Het hoger onderwijs heeft te maken met een aantal ontwikkelingen die een impuls bieden voor een systeemverandering. Internettechnologie kan daarbij een belangrijke stimulerende kracht zijn. Er zijn echter ook nodig de nodige onzekerheden en onbeantwoorde vragen.
Erik Duval heeft een interessante blogpost geschreven over 'commodificatie' en 'unbundling' van het hoger onderwijs. In de kern komt dit volgens mij op het volgende neer:
- Hoger onderwijs is een bulkgoed aan het worden dat gemakkelijk vervangen kan worden, en van zichzelf weinig toegevoegde waarde heeft.
- Dankzij internettechnologie is het mogelijk geworden dat de diverse functies van het hoger onderwijs -die normaliter deel uit maken van één pakket- van elkaar los gekoppeld worden en door diverse aanbieders vervuld zullen gaan worden.
Duval gelooft vooral in de laatste ontwikkeling. Hij signaleert dat universiteiten niet meer het monopolie hebben op contentontwikkeling en instructie. Daarnaast zijn er ook alternatieven voor de begeleiding en ondersteuning van lerenden (bijvoorbeeld via communities). Hij ziet in peer beoordelingen, learning analytics, badges en allianties bovendien mogelijke alternatieven voor examinering en diplomering.
Volgens Erik Duval daagt deze ontwikkeling universiteiten uit om aan te tonen wat de waarde is van het bundelen van de diverse componenten.
Dan Greenstein van de Bill and Melissa Gates Foundation constateert dat het financiële model van het hoger onderwijs op de laatste benen loopt. Dat geldt wellicht niet voor elite-universiteiten, maar wel voor het gros van de Amerikaanse instellingen voor hoger onderwijs. Daar komt bij dat men kwalitatief vaak onderpresteert (onder meer wat betreft toegankelijkheid). Hij denkt dat technologie een belangrijke rol kan vervullen bij de verbetering. Bijvoorbeeld door leren meer te personaliseren en door de interactiemogelijkheden met docenten te versterken. Greenstein kijkt niet naar de trend van ontkoppeling. Terwijl daar wel eens de sleutel voor goedkoper onderwijs zou kunnen liggen (intensievere contacten, personalisering en technologie zijn namelijk ook best duur).
Ik geloof niet in hoger onderwijs als gemakkelijk te vervangen bulkgoed. Ondanks dat open education de toegankelijkheid van content van het hoger onderwijs kan vergroten (en beschikbaar komt voor de massa), wil dat nog niet zeggen dat het hoger onderwijs gemakkelijk te vervangen is (ik neem wel waar dat hoger onderwijs handelswaar wordt in de marxistische betekenis van 'commodification'; maar dat is een andere discussie).
De trend van ontkoppeling neem ik wel waar. Lerenden kunnen via internet bij tal van instituten studeren, en bij een ander instituut examen doen. Aparte bedrijven profileren zich daarbij met online surveilleren. Ook zijn er tal van online tutoring initiatieven. Ik zie nog niet echt alternatieven voor de bestaande manieren van beoordelen en diplomeringen. 'Learning analytics' gaat toch vooral over patronen in gedrag, en minder of leerresultaten. Daarnaast is vooralsnog niet echt sprake van maatschappelijke erkenning van badges.
Maar wellicht zet deze ontwikkeling zich door. Vooral als deze ontwikkeling kan leiden tot goedkoper hoger onderwijs (relatief dure, universitaire, docenten worden vervangen door goedkopere begeleiders), en de maatschappelijke druk om goedkoper onderwijs aan te bieden, sterk toeneemt. In de VS is deze druk veel groter dan in ons land.
Toch moeten we niet doen of de ontwikkeling van ontkoppeling al praktijk is. We zien hooguit de eerste voortekenen. Het bestaande onderwijssysteem kan er best wel eens in slagen om deze trend in te kapselen. Systemen zijn daar vaak goed in (en het onderwijs is nu eenmaal niet te vergelijken met de muziekindustrie). Vooral als men daarbij wordt geholpen door wet- en regelgeving. Daar komt bij dat het onderwijs wel heel sterk is in het bieden van weerstand tegen systeemveranderingen. Zelfs als de financiële nood hoog is. Veel naaste betrokkenen zullen deze ontwikkeling immers -en niet geheel ten onrechte- haaks vinden staan op hun status, positie en belang.
Wat ik een slechte ontwikkeling zou vinden, is als deze trend zou leiden tot een scheiding tussen onderzoek en leren, en tot kwalitatief minder goed onderwijs. Contentontwikkeling en instructie moeten m.i. ook gevoed worden door onderzoek. Ik vraag me bijvoorbeeld ook af of begeleiding zonder meer te scheiden is van onderwijsinhoud, als geen sprake meer is van een basisniveau.
Deze ontwikkeling vraagt in elk geval veel aandacht voor kwaliteitszorg.
Durf het experiment echter maar eens aan, zou ik zeggen. Ontwikkel een aantal opleidingen waarbij sprake zal zijn van een drastische ontkoppeling dankzij technologie. Onderzoek de kwaliteit en de gevolgen voor kosten, baten en de toegankelijkheid.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie