Een tijd geleden kreeg ik de vraag naar de relatie tussen de theorie over social learning van Albert Bandura en de theorie van Knud Illeris over hoe mensen leren. “Daar zit een blogpost in”, sprak ik. Bij dezen.
Na afloop van de themamiddag over mediawijsheid en social learning vroeg Karin Winters of Bandura’s Social Learning theorie niet veel overlap heeft met het model van de drie leerdimensies die Knud Illeris onderscheidt. Judith van Hooijdonk merkt dit ook op in haar blogpost naar aanleiding van deze middag. Ik had beloofd daar uitgebreider op te reflecteren.
In zijn Social Learning Theory benadrukt Albert Bandura het belang van de sociale context voor leren. Leren gebeurt dan in de driehoek tussen persoon, omgeving en gedrag.
De cognitieve capaciteiten van een persoon en de omstandigheden waarbinnen een persoon opereert, beïnvloeden dan het gedrag van een persoon. Leren vindt dan vooral plaats via observaties en modelleren (voordoen). Het gaat er dan niet om dat je handelingen van bijvoorbeeld een expert nadoet, maar dat je op basis van waarnemingen van gedrag, consequenties trekt voor het eigen gedrag. Daarbij kan het gaan om gedrag van meerdere personen, maar bijvoorbeeld ook om verhalen over gedrag. De lerende trekt die gevolgtrekkingen ook aan de hand van verwachtingen op basis van eerdere ervaringen.
Je ziet bijvoorbeeld dat een docent een lerende beloont voor bepaalde inspanningen, en op basis daarvan besluit jij je ook meer in te spannen voor een presentatie. Een ander belangrijk element in de Social Learning Theory is verder ook het begrip ‘Self-efficacy’, zelfinschatting.
Dat is de mate waarin de lerende inschat dat hij een bepaalde taak zelf kan uitvoeren. Hoe hoger de zelfinschatting, des te beter de leerprestaties. Een hoge mate van zelfinschatting in combinatie met hoge verwachtingen leiden dan tot de beste leerprestaties. (De Leeuwe & Rubens, 2015, p.13).
Volgens Bandura kun je ook vier subprocessen bij leren via observaties onderscheiden:
- Aandachtrichtende processen. Onder meer voorkennis en intrinsieke motivatie hebben invloed op wat je observeert en welke informatie je opneemt.
- Retentieprocessen: het onder meer door herhaling en door middel van via visuele en verbale codes opslaan van informatie.
- Productieprocessen (actief verwerken van informatie, mede op basis van feedback).
- Motivationele processen, bijvoorbeeld door middel van zelfevaluatie.
Knud Illeris stelt dat leren plaatsvindt door interactie tussen de lerende en diens omgeving, en door middel van een intern cognitief proces waarbij kennis wordt verworven, uitgebreid en verbonden met eerder ontwikkelde kennis. Hij benadrukt dus dat leren zowel een sociaal als cognitief proces is. Leren heeft dan betrekking op leerinhouden (vier manieren van leren: cummulatief, assimilerend, accommoderend, transformatief), prikkels en drijfveren (en weerstanden) en interactie met de sociale en maatschappelijke omgeving.
Zowel Bandura als Illeris gebruiken een driehoek (flauw) en benadrukken het belang van de sociale context voor leren. Volgens mij intepreteert Illeris ‘sociale context’ daarbij breder dan Bandura doet. Ook hebben beiden aandacht voor de persoon van de lerende, maar dan op een elkaar aanvullende manier. Bandura kijkt bijvoorbeeld naar het vermogen tot zelfinschatting en cognitieve capaciteiten, terwijl Illeris vooral oog heeft voor de ‘incentive dimension’.
Verder verschilt de benadering van de wijze waarop wordt geleerd. Zo benadrukt Bandura het belang leren via observeren en modelleren (ook op basis van eerdere ervaringen) via vier processen, terwijl Illeris uitgaan van het opbouwen van nieuwe expertise op basis van eerdere kennis (cumulatief leren), het aanpassen van bestaande patronen op basis van nieuwe leerinhouden (assimilerend leren), het reconstrueren van nieuwe kennis en het loslaten van bestaande patronen (accommoderend leren), en volledig opnieuw construeren van nieuwe kennis waardoor ook invloed wordt uitgeoefend op de identiteit van de lerende (transformatief leren).
Beide heren leggen dus andere accenten op de wijze waarop wordt geleerd, al kun je ook zeggen dat bijvoorbeeld retentieprocessen een rol spelen bij accommoderend leren. Hun modellen hebben raakvlakken, maar verschillen ook.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Leuk om te lezen, ik zag ook al eerder een connectie. Waarbij ik vind dat Illeris vooral inzoomt, in zijn artikel uit 2004, in emotionele aspecten die interfereren met leren. Hij noemt dan ook drie mentale obstakels bij het leren. Hij noemt het geloof ik ook Transformative learning.
Met andere woorden ze vullen elkaar ook goed aan. Toch zoomt Illeris meer in op de persoonlijke aspecten van de lerende. Overigens heeft hij echt een grappige voornaam, Knud.