Audrey Watters publiceert op haar blog de integrale tekst van haar lezingen. In haar meest recente bijdrage breekt zij een lans voor kennis over de geschiedenis van leertechnologie. Op basis van de geschiedenis kunnen we op allerlei terreinen lessen formuleren voor het heden en de toekomst.
Ik vind Watters’ betoog wat warrig, maar wel belangrijk. Daarom focus ik me op de kern van haar boodschap.
The present can never be extricated from what’s come before.
Een aantal opiniemakers doet volgens haar alsof we vandaag de dag een technologische innovatie meemaken als nooit te voren. In het verleden zouden technologische veranderingen zich traag hebben voltrokken. Nu zouden technologische innovaties zo snel gaan, en passen we nieuwe technologieën zo snel toe, dat we geen idee meer hebben van wat er om ons heen gebeurt en we gewoon worden meegesleurd in een golf van techno-onvermijdelijkheid, meent Watters.
Dit is echter een discutabele opvatting volgens haar. Wat zijn technolopgische veranderingen, en hoe meet je dat? Verwar technologische consumptie daarbij niet met technologische innovatie. Veranderingen worden bovendien vaak bovenop bestaande technologieën gerealiseerd. De adoptie van internet kon bijvoorbeeld in een hoog tempo plaatsvinden omdat we de beschikking hadden over telefoonverbindingen. Mijn kanttekening: dit maakt de adoptie ervan echter niet minder snel. Bestaande technologie fungeert dan als ‘multiplier’ van nieuwe technologie. Zo hebben internettechnologie en mobiele technologie bijgedragen aan de snelle adoptie van smartphones. Tegelijkertijd overdrijven we vaak als het gaat om de veronderstelde impact en het tempo.
Daartegenover stellen we dan vaak dat het onderwijs zo langzaam verandert. Maar ook dat is niet waar.
Technologie is ook organisatie
Watters stelt terecht dat technologie een systeem is. dat veel meer impliceert dan de individuele materiële componenten.
Technology involves organization, procedures, symbols, new words, equations, and most of all, a mindset.
Dit betekent dat technologie altijd een geschiedenis heeft en dat je altijd naar de hele context moet kijken waarin de technologie wordt toegepast. Waarom is deze leertechnologie ontwikkeld? Wanneer? Welke didactische benaderingen hebben geleid tot de opkomst van deze leertechnologie? Welke toepassingen zijn erdoor ontwikkeld?
Volgens Watters is de geschiedenis van leertechnologie nauw verbonden met het leger en technologieën die daar werden gebruikt voor instructie.
- Er is bijvoorbeeld fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van leertechnologie omdat de VS begin jaren zestig vreesde wat betreft onderwijs achterop te raken bij de Sovjet Unie (die eerder een mens de ruimte instuurden). Deze achterstand werd beschouwd als een veiligheidsrisico.
- Het krijtbord was op Westpoint schijnbaar een cruciaal middel voor het drillen en beoordelen van studenten. De ‘teaching machines’ van weleer vloeien voort uit dezelfde behavioristische achtergrond.
Blackboards purported to make visible what the cadets knew, what and how they were thinking; but they were also, Phillips argues, “tools for revealing cadets’ characters.” Blackboards demonstrated cadets’ intellectual and physical and moral discipline.
In de loop der jaren is men binnen het onderwijs het krijtbord op een andere manier gaan gebruiken. Van een instrument dat een lerende gebruikt, naar een middel voor de docent. Maar nog steeds is het volgens Watters een middel om te disciplineren. Dit geldt ook voor andere technologieën.
Verborgen curriculum
Audrey Watters meent terecht dat de geschiedenis van leertechnologie belangrijk is omdat het ons helpt na te denken over onderliggende overtuigingen, praktijken, systemen, instituten en ideologieën.
It helps make visible, I’d hope, some of the things that time and familiarity has made invisible.
Deze geschiedenis helpt ons na te denken over contexten, continuïteit en verandering. Het helpt bij het duiden van verhalen en bij het doorprikken van mythes.
Audrey Watters doelt in feite op wat in de onderwijssociologie bedoeld wordt met een ‘verborgen curriculum’. Dat zijn lessen die worden geleerd, zonder dat dit openlijk wordt nagestreefd. Het is inderdaad belangrijk dat we ons daar bewust van zijn.
Neem Codam, een nieuwe opleiding tot computerprogrammeur in Amsterdam (elders bestaat dit initiatief al veel langer). Deze opleiding stoomt lerenden klaar tot computerprogrammeur, puur gericht op kwalificatie en zonder veel aandacht voor socialisatie en persoonsvorming (waar binnen een reguliere beroepsopleiding wel ruimte voor is). Tegelijkertijd went men alvast aan lange dagen en aan doen wat je gezegd wordt.
Wellicht een geschikte aanpak voor een bepaalde doelgroep, in een bepaalde niche.
Deze aanpak is de natte droom van menig high-tech industrieel die staat te springen om gewillige en zeer flexibele arbeidskrachten. Maar is dat wat we willen? Is dat waartoe beroepsonderwijs op aarde is?
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie