De bijdrage Most of 2030’s Jobs Haven’t Been Invented Yet is al wat ouder. Ontwikkelingen als ChatGPT onderstrepen echter de actualiteit ervan. Deze bijdrage beschrijft hoe digitalisering ons werk gaat veranderen en wat dit betekent voor belangrijke deelterreinen van human resource management.
Deze bijdrage laat Rachel Maguire, de onderzoeksdirecteur van het Institute for the Future (IFTF) aan het woord. Volgens een panel van experts van het IFTF zijn tot 85% van de banen die de huidige studenten binnen 11 jaar zullen hebben nog niet uitgevonden. Al stelt men dat een exact percentage niet te voorspellen is. Het doen van dergelijke voorspellingen is sowieso een hachelijke zaak, omdat we niet over een glazen bol beschikken. Je zou kunnen zeggen dat, net als bij het 70-20-10-model, de percentages er niet toe doen, maar wel de ontwikkeling.
Veel van de taken en verantwoordelijkheden van de banen die de jongeren van vandaag in 2030 zullen hebben, bestaan volgens deze experts namelijk nog niet. Het IFTF voorspelt dat we in 2030 waarschijnlijk zullen leven in een wereld waar ‘artificiële assistenten’ ons zullen helpen bij bijna elke taak. Deze assistenten zullen naast de mensen werken, en taken op zich nemen die het menselijk brein niet heel goed kan uitvoeren. Wat dit betreft heeft het IFTF wel een punt. Een toepassing zoals ChatGPT laat zien dat AI werknemers bijvoorbeeld kan ondersteunen bij het schrijven van berichten, zoals reacties op mails, of het doen van onderzoek (onder meer door samenvattingen te maken). We zullen in toenemende mate te maken krijgen met slimme assistenten die bepaalde taken van ons over zullen nemen.
Daar komt bij dat studenten in de toekomst volgens het Amerikaanse Bureau of Labor Statistics waarschijnlijk acht tot tien banen hebben tegen de tijd dat ze 38 jaar oud zijn.
Deze ontwikkelingen hebben volgens Maguire grote gevolgen voor ‘human resource management’. De manier waarop we leren en ontwikkelen verandert. Werknemers zullen ten behoeve van hun loopbaan, werken en leren steeds vaker afwisselen. Het werk doet een groot beroep op digitale vaardigheden. Werknemers moeten leren samen te werken met ‘artificiële assistenten’, en min of meer fungeren als een dirigent van een orkest van digitale technologieën. Je hebt daarbij niet de mogelijkheid en gelegenheid om je steeds via een opleiding voor te bereiden op veranderingen in je vakgebied of op een nieuwe baan. Het belang van performance support, waarbij je bijvoorbeeld via een augmented reality-headset ondersteuning krijgt bij het uitvoeren van taken, neemt toe. Je ontwikkelt nieuwe vaardigheden en laat in de praktijk zien dat je deze beheerst. Een certificaat is dan niet noodzakelijk.
Ik verwacht dat de meeste mensen een opleiding als basis zullen volgen. Een leven lang leren zal echter vooral vorm krijgen via kortlopend aanbod waarbij lerenden de inhoud direct kunnen toepassen. Ondersteuning bij het uitvoeren van taken op de werkplek wordt ook steeds belangrijker. Digitale assistenten zullen hierbij alweer een belangrijke rol spelen. Op dit moment hechten veel mensen nog aan een tastbaar resultaat van hun leerinspanningen, en kijken ook werkgevers in het algemeen nog naar diploma’s en certificaten. Binnen bepaalde beroepen, zoals verpleegkundigen, is hercertificering ook nog steeds van fundamenteel belang. Voor veel mensen biedt een diploma nog steeds toegang tot een goed betaalde baan. Of dit binnen tien jaar drastisch gaat veranderen, is de vraag.
Digitalisering heeft op het gebied van human resource management niet alleen gevolgen voor de manier waarop leren en ontwikkelen plaats zal vinden, maar ook voor werving en selectie van werknemers. Volgens Maguire zal het zoekproces naar een baan veranderen. Het belang van traditionele afdelingen voor personeelszaken neemt af. Potentiële werkgevers vragen informatie op uit verschillende databronnen, waaronder online zakelijke profielen en sociale media-streams, zodat zij een beeld krijgen van een persoon en hun vaardigheden. Op dit moment worden AI en ‘deep learning’ al gebruikt voor het matchen van werkzoekenden en banen. Dit zou ook moeten leiden tot minder vooroordelen en discriminatie bij werving en selectie. Op dit moment versterken deze technologieën echter nog discriminatie omdat de gebruikte data veel ‘bias’ bevatten.
Daarom is het volgens Maguire ook essentieel dat sprake is van publieke betrokkenheid bij opkomende technologieën. We moeten nadenken over wat we willen met deze nieuwe technologische mogelijkheden en hoe we het sociale beleid en de systemen kunnen invoeren die de samenleving ten goede komen.
Een paar dagen geleden besteedde ik al aandacht aan een bijdrage waarin Mark van Rijmenam onder meer pleitte voor AI-ethiek. In deze bijdrage somde Van Rijmenam enkele initiatieven op die getuigen van de publieke betrokkenheid, zoals de AI Act van de EU. Het is inderdaad belangrijk om, onder meer via regulering, de ontwikkeling van digitalisering te beïnvloeden en niet achter over te leunen en af te wachten.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie