De toekomst van learning devices

In THE Journal waagt Dian Schaffhauser zich aan bespiegelingen over de apparaten die lerenden in de toekomst zullen gebruiken om te leren. Opvallend is dat daarbij vaak wordt uitgegaan van traditionele opvattingen over leren.

School in 2000
Villemard 1910 – En L’An 2000

De auteur kijkt met drie gesprekspartners naar de wat kortere termijn, en naar de verdere toekomst. Voor de korte termijn kun je denken aan apparaten die een verbetering zijn van de huidige generatie ‘devices’. Qua is het apparaat een combinatie van een smartphone en tablet. Het apparaat is altijd verbonden met internet, en faciliteert allerlei vormen van onderlinge communicatie. Er zou verder een los toetsenbord aan gekoppeld moeten kunnen worden. Ook zouden lerenden moeten kunnen creëren terwijl zij consumeren (o.a. het maken van een video). De vraag of mensen in staat zijn twee dingen tegelijkertijd te doen, wordt niet beantwoord. Lerenden zouden het apparaat ook naar eigen voorkeuren moeten kunnen inrichten.

Voor de lange termijn wordt gedacht aan een lichtgewicht basketbalpet die je brein verbindt met het internet. Dit concept gaat dus nadrukkelijk uit van traditionele informatieoverdracht. Je zoekt en communiceert met je gedachtes (brain messaging) , en met je stem. Lerenden lijken niet meer schriftelijk te communiceren. Het is uiteraard de vraag of dit een effectieve leerstrategie is. Daar maakt het artikel zich niet druk over.

Op middellange termijn wordt vooral gedacht aan devices die met elkaar in verbinding staan, en aan devices die lerenden in staat stellen met elkaar synchroon te communiceren en online samen te werken. Ook zouden sensoren docenten in staat moeten stellen de voortgang van lerenden te volgen. Algoritmes beïnvloeden het gebruik eveneens.

Deze bijdrage is m.i. een duidelijk voorbeeld van technology push. Er wordt vooral gedacht vanuit technische mogelijkheden, en niet vanuit een visie op leren.

Ik hoop dat we in ieder geval over nog meer gebruikersvriendelijke apparaten gaan beschikken die lerenden in staat stellen te creëren en op verschillende manieren (synchroon, asynchroon, auditief, schriftelijk, etc.) te interacteren. Altijd en overal, en vooral snel, toegang tot internet is essentieel. Ook zou het device de lerende bruikbare feedback moeten geven over het gebruik ervan. Tenslotte hoop ik dat het apparaat energiezuinig is en langer mee gaat dan vandaag de dag (zonder te verouderen).

Uiteraard is een ‘device’ alleen geen garantie voor effectief, efficiënt en aantrekkelijk leren. In de loop der jaren hebben we al de beschikking gekregen over krachtigere tools. Het is de vraag of dit ook heeft geleid tot betere manieren van leren.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *