Het conferentieseizoen is weer losgebarsten. Deze weken kun je elke week wel naar een groot event, als het gaat om ICT in het onderwijs. Ik ben dit conferentieseizoen lid van maar liefst twee programmacommissies (de Onderwijsdagen 2009 en het congres over ICT en onderwijsvernieuwing) en één adviesraad (het nationale e-learning congres).
In die gremia werd en wordt overigens vooral gesproken over de inhoud van de conferenties. De formats liggen zo goed als vast. En dat geldt ook voor zaken als locatie, catering en toegangsprijs (voor het geval je me daar op aan wilt spreken).
Desondanks was ik erg nieuwsgierig naar de bijdrage The Battle For Next Generation Conference And Membership Revenue Models Has Just Begun toen ik via de blog van Gary Woodill daarover getipt werd.
Jeff Hurt gaat in The Battle For Next Generation Conference And Membership Revenue Models Has Just Begun namelijk in op de ontwrichtende innovatie die de conferentiewereld volgens hem te wachten staat.
Volgens Hurt zouden de traditionele conferenties gericht zijn op communicatie van lage kwaliteit (o.a. oppervlakkige informatie). Sprekers vertellen grosso modo steeds dezelfde verhalen, en organisatoren nemen genogen met 70% tevreden bezoekers. Nieuwe concepten zouden zich meer richten op communicatie van hoge kwaliteit (analyse, debat en kennis). Deze concepten worden mogelijk gemaakt door
online free content, quality unconferences with low registration fees and the ability for people to create their own online tribes (community).
Helaas gaat Hurt wat lang door over toegangsprijzen, en bespreekt hij nauwelijks hoe een alternatieve aanpak er uit kan zien. Maar hij zet mij wel aan het denken. Ik denk namelijk dat hij een punt heeft wat betreft het 'leerrendement' van veel congressen. Dat valt vaak vies tegen, terwijl vormen van "unconferencing" juist vaak erg leerzaam zijn.
Als lid van de programmacommissies en als deelnemer aan congressen (bijvoorbeeld de Online Educa in Berlijn) constateer ik dat organisatoren bezig zijn om kritisch te kijken naar de opzet van hun conferentie. Met name de vrienden van het Consortium voor Innovatie durven daarbij hun nek uit te steken. Steeds vaker kijken organisatoren naar andere werkvormen, en naar het gebruik van social software voorafgaand, tijdens en na afloop van het congres (variërend van live streaming tot het gebruik van back channels). Ik zie ook dat organisatoren alternatieve vormen een plek geven tijdens de conferentie, zoals de Teachmeet de afgelopen week tijdens het I&I-congres.
Maar het blijft volgens mij bij een 'gewone' manier van innoveren. Van transformatie is geen sprake. Mogelijk met als uitzonderig het jaarlijks congres van Elliot Masie. De Nederlandse 'teachmeet-goeroe' Fons van den Berg gaf nog niet zo lang geleden ook aan te verwachten dat alternatieve vormen naast bestaande concepten blijven bestaan (ontwrichtende innovaties hebben immers ook vaak betrekking op doelgroepen die tot nu toe nog niet bereikt worden).
Ik ben het met Fons eens. Ik heb ook het gevoel dat deelnemers en presentatoren lang niet altijd staan te wachten op hele nieuwe dingen. Ik kan me een workshop tijdens een internationaal congres herinneren waar een aantal deelnemers de zaal verliet toen we aankondigden dat we hadden gekozen voor een andere formule dan de "lezing met vragen" variant. Laten we wel wezen: de doelgroep die zoekt naar andere vormen (mede gebruik makend van nieuwe technologieën is nog steeds relatief klein).
De afgelopen twee weken heb ik ook zo'n 70 presentatievoorstellen mogen beoordelen. De indieners moesten daarbij een keuze maken uit een aantal "vormen van de presentatie". De frontale benadering wordt toch wel heel vaak gekozen. Bovendien hebben de klassieke congressen nog steeds succes. De noodzaak om te transformeren wordt vaak niet gevoeld bij organisaties.
Het duurt volgens mij dus nog wel even voordat conferenties daadwerkelijk worden geconfronteerd met 'ontwrichtende innovaties'. Het aanbod zal wel diverser dankzij alternatieve vormen die opkomen (unconferencing), en veranderingen van bestaande initiatieven. En dat is ook winst.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie