Technologie is niet alleen een middel waarmee we bestaande manieren van leren kunnen versterken. Het is ook een ‘enabler’ en katalysator van nieuwe manieren van leren. Uiteraard is is natuurlijk lastig om te voorspellen hoe technologie de toekomst van leren zal gaan beïnvloeden. Een aantal ontwikkelingen is in elk geval al zichtbaar.
Duncan Brown en James Cory-Wright hebben voor Trainingzone twee bijdragen geschreven over de toekomst van leren (hier en hier). De twee heren stellen de werkelijkheid wat mij betreft wat al te simpel voor (met name hun visie op werkplek leren). Toch vind ik de kern de moeite waard om hier samen te vatten, en uit te breiden met mijn eigen opvattingen.
Meer werkplek leren
Leren vindt in toenemende mate op de werkplek plaats. Dat heeft er mee te maken dat veel leervragen van professionals specifiek en complex zijn, en multidisciplinair en op basis van het verbinden van ervaringen en voorkennis van professionals moeten worden beantwoord. Voorwaarde is wel dat professionals de ruimte hebben om echt te leren, en niet alleen de gelegenheid hebben om hap-snap ‘just-in-time’ informatie tot zich te nemen (waar Brown en Cory-Wright vooral oog voor lijken te hebben). Deze benadering staat op zich los van technologie, al kan ICT -onder meer mobiele technologie en applicaties voor effectief communiceren en samenwerken- werkplek leren wel ondersteunen. Nieuwe technologieën faciliteren bovendien meer gepersonaliseerd leren (zie het volgende punt). Deze technologieën houden onder meer rekening met individuele leervragen en aanwezige expertise van de lerende.
Big data
Data wordt in toenemende mate gebruikt om leren te personaliseren, en niet alleen voor het monitoren van de voortgang. Geaggregeerde data wordt gebruikt om patronen te herkennen in hoe er wordt geleerd. Deze data gaat gebruikt worden om te voorspellen hoe er geleerd gaat worden, en om pro-actief te interveniëren. Bijvoorbeeld als een lerende kenmerken vertoont die uitvallers in een vroeg stadium vertonen. Er zal bovendien data uit verschillende typen systemen worden verzameld en geanalyseerd. Dit is een complex terrein, met veel vragen. Het is bijvoorbeeld de vraag of alle data die we verzamelen wel relevant is, en of we data niet uit hun verband halen.
xAPI
Leren vindt in toenemende mate in verschillende applicaties plaats, en niet alleen in de traditionele elektronische leeromgeving. In feite is dat al altijd zo geweest. We deden alleen weinig met die wetenschap. Dank zij technologieën als xAPI met de Learning Record Store kunnen we ook bij houden wat lerenden in andere applicaties leren (denk aan sociale media). Deze leerervaringen kunnen vervolgens via dashboards visueel worden gemaakt, worden erkend en gewaardeerd. Dit heeft weer gevolgen voor de inhoud van leertrajecten bij opleidingsinstituten.
Mobiel en ‘wearable’ technologie
We gebruiken in toenemende mate mobiele apparaten om te leren, waarbij de lerende steeds vaker zelf beslist welk apparaat hij/zij wil gebruiken om mee te leren. Dat stelt wel bepaalde eisen aan de leerinhouden (specifieke content en leeractiviteiten moeten worden ontwikkeld omdat een gewone cursus lang niet altijd geschikt is voor een smartphone). Verder zullen we in toenemende mate gebruik maken van specifieke apps om mee te leren. Deze apps zullen ook verbonden zijn met de Learning Record Store. Wearable technologieën, zoals smartwatches en Head-Up Displays, zullen ook in toenemende mate worden gebruikt voor werkplek leren.
‘Context-aware’ leren
Dankzij technologieën als GPS of Bluetooth beacons en mobiele apparaten kunnen we steeds vaker leerinhouden bestuderen op basis van de locatie waar we ons bevinden. Dit wordt ‘context-aware’ leren genoemd, en is in feite ook een vorm van gepersonaliseerd leren.
Naadloos leren
Aangezien we alomtegenwoordig toegang hebben tot internet (als Ziggo wordt gehackt, hebben we nog altijd 4G) en mobiele apparaten steeds krachtiger worden en op grote schaal worden gebruikt, zijn we in staat om naadloos te leren. Dat wil zeggen dat we in de trein met de smartphone verder kunnen gaan met leren waar we op de laptop zijn gestopt. Dit stelt wel hoge eisen aan de content (gebruik bijvoorbeeld geen lange teksten), al is het nu al mogelijk om video’s op elk apparaat te bekijken.
Immersive content
De leerinhouden worden in toenemende mate ‘immersive’. Dat wil zeggen dat de content je leerervaringen ‘inzuigt’ doordat de leerinhouden authentiek, realistisch, uitdagend en interactief zijn. Voorbeelden zijn interactieve video en Virtual Reality-toepassingen zoals de Oculus Rift. Het gebruik van deze ‘immersive content’ wordt uiteraard ook weer bijgehouden, opgeslagen en gebruikt.
Uiteraard wordt de toekomst van leren niet uitsluitend beïnvloed door ‘emerging’ leertechnologieën. Opvattingen over effectief en efficiënt leren, maatschappelijke ontwikkelingen (zoals de economische ontwikkeling) en ‘business drivers’ van een organisatie spelen hierbij uiteraard ook een belangrijke rol. Technologie is echter wel een belangrijke invloedsfactor.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie