In de bijdrage Robots houden je bij de les komen twee wetenschappers aan het woord die onderzoek doen naar het gebruik van robots voor taal- en rekenonderwijs. Zij stellen dat robots bij taal- en rekenonderwijs beter kunnen werken dan, bijvoorbeeld, tablets.
De onderzoekers benadrukken dat robots bij volwassenen minder goed werken omdat volwassenen vooral oog hebben voor de technische beperkingen van robots. Kinderen zijn meer vergevingsgezind en hebben meer fantasie.
Robots zijn volgens de onderzoekers ‘socialer’ dan gewone computers. Robots kunnen voorwerpen aanwijzen en gebaren gebruiken. Dit helpt bij taalonderwijs en bij interactie in het algemeen. Jonge kinderen kunnen een persoonlijke band ontwikkelen met een robot. Dat gebeurt niet met een laptop of software. Bovendien passen robots zich aan, bijvoorbeeld aan individuele taal- of rekenproblemen van kinderen. Onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat robots die de persoonlijke interesses van leerlingen kennen, op de lange termijn een betere relatie met hen opbouwen.
Wel is een robot vaak nog niet goed in staat om alles wat een leerling zegt te begrijpen. De spraakherkenningssoftware is niet ontwikkeld op kindertaal. Dit wordt ondervangen door kinderen te laten kiezen uit antwoorden die een robot kan geven.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie