De elektronische leeromgeving Blackboard stond de afgelopen week in het nieuws vanwege de lancering van een platform voor Massive Open Online Courses. Er is echter meer nieuws te vertellen.
Blackboard is nog steeds de meest dominante leeromgeving binnen het onderwijs. Deze positie heeft men vermoedelijk te danken aan het feit dat men één van de eerste elektronische leeromgevingen was, aan het feit dat de omgeving aanvankelijk -lang geleden- gratis te gebruiken was, en aan het fenomeen dat onderwijsinstellingen erg terughoudend zijn om afscheid te nemen van een omgeving, ook al is men er eigenlijk niet erg enthousiast over (afscheid nemen kost pijn). Een mogelijke andere verklaring is dat de onderliggende, behoudende, visie op leren nog steeds aanslaat binnen het onderwijs.
Desalniettemin verliest Blackboard al enkele jaren marktaandeel. Vooral als je de gebruikers van de elektronische leeromgevingen meetelt, die Blackboard in de loop der jaren heeft overgenomen. Onder leiding van een nieuwe CEO, Jay Bhatt, slaat Blackboard volgens Gigaom nu een nieuwe weg in:
- Blackboard wil de competitie aangaan met MOOC-aanbieders als Coursera en Udacity door met een eigen platform voor MOOCs te komen. Daarmee willen zij volgens eigen zeggen onderwijsinnovatie faciliteren.
- Blackboard wil zich sterker focussen op de ontwikkeling van hun voornaamste product, Blackboard Learn.
- Blackboard wil niet langer concurrerende elektronische leeromgevingen overnemen, maar kleine bedrijven waarmee zij nieuwe technologieën in huis kunnen halen en opschalen.
- Blackboard wil de productlijnen centraliseren. Dankzij de acquisitie van platforms als WebCT hebben gebruikers het gevoel met meerdere bedrijven te maken te hebben.
Ik vraag me af of Blackboard in staat is onderwijsinnovatie te faciliteren. Sterker, ik vraag me af of ze dat eigenlijk wel willen. Massive Open Online Courses zijn bijvoorbeeld niet altijd het toonbeeld van onderwijsvernieuwing. Door daadwerkelijk andere manieren van leren te gaan faciliteren drijft men af van de kern, waar men zich nu juist op wil focussen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Ik vraag me zelfs af of het wel mogelijk is om innovatie in onderwijs te realiseren in een omgeving die plat is. Het menselijke brein heeft zich tenslotte niet ontwikkelt in een platte wereld en leeft ook niet in een platte wereld.
Ware onderwijsinnovatie moet dan ook komen uit het combineren van alles wat mensen mensen maakt:
– het leren van voordoen
– het leren uit verhalen
– het leren door zelf doen
– het leren door feedback krijgen
– het leren door voordoen
– het leren door verhalen vertellen
– het leren door feedback geven
– het leren door nadenken over en vertellen over wat je denkt.
Dat zijn geen zaken die je alleen maar online kunt doen.
Afhankelijk van het (leer)doel dat je nastreeft kan e-Learning en ook blended Learning een uitstekend middel zijn. Alleen MOOC’s gebruiken levert geen generieke oplossing.
Je vraagt je nog steeds af waarom Blackboard de meest dominante elektronische leeromgeving in het onderwijs is.
Zou het niet zo kunnen zijn dat docenten met Blackboard beschikken over alle tools die zij zich maar kunnen wensen?
Journals, blogs, wiki’s, het zit er allemaal in.
Elektronisch toetsen met een variatie aan vraagtypen is geen enkel probleem in Blackboard.
En wat denk je van het nieuwe ‘Inline Assignment Grading’, of het nieuwe ‘Retention Center’?
Volgens mij beweert dat ook niemand.
Je kunt deze zaken wel degelijk online doen. Niet dat ik daar persé voorstander van ben.
Eerlijk gezegd vrees ik dat docenten betrekkelijk weinig te zeggen hebben over aanschaf of migratie van een ELO. De evaluaties, die ik ken, wijzen ook niet op een enorm enthousiasme ten aanzien van Blackboard. Dat geldt overigens vaak voor meerdere elektronische leeromgevingen.
Er zijn zeker zaken die je online kunt doen, maar hoe efficiënt en effectief zijn ze als je ze online doet en dan bedoel niet in de tijd, maar in de mate van leereffect. Uiteindelijk gaat het toch om het leereffect en de leerefficiëntie per leerling, niet om het voordeel voor de docent.
Maar ware onderwijsinnovatie komt niet uit een softwarepakket vanaf een beeldscherm, maar uit het hele systeem. Want wat voor zin heeft het om toetsen heilig te verklaren en dit op een schitterende manier in software te verpakken als het vervolgens leidt tot een blindstaren op toetsen ipv wat je doelen zijn met toetsen.
Zolang we iedere keer van onze onderwijsdoelen worden afgeleid door allerlei mooie hulpmiddelen, die dan tot doel worden verheven, blijft “echte” onderwijsinnovatie, waarbij het gaat om leereffectiviteit en -efficiëntie voor iedere individuele leerling, buiten ons bereik. Wat dus niet wil zeggen dat we niet alles of sommige activiteiten online kunnen doen, maar dat we ons af moeten vragen of wat we online moeten doen en wat niet.
Natuurlijk heeft onderwijsinnovatie met meer te maken dan alleen met technologie. Onderzoek toont echter aan dat je met online leren net zo veel leereffecten kunt bereiken dan met face-to-face onderwijs.
Klopt, niet-lesgevenden hebben een veel te grote vinger in de pap.
Wie hebben verstand van een elektronische leeromgeving?
Maar is dat wat je wilt, hetzelfde effect realiseren met online leren als face to face onderwijs? Ik zou toch zeggen dat innovatie gericht moet zijn op meer leerefficiëntie en -effectiviteit. Wat betekent dat we ons moeten gaan afvragen of we het moeten zoeken in het combineren van nieuwe instrumenten met oude werkwijzen en welke waarvoor het meest effectief is.
Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat het voor sommige leerlingen het beste werkt als ze face to face onderwijs krijgen om gemotiveerd te raken, waarna ze zelf online aan de gang kunnen gaan in combinatie met een boek. Maar dat moeten we dan wel willen uitzoeken. Dus misschien moeten we het onderwijs onderzoek ook wel omdraaien. We moeten niet meer naar de instrumenten kijken, maar naar de leerlingen en welke combinatie van instrumenten zij nodig hebben om hun meest effectieve en efficiënte leerweg te doorlopen.
Ik heb laatst bij mij op school het “Toekomst van de ICT in de organisatie debat” bijgewoond, en nu snap ik ook hoe lastig het is om de mening van docenten wel mee te nemen:
-De meningen zijn sterk verdeeld
-Diegenen die er een uitgesproken mening op na houden zijn lang niet allemaal goed geinformeerd
-Diegenen die er wel verstand van hebben zijn lang niet allemaal geinteresseerd in de discussie
Gezien bovenstaande en de kosten die ermee gemoeid zouden gaan kan ik onze manager geen ongelijk geven dat hij er niet over piekert om naar een ander ELO platform over te stappen. (Wij gebruiken overigens geen blackboard maar N@tschool).