Het artikel What Role Does Speech Recognition Technology Play in Advanced Learning? laat zien dat spraakherkenningstechnologie niet alleen waardevol is voor lerenden met een bepaalde beperking, maar voor alle lerenden.
Spraakherkenningstechnologie zet gesproken taal om in gedigitaliseerde tekst, en analyseert spraak op herkenbare commando’s. Deze technologie -een toepassing van artificiële intelligentie- heeft de afgelopen decennia een flinke ontwikkeling doorgemaakt. Deze technologie wordt bijvoorbeeld gebruikt door Apple’s Siri of door Amazon’s Alexa. Volgens auteur Jenna Bunnel zorgt deze technologie voor meer menselijke interactie tussen gebruiker en machine. Daardoor hebben mensen de vrijheid om op een natuurlijke manier te praten en genuanceerde resultaten krijgen.
De gevolgen voor leren, onderwijs en opleiden zijn nog niet bekend. Wel wordt deze technologie gebruikt door lerenden met lichamelijke handicaps en speciale leerbehoeften. Spraakherkenningstechnologie kan de toegankelijkheid van onderwijs vergroten voor lerenden die moeite hebben met getypte of geschreven tekst. Denk aan lerenden met dyslexie, lerenden met een visuele handicap of aan lerenden die moeite hebben met lezen en schrijven.
Spraakherkenning stelt gebruikers in staat te communiceren met bots en snel en gemakkelijk toegang te krijgen tot de informatie die ze nodig hebben. Dat betekent wel dat je in je bronnen gebruik moet maken van spraakgestuurde toegangspunten. Hierdoor kun je volgens de auteur lerenden in staat stellen relevante informatie te verkennen door eenvoudige opdrachten in te spreken tegen een spraakgestuurd systeem.
Beter spellen?
Jenna Bunnel schrijft dat er docenten zijn die stellen dat ‘spraak-naar-tekst hulpmiddelen’ er ook aan kunnen bijdragen dat lerenden beter leren schrijven en spellen. Zij zien de woorden die zij dicteren op het scherm verschijnen. Daardoor ontwikkelen lerenden een natuurlijke waardering voor de relatie tussen klanken en spellingpatronen. Dit kan ook geletterdheid bevorderen als lerenden complexere onderwerpen bestuderen.
Volwassen schrijvers met leerproblemen kiezen er vaak voor om woorden of gevoelens over te slaan als ze niet zeker zijn van de juiste spelling of grammatica. Het resultaat zijn korte, oppervlakkige stukjes die niet de vaardigheden of denkprocessen van de lerende weerspiegelen. Door gebruik te maken van spraakherkenningstechnologie produceren deze lerenden teksten met meer diepgang.
Door de spellingcorrectie over te laten aan spraak-naar-tekst technologie en een tekstverwerker, kunnen lerenden zich meer focussen op taken zelf en op het uitdrukken van hun gedachten. Zij hoeven zich volgens Bunnel geen zorgen te maken over de technische aspecten van het op papier zetten van ideeën. Dankzij het inspreken van tekst kunnen lerenden een meer complexe woordenschat en zinsbouw gebruiken. De angst om afgerekend te worden op spelfouten vermindert. Dat brengt ook rust. Het bevordert zelfvertrouwen en onafhankelijkheid. Bunnel haalt een casus aan waarin spraakherkenningstechnologie de leerresultaten met 17% verbeterde.
Nota bene: dit wil niet zeggen dat je niet zou moeten investeren in spelling. Je wilt echter lerenden niet altijd beoordelen op spelling, maar bijvoorbeeld op hun analytisch vermogen of vermogen om te argumenteren.
Kanttekeningen
Jenna Bunnel stelt ook dat spraakherkenningstechnologie nog niet perfect werkt. Bovendien moeten gebruikers vaak wennen aan de technologie. Het duurt even voordat de software stemmen en spraakpatronen herkent. Dat leidt tot fouten en frustraties. Het gevolg kan zijn dat lerenden stoppen met het gebruik van deze technologie, voordat zij er daadwerkelijk baat van hebben. Bunnel wijst tenslotte ook op de financiële kosten van deze technologie.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie