De dynamiek van de markt van digitale leeromgevingen

Er is op het gebied van digitale leeromgevingen van alles aan de hand. Niet alleen tasten nieuwe aanbieders de marktpositie van marktleider Blackboard aan. Ook kloppen aanbieders van specifieke leertechnologieën aan de poort van de ’stad’ van onderwijsinstellingen. Verder denken onderwijsinstellingen zelf ook na over hun koers.

LMSPhil Hill weet recente en ook voor het Nederlandse onderwijs relevante ontwikkelingen op het gebied van digitale leeromgevingen mooi bondig samen te vatten in de bijdrage met de veelzeggende titel The LMS market glacier is melting.

Hill stelt hierin onder meer:

  • Er wordt steeds meer investeringskapitaal in leertechnologie gestoken (3,1 miljard dollar in 2015).
  • Tal van nieuwe kleine bedrijven, met vaak specifieke toepassingen, proberen een voet tussen de deur te krijgen bij onderwijsinstellingen.
  • Het grootste deel van het budget dat onderwijsinstellingen besteden aan leertechnologie gaat nog steeds naar de veel verguisde digitale (elektronische) leeromgevingen (learning management system).
  • Blackboard is nog steeds de grote marktleider. Echter met name Canvas van Instructure heeft dit jaar 80% van de nieuwe implementaties gerealiseerd. Volgens Hill kan dat wijzen op een grotere invloed van medewerkers op de aanschaf van een nieuwe digitale leeromgeving.
  • De gevestigde orde onder de leveranciers van digitale leeromgevingen -zoals Blackboard en Desire2Learn- investeren miljoenen in het ontwikkelen van een nieuwe architectuur, onder meer ten behoeve van andere gebruikerservaringen.
  • Veel onderwijsinstellingen kijken niet langer naar een alomvattend systeem voor online en blended learning, maar ontwerpen een nieuwe architectuur waarvan de DLO één component is. In Nederland wordt vaak de metafoor van de burcht, de stad en het platteland gebruikt. De burcht is dan het kern-leer management systeem (vooral bedoeld voor het managen van het leren). In de stad bevinden zich applicaties die door de instelling worden ondersteund, maar waarvan het gebruik bepaald wordt door opleidingen. Terwijl op het platteland zich applicaties ‘bevinden’ waarvan docenten en studenten zelf beslissen of ze deze gebruiken voor leren. Volgens Phill Hill stelt een dergelijke benadering instellingen in staat om een diversiteit aan didactische benaderingen toe te passen.

Phil Hill gaat ook kort in op enkele uitdagingen, zoals de ruimte voor aanbieders van nieuwe, specifieke, applicaties om een stuk van de ‘taart’ te bemachtigen die nu voornamelijk door LMS-aanbieders wordt opgesoupeerd. Verder zal het onderwijs zelf ook veranderingen moeten willen doorvoeren wil nieuwe leertechnologie op een goede manier worden toegepast. Aanbieders van leertechnologie zullen volgens Hill daarbij geduld moeten hebben, en volgens mij uiteraard ook financieel uithoudingsvermogen.

Ik denk dat veel belanghebbenden op de Nederlandse markt deze ontwikkelingen herkennen. Ik ken een aantal onderwijsinstellingen die de discussie voeren over wat in de burcht, in de stad en op het platteland thuishoort. Deze instellingen denken ook na over de wijze waarop zij online en blended learning willen toepassen.

Een complexiteit daarbij is de integratie van verschillende applicaties waarbij gebruikers het gevoel hebben in één omgeving te opereren. Bovendien leidt het gebruik van meer leertechnologieën naast een kern-LMS ook tot hogere kosten. Denk aan virtual classroom applicatie, een aparte toepassing voor digitaal toetsen of een oplossing om opdrachten te maken en in te leveren waarbij (peer)feedback mogelijk is en op plagiaat gecontroleerd kan worden. Daarbij willen we de verschillende data in één databank opslaan. Het faciliteren van een grotere didactische diversiteit en een (veronderstelde?) toegenomen tevredenheid onder gebruikers heeft schijnbaar een prijs.

Opvallend is ook dat instellingen, als het gaat om het kern-LMS, toch vaak weer uitkomen bij de ‘all-in-one’ systemen die sterk organisatiegecentreerd zijn. Zo zijn Desire2Learn, Blackboard, Instructure en Three Ships Enterprises uit de bus gekomen als de vier potentiële kandidaten voor instellingen van hoger onderwijs die met Surfmarket een aanbestedingstraject hebben gevolgd. Ik heb nog geen bevredigend antwoord gekregen op de vraag hoe deze aanbieders denken een kern-LMS te realiseren.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *