De praktijk van laptops in de klas (#in)

In Standing in the Back, Watching the Screens schrijft schoolleider Jonathan Martin over zijn observaties van het gebruik van laptops in de klas:

• Lerenden maken aantekeningen als de onderwerpen van de les door hen relevant worden gevonden.
• Lerenden switchen naar sites als Facebook op het moment dat zij het onderwerp niet meer relevant vinden. Ook al is het behandelde onderwerp wel relevant voor hun ontwikkeling.
• Als de docent vragen stelt of discussies gaat voeren met de klas, dan gebruiken de lerenden hun laptop om informatie over het betreffende onderwerp te zoeken. Martin beschouwt deze vorm van 'parallel processing' als iets positiefs.
• Met blokkeren en filteren van websites beperk je de positieve waarde van sociale netwerken en gaming voor leerdoeleinden. Martin stelt:
  

  We are also saying, when deciding to ban “distractions,” that every minute a student is at school they are under our dictates for how they spend their time, and that we have determined there is no value for them, even in their break times, to socially network or game

Martin pleit daarom voor het verbinden van leerinhouden aan datgene wat lerenden bezighoudt, en voor "digitally empowered" probleemgestuurd leren, in plaats van de traditionele lessen.

Ik ben het hier gedeeltelijk mee eens. Het probleem is dat "digitally empowered" probleemgestuurd leren niet voor alle leerdoelen effectief is (wat schreef ik bijvoorbeeld enkele dagen geleden?), en ook niet voor alle doelgroepen (bijvoorbeeld als lerenden nog niets over een bepaald onderwerp weten).

Daarnaast is het de vraag of en in welke situatie 'parallel processing' werkt (dit is m.i. wat anders dan multi-tasking).

Wat ik in Martin's betoog mis, is het selectief inzetten van laptops. Ik ben voorstander van het gebruik van laptops. Maar na ongeveer een kwartier werken met laptops, is het ook wijs om de klep eens dicht te doen.