Stephen Downes heeft onlangs in een toespraak een overzicht gegeven van de ontwikkeling van e-learning. Downes neemt een duidelijke, terugkerende, trend waar. Eerst beginnen we te experimenteren met nieuwe technologie. Vervolgens is sprake van commercialisering van technologie, waarna de fase van consolidatie intreedt en enkele belangrijke spelers de markt van de technologie gaan domineren (en zwakkere broeders uitschakelen). Hij beschrijft maar liefst zes generaties e-learning.
Downes beschrijft ook een ontwikkeling van een content-gebaseerde benadering naar een op interactie gebaseerde benadering van e-learning. Tony Bates merkt daarbij op dat het gebruik van technologie voor communicatie veel ouder is dan Stephen Downes beweert. Bates benadrukt ook de toegenomen kracht en rijkheid van media.
Opvallend is dat Downes voor zijn doen best lovende woorden over heeft voor het leermanagement systeem, al hebben de meest belangrijke ontwikkelingen van de laatste jaren zich buiten het leermanagement systeem afgespeeld (denk aan gaming of aan sociale media die netwerkleren mogelijk maken dankzij ‘social graph‘, persoonlijk publiceren, interoperabiliteit en platformonafhankelijkheid door o.a. cloud computing).
Stephen Downes gaat soms erg snel door de geschiedenis heen, en focust zich wat mij betreft soms te gedetailleerd op technologie. In totaal signaleert hij zes generaties e-learning, waarvan de massive open online course (MOOC) met zijn gedistribueerde technologie en principes van effectief gedistribueerde systemen de laatste is. Persoonlijk vind ik het nog wat vroeg om deze vorm van leren al tot ‘generatie’ te bestempelen.
De eerste vijf generaties zijn:
- Het netwerk zelf.
- De personal computer met stand alone applicaties en besturingssystemen.
- De eerste computergames die voor leren worden gebruikt, en commercialisering van het netwerk.
- De ontwikkeling van contentmanagement systemen en leermanagement systemen.
- E-learning 2.0, waarbij web 2.0 technologie belangrijk is. Hebben we deze generatie e-learning al bereikt, vraag ik me af?
Tony Bates sluit zijn aanvullende bijdrage af met enkele algemene geleerde lessen. Hij stelt m.i. terecht dat technologie in de loop der jaren goedkoper, meer gebruikersvriendelijk en betrouwbaarder is geworden. Bovendien is technologie ook alom tegenwoordig, zodat we altijd en overal (en op verschillende manieren) online kunnen leren.
De bijdragen hebben een fraai ‘weet je nog oudje’-gehalte, en leiden zelfs bij mij (sic!) tot een aantal a-ha-gebeurtenissen. Wellicht kun je je mijn bijdrage ‘Omzien in verwondering‘ over de geschiedenis van e-learning uit 2003 nog herinneren. In vergelijking met Downes start ik veel later (bij computer-based trainingen), en stop ik uiteraard eerder (het fenomeen ‘MOOC’ bestond nog niet). Net als Bates constateer ik ook het sterk toegenomen pontentieel van ICT voor leren, dankzij bijvoorbeeld de adoptie van breedband technologie.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Dag Wilfred,
Om op je vraag in te gaan of we de vijfde generatie al hebben bereikt, het volgende.
Als je de indeling van Downes hanteert waarmee je dit artikel begint, zou je m.i. kunnen stellen dat we in het experimentele stadium zitten, maar nog niet van ‘maturity’ mogen spreken m.b.t. de vijfde generatie.