Het hoger onderwijs is van oudsher één van de voorlopers in het gebruik van internettechnologie. Welke impact heeft internettechnologie zoals sociale media en mobiele technologie de afgelopen twintig jaar gehad op verschillende processen binnen het hoger onderwijs? Over dit onderwerp ging een lezing die ik vanmiddag heb verzorgd tijdens een festival over medezeggenschap van de Hogeschool Utrecht.
Mijn boodschap was:
De afgelopen jaren hebben we te maken gehad met grote technologische veranderingen. De manier van communiceren is mede daardoor sterk veranderd. Het onderwijs is een beetje veranderd, maar de wijze waarop we leren niet.
Via een presentatie en een aantal vragen via Mentimeter heb ik deze boodschap proberen over te brengen.
Ik ben mede aan de hand van deze video ingegaan op technologische ontwikkelingen zoals computers die steeds krachtiger en meer transportabel zijn geworden, de opkomst van mobiele telefonie en smartphones, en het gebruik van sociale media. Elektronische leeromgevingen kennen we nu ook zo’n twintig jaar.
Hierdoor zijn we in staat naadloos gebruik te maken van technologie en ook aan ‘seamless learning’ te doen. We hebben meer keuzemogelijkheden in het gebruik van bronnen en opties om te interacteren. Ook is het veel gemakkelijker geworden om zelf allerlei artefacten te publiceren en kennis te delen.
Tegelijkertijd is sprake van een duidelijke keerzijde van deze ontwikkeling. We klagen over afleiding, sociale druk (o.a. om te reageren) en privacy is in het geding. Verder is het de vraag of technologische ontwikkelingen hebben geleid tot ‘revolutionaire ontwikkelingen’. Dat wordt wel vaak gedacht, maar in de praktijk blijken we impact van technologie te onderschatten of juist te overschatten. Zo verdwijnen fysieke reisbureaus, maar neemt aantal reisbemiddelaars toe.
En hoe zit het met het hoger onderwijs? Op het gebied van een aantal processen heeft onmiskenbaar een verschuiving plaatsgevonden van papier naar digitaal. Het onderwijs zelf is echter niet echt veranderd. We gebruiken wel deels andere middelen.
Dat leidt overigens ook tot uitdagingen. Smartphones leiden bijvoorbeeld erg af, zelfs als ze in je tas zitten. Laptops leiden zelfs je buurmens af. Bovendien blijkt dat het maken van aantekeningen op papier leerzamer te zijn dan het typen van aantekeningen.
Volgens mij moeten we deze apparaten echter niet verbieden, maar slimmer leren te gebruiken.
Verder gebruiken we sporadisch tools voor het begeleiden van studenten. De digitale leeromgeving wordt met name gebruikt voor het verstrekken van (schriftelijke) materialen, en naar verhouding minder voor het uitvoeren van leeractiviteiten.
Terwijl we weten dat lezen vanaf het beeldscherm minder effectief is dan lezen vanaf papier.
- Op papier weet je meteen waar je iets moet opzoeken. Op tablets verdwaal je eerder.
- Digitaal lezen is voor de meeste mensen ook vermoeiender. Dat gaat o.a. ten koste van de leessnelheid en tekstbegrip.
- Mensen blijken ook onbewust de voorkeur aan papieren boeken te geven omdat ze deze vast kunnen houden, in één oogopslag kunnen zien waar je in het boek bent en omdat de tactiele ervaring in combinatie met eigenschappen als paginanummers en hoofdstukken kapstokken zijn om binnen het geheugen informatie op te slaan.
- Mensen gaan met een andere instelling achter een beeldscherm zitten. Zij nemen papier serieuzer. Ze scannen eerder middels een beeldscherm, dan in een boek.
Gebruik digitale leeromgevingen daarom voor andere typen content en voor het uitvoeren van leeractiviteiten. Dat sluit ook beter aan op wat we weten over effectieve leerstrategieën.
De didactiek binnen het hoger onderwijs is volgens mij sinds 1998 in grote lijnen dan ook weinig veranderd, maar we zetten wel andere middelen in.
Het hoe zit het dan met het leren? Volgens Schunk (2012) is leren een duurzame verandering in gedrag of in het vermogen om je op een bepaalde manier te gedragen, als resultaat van ervaringen. Het gaat daarbij om cognitieve en sociale processen.
Deze processen en de activiteiten daarbinnen veranderen niet echt. Het gaat nog steeds om kijken, lezen/luisteren, bespreken, toepassen, oefenen, terugkoppelen, creëren en reflecteren. Daarbij gebruiken we wederom andere middelen.
Bij de cognitieve processen speelt uiteraard ons brein ook een belangrijke rol. Dat brein evolueert niet in een heel rap tempo. We weten al diverse decennia wat effectieve leerstrategieën zijn. ICT kan deze strategieën ondersteunen.
Technologie veroorzaakt dus geen revolutie in onderwijs. Veranderingen vinden vooral plaats doordat we ons gedrag aanpassen. (Nieuwe) technologie kan wel effectief onderwijs en leren mogelijk maken.
Hieronder vind je mijn slides. Deze bevat meer slides dan de dia’s die ik heb gebruikt. Ik was weer wat te enthousiast en heb vooraf slides geschrapt.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie