De didactiek van OpenU masterclasses

Het Centre for Learning Sciences and Technologies (CELSTEC) van de Open Universiteit organiseert nu ruim een jaar online masterclasses. Waardoor kenmerkt de didactiek van deze leeractiviteit zich? Over deze vraag heb ik ten behoeve van het Tijdschrift OnderwijsInnovatie een artikel geschreven, dat gisteren is verschenen.

Het Centre for Learning Sciences and Technologies (CELSTEC) van de Open Universiteit organiseert nu ruim een jaar online masterclasses, en dit najaar voor het eerst samen met Stichting Kennisnet. De masterclasses zijn gericht op het verdiepen van kennis rond een specifiek onderwijskundig thema. In deze zesde bijdrage over OpenU leest meer over dit initiatief over de didactiek van OpenU masterclasses.

Masterclasses

Dit najaar hebben Kennisnet en de Open Universiteit samen vijf online masterclasses op academisch niveau voor onderwijsprofessionals georganiseerd. De onderwerpen hadden allemaal van doen met de combinatie van ict en onderwijs. Tijdens de online masterclasses stond centraal hoe de resultaten van wetenschappelijk onderzoek ingezet kunnen worden in de praktijk. De masterclasses werden verzorgd door experts binnen en buiten de OU, die hun sporen op het gebied van theorievorming en onderzoek op het gebied van ict in het onderwijs dik hebben verdiend. De masterclasses waren gratis toegankelijk via www.openu.nl en zijn nu nog te bekijken op OpenU en op YouTube.

Didactisch concept online masterclasses

Online masterclasses gaan altijd uit van de wisselwerking tussen onderzoek en praktijk. Dat kan zowel een praktisch probleem zijn – waar toekomstig onderzoek op kan worden georiënteerd – of andersom: onderzoeksresultaten die in de praktijk gebracht worden. Ook metaonderwerpen (methoden en technieken, hoe bepaalde technologie te ontwikkelen en te gebruiken, etc.) behoren tot de mogelijkheden. Online masterclasses hebben een vast format dat zichtbaar wordt in de structuur van de masterclass. Ze hebben een variabele studiebelasting (tussen twee en twintig uur) en kennen een theoretische en praktische insteek. De doorlooptijd van een online masterclass bedraagt een week, met duidelijke mijlpalen. Daar is bewust voor gekozen. De meeste deelnemers aan online leren hebben namelijk een duidelijke structuur nodig om gemotiveerd te blijven om te leren.

De leeractiviteiten van de eerste dag zijn gericht oriëntatie. Deelnemers maken een intakevragenlijst waarin onder meer wordt gevraagd naar hun ervaring met het betreffende onderwerp. Tijdens de OpenU/Kennisnet masterclass over de toekomst van de elektronische leeromgeving zijn bijvoorbeeld vragen gesteld over het dagelijkse gebruik van elektronische leeromgeving.  Bovendien wordt deelnemers gevraagd ook een profiel in te vullen, dat bevordert het gevoel van binding.

Rol zelftoets

De oriëntatiefase bestaat verder uit een opdracht waarvoor literatuur bestudeerd moet worden, en uit een discussiestelling. Tenslotte wordt de deelnemers gevraagd een zelftoets te maken. Deze toets heeft een speciaal doel, gebaseerd op het ‘testing effect’: als je informatie uit het geheugen ophaalt dan onthoud je deze informatie op de lange termijn beter dan informatie die je alleen bestudeerd hebt. Via toetsen haal je informatie uit het geheugen op. Toetsen worden dan niet alleen als beoordeling gebruikt, maar ook als leerstrategie. Om dat te bereiken moet het ook niet zomaar een toets worden, maar een die voldoet aan de volgende concept:

  • Het gehele theorie/conceptuele kader die men geacht wordt te kennen na de masterclass wordt getoetst. Deze toets kan men voor kennisactivering vooraf afnemen, maar ook nog eens achteraf. Het blijkt dat mensen hem ook intensief gebruiken.
  • Om het testing effect te bereiken moet de toets bestaan uit open vragen, de feedback bestaat uit een expert-antwoord waarmee men het eigen antwoord kan vergelijken.

Tijdens de tweede dag van de masterclasses worden vragen en probleemstellingen uitgesplitst naar een theorie- en een praktijkdeel. Bijvoorbeeld de presentatie van een theoretisch kader dat wordt gebruikt om de praktijk van de deelnemers te beschrijven. Daarnaast worden discussiestellingen gebruikt die betrekking hebben op theorie en praktijk.

Een voorbeeld van een opdracht over elektronische leeromgevingen luidt als volgt: ‘Kurilovas (2005) beschrijft een Framework for the Pedagogical Evaluation of VLEs (p. 219 t/m 226). In paragraaf 2.4 werkt hij dit uit voor een aantal elektronische leeromgevingen. Bestudeer dit deel van het paper, en beschrijf vervolgens aan de hand van dit framework de elektronische leeromgeving of het leermanagementsysteem dat binnen uw organisatie wordt gebruikt. Richt u daarbij in ieder geval op het niveau van de module (de pedagogisch-didactische innovatie). Werk deze beschrijving in een beknopt document uit (1 A4), en lever dit document via “Maak bericht” in’.

Live sessie

Op vrijdag vindt de live sessie met de expert plaats. Maximaal een dag van tevoren levert de expert een summiere presentatie in. Een interviewer stelt vragen aan de expert en tussen hen in, op een (virtueel) scherm, worden dia’s getoond. Er wordt gewerkt met drie camera’s en een mengpaneel waardoor geswitcht kan worden tussen de camera’s en de dia’s. De video wordt gestreamd via Ustream dat geëmbed is in de community masterclass in OpenU. Via een chatbox kunnen deelnemers vragen stellen en met elkaar interacteren. Een moderator faciliteert de interactie en communiceert de belangrijkste vragen via de chatoptie van Skype aan de interviewer die de vragen doorspeelt aan de expert.

De sessie is verdeeld in drie blokken, waarbij elk blok wordt afgesloten met vragen van de deelnemers. Daarna hebben de deelnemers de gelegenheid om verder te werken aan hun opdrachten. Dinsdagavond is er een paperpresentatie van aio’s. Zij presenteren een onderzoekspaper rond het thema van de masterclass, waarbij de deelnemers via de chat vragen kunnen stellen. Op woensdagochtend wordt de online masterclass afgesloten en ontvangen deelnemers een online evaluatievragenlijst.

Studenten van een OU-cursus en deelnemers aan een leertraject kunnen nog twee additionele verdiepingsactiviteiten uitvoeren, naast de andere leeractiviteiten in de online masterclasses. De eerste activiteit is het delen van opvattingen, ervaringen en kennis via een blogpost. De tweede verdiepingsactiviteit bestaat uit het schrijven van een eindverslag waar persoonlijke leerdoelen, de bestudeerde literatuur, de live sessies en de blogpost een plaats krijgen.
Online masterclasses worden niet afzonderlijk gecertificeerd. Afnemers van leertrajecten kiezen zes online masterclasses en kunnen op basis hiervan wel een certificaat ontvangen. Zie openu.nl/leertrajecten. Een overzicht van de online masterclasses is te vinden op: portal.ou.nl/web/leren/masterclasses.

Online round table

Tijdens de conferentie ‘Leren en Doceren in de 21e eeuw’ is via de technologie van de masterclasses een online ronde tafeldiscussie gevoerd over vier best practices op het gebied van ict in het onderwijs, geleid door internetjournalist Herbert Blankesteijn. De deelnemers konden online vragen stellen aan de vier professionals en aan het einde van de discussiebijeenkomst gaf OpenU-projectleider Wilfred Rubens zijn reflectie op de vier bijdragen.

Amber Walraven gaf in haar presentatie aan dat jongeren handig zijn in ict-gebruik, maar dat ze tegelijkertijd vaak niet in staat zijn om effectief informatie op te zoeken. Vooral het evalueren en beoordelen van informatie vinden jongeren moeilijk. Docenten weten juist wat belangrijk is in hun vakgebied en wat belangrijke bronnen zijn. Walraven heeft onderzoek gedaan hoe je op een andere manier onderwijs kunt verzorgen, waarbij leerlingen informatie op een effectieve manier zoeken op internet en docenten veel minder uitleg geven. Deze lessen, waarbij informatievaardigheden en vakinhouden geïntegreerd aan de orde komen, zijn samen met docenten ontworpen.

Hoogleraar Lex Bijlsma vertelde over cursusontwikkeling door docenten, waarbij zij meteen hun vakgebied bijhielden. In dit specifieke geval ging het over een cursus in de programmeertaal Scala, waarmee Twitter is geschreven. Normaliter ontwikkelt men zo’n cursus in beslotenheid, nu via een community in de online omgeving OpenU. Het resultaat was een online cursus. Co-creatie door docenten en studenten Informatica bleek ook een zeer efficiënte manier van werken.

Milou de Smet heeft onderzocht hoe men ict kan gebruiken om leerlingen in het voortgezet onderwijs teksten te helpen structureren. Dat vinden leerlingen over het algemeen lastig. Met behulp van een plan, een outline, gaat dat een stuk gemakkelijker. Elk tekstverwerkersprogramma bevat standaard zo’n outlinetool. Uit onderzoek van De smet blijkt dat als leerlingen vaak genoeg met deze tool werken, zij ook betere schrijfproducten ontwikkelen. Bovendien geldt: hoe groter de tekst, des te effectiever de tool werkt.

Eliane Segers heeft onderzoek gedaan naar multimediagebruik in de klas. Door de combinatie en integratie van beeld, geluid en tekst komt er vaak veel informatie tegelijkertijd bij leerlingen binnen. De combinatie van beeld en geluid helpt op de korte termijn meer informatie te onthouden dan de combinatie van beeld en tekst. Op langere termijn onthouden leerlingen overigens meer van beeld en tekst, dan van beeld en geluid.

Levendige vorm

De online ronde tafeldiscussie was een levendige vorm van kennisdeling. Deze manier van werken illustreert dat technologie het mogelijk maakt om verschillende didactische concepten toe te passen waarbij synchrone en a-synchrone online leeractiviteiten worden gecombineerd.
Behalve online masterclasses en het online ronde tafelgesprek maakt de Open Universiteit ook gebruik van deze technologie om online lezingen te verzorgen. Een belangrijk voordeel daarbij is dat verschillende live sessies worden opgenomen en later door deelnemers terug gekeken kunnen worden. Een beperking is dat de apparatuur voor de live sessies erg gevoelig is en daardoor niet echt transportabel. Daardoor is het noodzakelijk om live sessies vanaf de locatie Heerlen van de Open Universiteit op te nemen.

Wilfred Rubens
De auteur is projectleider OpenU en verbonden aan het Centre for Learning Sciences and Technologies (CELSTEC) van de Open Universiteit. Reacties op dit artikel kunnen gemaild worden naar: wilfred.rubens@ou.nl

Dit is het zesde artikel in een reeks over OpenU waaraan het tijdschrift OnderwijsInnovatie aandacht besteedt.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Een reactie

  1. Ik zou graag samenwerking willen op het onderbrengen van openUmasterclasses in interne leergangen van onze school. Interne leergangen die ik graag zou willen verbinden aan het lerarenregister. Te meer daar voor leraren naast theoretische verdieping de vertaalslag naar de praktijk zeker zo belangrijk is.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *