Denken in termen van ‘aanwezigheid’ in plaats van contacttijd #OEB20

In de aanloop van Online Educa -dit jaar van 2-4 december 2020- laat de organisatie in OEB Insights sprekers aan het woord. In de meest recente uitgave onder andere David White van de University of the Arts London. Volgens White moeten we op een andere manier naar contacttijd kijken.

David White stelt onder meer dat we kritische vragen die we ten aanzien van online onderwijs stellen, ook zouden moeten stellen met betrekking tot face-to-face onderwijs. Dan gaat het over vragen met betrekking tot engagement, toegankelijkheid en inclusie. Ook zou je online onderwijs niet moeten beoordelen vanuit de verwachtingen die je hebt ten aanzien van face-to-face onderwijs.

White stelt verder dat het principe van ‘contacttijd’ een belangrijke belemmering vormt voor online onderwijs.

our limited conception of ‘Contact’ is antithetical to what we claim we are trying to achieve, especially when we move online.

Door uit te gaan van contacttijd krijg je vormen van online onderwijs waarbij lerenden vier uur synchroon online leren. Volgens David White zou je eerder uit moeten gaan van ‘presence’, van aanwezigheid, in plaats van contacttijd. Deze ‘presence’ -de mate en vorm waarin een docent aanwezig is- kan verschillende vormen aannemen. Variërend van reageren op mails, aanwezig zijn in video opnames, vragen beantwoorden tijdens live online sessies en -op termijn- aanwezig zijn tijdens face-to-face bijeenkomsten.

Ik deel David White’s kritiek op contacttijd. Het gaat immers om de invulling van de tijd die besteed wordt aan doceren en leren (online en face-to-face). Maar ik moest toch ook denken aan docenten in een artikel in De Volkskrant die illustreren dat face-to-face contact docenten meer informatie geeft over het welbevinden van leerlingen dan online contact. Bijvoorbeeld:

Dat meisje kan zich vandaag niet concentreren. Hij moet alweer een pen lenen van een klasgenoot. En wat heeft die jongen daar achterin toch altijd vieze nagels, dat moet ze toch echt eens aan zijn mentor doorgeven.

Bij face-to-face contact ben je beter in staat gedrag van lerenden te observeren en te zien of lerenden goed in hun vel zitten of niet. Tegelijkertijd moet je m.i. ook erkennen dat het observeren van het welbevinden van lerenden in het basis- en voortgezet onderwijs belangrijker is dan bij de meeste vormen van leren van volwassenen.

Andere bijdragen in OEB Insights

  • Andreas Schleicher van de OECD en de man achter PISA -ik ben benieuwd naar zijn bijdrage tijdens de OEB- neemt het beleid, de houding en de technologieën die het toekomstige succes van lerenden, docenten en landen bepalen, onder de loep.
  • Het EPICA-project aan de Open Universiteit van Tanzania maakt bekwaamheden zichtbaar  met ePortfolio’s en micro-credentials.
  • De ervaringen van de WHU Otto Beisheim School of Management met het op zeer korte termijn overstappen van face-to-face onderwijs naar online leren.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *