren meer personaliseren),
    • de gevolgen van MOOC’s voor het business model van onderwijsinstellingen.

    De voordelen van universitair campusonderwijs (socialisatie, netwerken, voorbereiden op de loopbaan) kunnen dankzij initiatieven als Coursera of Udacity wel eens ongedaan gemaakt worden:

    When used to connect talent directly to prospective employers, MOOCs can circumvent one of the few remaining rationales for seeking a traditional college experience.

    Je behaalt je diploma dankzij partnerships van meerdere universiteiten, ook niet meer via één onderwijsinstelling. Traditionele instellingen voor hoger onderwijs zijn daardoor niet meer immuun voor disruptieve innovaties, meent de auteur.

 

Zie ook:

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *